Veilige en verticale voortgang
Voor de zuivelsector wordt 2015 een spannend jaar. De zuivelquota gaan voor de bijl en de Europese concurrentie staat op scherp. Milcobel Zuivel (ex-Belgomilk) heeft de voorbije jaren fors geïnvesteerd om het risico te spreiden en de groei te garanderen.
Na het aantreden van CEO Eddy De Mûelenaere in 2013 koos de zuivelcoöperatie Milcobel uit Kallo voor een hertekende opstelling. De dochters Ysco (roomijs) en Dupont (kaas) behielden hun naam, maar Inza (consumptiemelk) en Belgomilk (consumentenkaas, melkpoeder, room en boter) kwamen samen onder de vlag Milcobel Zuivel.
Meer nog dan marketing is de naamsverandering de bezegeling van het groeitraject dat het voormalige Belgomilk (goed voor 70 % van de Milcobel-activiteiten) de voorbije jaren heeft afgelegd. Een traject dat voor meer risicospreiding in een uiterst volatiele markt heeft gezorgd. “2013 was met dank aan de hoogconjunctuur op de mondiale zuivelmarkt een uitstekend jaar”, zegt Eddy Leloup, directeur coöperatiezaken. “De vraag uit landen als China en Rusland was groot, maar iedereen weet dat de conjunctuur in zuivel zeer volatiel is. Om een buffer te hebben, hebben we de voorbije jaren geïnvesteerd in een meer gespreid aanbod.”
Kaasmasterplan
In 2012 opende een nieuwe fabriek voor consumentenkaas in Moorslede. Die maakte deel uit van het ‘kaasmasterplan’. Met dat plan wou Milcobel een groter deel van de 1,2 miljard liter melk die het jaarlijks verwerkt, gebruiken voor de productie van consumenten- en industriële kaas. In 2014 volgde de uitbreiding van de fabriek voor industriële kaas in Langemark. Die heeft nu een capaciteit van 50.000 ton mozzarella op jaarbasis. Aan het kaasmasterplan kleefde een investering van 70 miljoen euro.
De investeringen in kaas betekenen niet dat melkpoeder naar de achtergrond verschoof. Melkpoeder was en is de belangrijkste activiteit van het vroegere Belgomilk, maar hangt wel sterk af van de schommelingen op de wereldmarkt. De derde etappe naar meer risicospreiding focust op de concurrentiepositie van het poederaanbod. “In deze etappe willen we de poederproductie optimaliseren”, zegt Leloup. “We willen een state-of-the-art fabriek ontwikkelen die timmert aan leiderschap in kwaliteit en kostprijs. Tegen eind 2016 moet die fabriek af zijn en dan staan het productieapparaat en de commercialisering van Milcobel op punt.”
De nieuwe poederfabriek vergt een bijkomende investering van 80 miljoen euro. Milcobel Zuivel hoopt de vruchten te plukken in een snel veranderende markt, die geconfronteerd wordt met het effect van het verdwijnen van de zuivelquota dit jaar. “Van de investering in de kaasfabrieken hebben we nu al een effect. Ons marktaandeel in retail stijgt en voor de industriële kaas levert extra productie ook meteen extra afzet op.” Al moet Milcobel ook rekening houden met de melkprijs die het zijn 2800 aangesloten melkveehouders kan geven. “Dankzij de groei moeten we hun een supplementaire uitbetaling garanderen en tegelijk toch de reserves van het bedrijf opbouwen”, besluit Leloup.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier