Van klein af
Iedereen heeft tijdens zijn jeugdjaren wel eens een miniatuurautootje of modelvliegtuigje in elkaar geknutseld. Hoe sterk staat de modelbouwmarkt vandaag ?
Kerstmis komt eraan, en dat betekent ook een beetje cadeautjestijd. Houdt u het dit jaar weer bij de traditionele boeken, parfum of kleding ? Of verrast u uw partner eens met een doos vol plastic onderdelen onder de kerstboom ?
“Vooral mannen knutselen schaalmodellen in elkaar,” weet Michel Goubau, algemeen directeur van Sablon Distribution, importeur van de Japanse Tamiya-modelbouwpakketten. “Alleen durft niet iedereen daarvoor uit te komen. Een notaris die een trein op zolder heeft, zal dat misschien wel vertellen aan een paar vrienden, maar zeker niet aan de goegemeente. Die miniatuurtrein is zijn jardin secret.”
Aan modelbouw kleeft ook een beetje jeugdsentiment. Enerzijds is er de herinnering aan vroeger, aan de periode waar de volwassene zelf nog vliegtuigjes of auto’s in elkaar knutselde. “Ooit zag ik in de GB een man bij de modelbouwdozen staan. Hij vertelde me dat het twintig jaar geleden was dat hij nog eens een model in elkaar had gezet en dat hij zijn hobby weer wilde opnemen. Eenmaal hij weer de smaak te pakken krijgt, is de kans groot dat hij een gespecialiseerde zaak binnenstapt,” weet Goubau. Anderzijds denken mannen vaak met nostalgie terug aan de wagen waarmee ze ooit zelf hebben gereden en die ze nu in het klein willen hebben. Of aan de wagen van hun dromen, die wel altijd onbetaalbaar zal blijven.
De gemiddelde leeftijd waarop jongeren de modelbouwmicrobe te pakken krijgen, ligt rond de twaalf jaar. Wie er tussen zijn zestiende en twintigste nog mee bezig is, beschouwt modelbouw gewoonlijk als zijn hobby. “Dan trouwen ze en zie je ze enige tijd niet meer. Eenmaal de dertig gepasseerd, maken ze weer tijd voor hun hobby. De meesten gaan er dan mee door tot hun zeventigste,” aldus Jean-Jacques De Knibber, directeur van Ertel (importeur van onder andere Revell).
Geen tijd meer om te bouwen
De belangrijkste karaktereigenschap van modelbouwhobbyisten is geduld. Hun belangrijkste goed : tijd. Aangezien tijd voor heel wat mensen een schaars goed is geworden, ontstond er ook een nieuw segment in de miniatuurmarkt : de kant-en-klare modellen. Deze markt wordt gedomineerd door Burago. Niet meer het bouwen van het model levert het plezier, wel het bezit ervan. Vooral volwassen verzamelaars zijn gek op de Burago-modellen, die in tegenstelling met speelgoedautootjes groter zijn en ook 100 % waarheidsgetrouw. Heel vaak ook worden de modellen als incentive gegeven bij grote aankopen. Dan komen ze op een kast of een tafel te staan, met of zonder stofkap.
Het succes
van de Burago-modellen is duidelijk voelbaar voor de verkopers van ‘gewone’ modelbouwpakketten. “De mensen hebben geen tijd meer om te bouwen, te plakken, te schilderen… Bovendien neemt het bouwen in huis nog plaats in ook,” zegt De Knibber. Een ander voordeel van de Burago-voertuigen is dat ze minder fragiel zijn dan de eigenhandig gebouwde modellen.
Aanvankelijk was Burago alleen op de markt van de afgewerkte modellen. De voorbije vijf jaar zijn er evenwel zo’n twintig aanbieders bijgekomen, waarvan de belangrijkste het Thaise bedrijf Maisto is. De traditionele pakkettenbouwers reageren intussen met alles-in-één-dozen. Dat zijn pakketten waarin, naast het model, ook de lijm, de kwastjes en de potjes verf zitten. Deze producten zijn vooral bestemd voor de geschenkenmarkt : wie een dergelijk pakje krijgt, hoeft alvast niet meer zelf verf en lijm aan te kopen.
De markt
van de traditionele bouwpakketten wordt aangevoerd door Revell (Amerikaans/Duits) en Tamiya. Tamiya is wat duurder in prijs dan Revell en is in waarde marktleider. Revell verkoopt dan weer het grootste aantal pakketten. Die twee merken zijn goed voor 70 % van de markt. Op de derde plaats komt Italeri, dat 10 % heeft. Heller-Airfix, Matchbox, Hesagan, Fujimi, Protar en enkele Oost-Europese merken ten slotte nemen de resterende 20 % voor hun rekening.
Het einde van de Koude Oorlog is voelbaar
De modelbouwmarkt staat of valt met de nieuwigheden in het aanbod. Goubau : “Nieuwe modellen genereren 70 % van de omzet. Van de Ferrari van Michael Schumacher (geproduceerd door Tamiya) kon ik bijvoorbeeld 2400 stuks verkopen. Dat aantal haal je met oudere modellen nooit.” Probleem is dat er sinds het einde van de Koude Oorlog nog maar weinig nieuwe tanks, vliegtuigen en ander militair materieel een belangrijk deel van de miniatuurmarkt worden gebouwd. En dus kunnen modelbouwmakers ook niets nieuws leveren.
Voor de producenten
zit er dus niets anders op dan nieuwe versies uit te brengen van bestaande modellen (bijvoorbeeld door een paar extra bommen aan de vleugels te hangen). Of door oude mallen opnieuw te gebruiken voor Classics-series (het Italiaanse Protar doet dat bijvoorbeeld met motorfietsen). Hiermee vermijden de producenten trouwens ook zware discussies over rechten. Niet iedereen kan en mag zomaar een model fabriceren. Autoproducenten en vliegtuigmakers kijken uit aan wie ze de rechten geven en willen meestal ook een extraatje van de verkoop meepikken. Bij Ferrari is het woord extraatje zelfs een understatement : 17 % van de prijs van een Ferrari-miniatuurmodel van Michael Schumacher gaat naar het merk en de rijder 10 % naar Ferrari en 7 % naar Schumacher.
Sablon Distribution heeft daar iets op gevonden : in ons land brengt het de Eddie Irving-Ferrari uit. Op dat model moeten minder rechten worden betaald, waardoor men onder de psychologisch aanbevolen prijs van 1000 frank kan blijven. Echte fanatici kunnen op de accessoiremarkt nog altijd wel stickers vinden, zodat ze de Ferrari van Irving in een Schumacher-kleedje kunnen stoppen.
Beperkte reclamemogelijkheden
Het blijft in ieder geval moeilijk om voor deze producten mediareclame te maken. Daarvoor beschikt de sector over te beperkte budgetten. Gelukkig zijn sommige modelbouwpakketten gelieerd aan populaire televisieprogramma’s (zoals Star Wars). De meeste producenten en verdelers moeten het evenwel hebben van hun aanwezigheid op beurzen en races de afdeling Telegeleide Modelbouw van Sablon Distribution heeft bijvoorbeeld een eigen team dat bij races demonstraties geeft en van persberichten. Momenteel zitten de merken ook “op folder” van GB, Blokker en de gespecialiseerde speelgoedzaken. Maar veel ruimte daarin krijgen ze niet.
De winkels zelf bieden ook niet alles van wat er op de markt beschikbaar is : de warenhuizen pikken alleen de nieuwigheden eruit en ook speelgoedwinkels verkopen maar een miniem deel van de productie. Tamiya en Revell zijn overal te vinden, maar kleinere merken hebben het moeilijk om een verkoper te vinden. Ze stellen hun hoop op modelbouwspeciaalzaken, of verkopen alleen op bestelling.
Modelbouwfanaten konden tot nog toe aan hun trekken komen in catalogussen en internationale tijdschriften. Maar ook hier is een evolutie merkbaar : volgens De Knibber kondigen de producenten almaar later hun nieuwigheden aan. In de catalogussen vindt men al lang niet meer het jaarprogramma, alleen nog wat er de komende drie maanden uitkomt. De scrhik voor de concurrentie zit er dik in…
AD VAN POPPEL
MICHEL GOUBAU (SABLON DISTRIBUTION) De modelbouwmarkt staat onder druk. Grotere concurrentie en minder nieuwe modellen zijn de oorzaken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier