Van de zonnige kant bekeken
“Zonnepanelen worden alleen maar efficiënter. Door de lagere kostprijs wordt de markt groter, ook zonder subsidies.” Luc Graré, verkoopdirecteur van het Noorse REC, ziet de toekomst rooskleurig in.
” Veel mensen denken dat elektriciteit een basisproduct is, iets waar ze recht op hebben. Terwijl de waarheid is dat het schaars is, en moet worden gekocht zoals elk ander product.” Luc Graré, een Antwerpse globetrotter die zijn carrière grotendeels in Duitsland opbouwde, is de wereldwijde verkoopdirecteur van REC Solar, nog even het grootste Europese zonnepanelenbedrijf.
Al is Europees een relatief begrip in de branche. REC (Renewable Energy Corporation) werd in 1996 gesticht, bijna een eeuwigheid geleden in de sector. Begonnen als een producent van wafers, de basis van zonnepanelen, begon het Noorse bedrijf al snel met de productie van zonnecellen in Narvik, terwijl in Zweden een zonnepanelenfabriek werd geopend.
Beide fabrieken zijn intussen gesloten en ingeruild voor een geïntegreerde vestiging in Singapore, van waaruit de Britse interim-CEO Martin Cooper het schip stuurt. Daar werd 1,8 miljard euro geïnvesteerd in een site die zowel wafers, cellen als panelen maakt. De capaciteit wordt er tegen midden dit jaar opgetrokken tot 1,3 gigawatt. Anno 2015 is München het Europese zwaartepunt, en zijn er kantoren in Dubai, Japan, Thailand, de Filipijnen, India en de VS.
De wereldreis heeft het bedrijf geen windeieren gelegd. Terwijl flink wat collega’s de deuren hebben moeten sluiten, is REC het enige Europese bedrijf dat nog in de wereldwijde top 15 prijkt, althans nog even (zie Alle wegen leiden naar China). Bovendien werken de 1600 medewerkers voor een bedrijf dat schuldenvrij is, en elk kwartaal zowat 15 miljoen euro winst boekt. “Ons succes is de vroege beslissing om naar Singapore te trekken”, legt Graré uit. “Gedeeltelijk voor de kosten, al waren dat niet in de eerste plaats de loonkosten. Maar van daaruit zijn componenten als Chinees glas en zaagdraad gemakkelijk te vinden, en het land is een magneet voor talent.”
Gefragmenteerd
Natuurlijk heeft ook REC te lijden gehad onder de malaise en overproductie in de sector. Op het hoogtepunt was het bedrijf 20 miljard euro waard, nu blijft daar nog 460 miljoen euro van over. Daar horen de siliciumactiviteiten niet meer bij: die tak, waarvan het zwaartepunt in de VS ligt, is in 2013 afgesplitst (zie tabel). Graré: “De markt is enorm gefragmenteerd. Wij maken 1 gigawatt (GW), terwijl de wereldmarkt 45 GW groot is. Het nummer één heeft zowat 4 GW. Er komt nog een consolidatie.”
Graré is een Sinjoor, werkt al bijna zijn hele carrière in Duitsland, met tussenstops in België en Nederland. Met diploma’s industrieel ingenieur en bedrijfseconomie op zak ging hij aan de slag bij technologische en elektronicabedrijven als Xerox, Agfa, Sony, Tele Atlas en LG Electronics. Bij REC Solar is hij sinds 3,5 jaar senior vice president sales en marketing. “We opereren niet in een normale marktsituatie, omdat in veel landen de sector sterk afhankelijk blijft van de regelgeving. Wat wij doen, is onze organisatie constant aanpassen aan de opportuniteiten.”
Europa blijft erg belangrijk voor REC: goed de helft van de omzet wordt bijeengeschraapt op het oude continent. De Chinezen schermen hun thuismarkt, goed voor een kwart van de wereldmarkt, zodanig af dat REC er amper aan de bak komt. Dus richten de Noren zich verder op Japan, dat een kwart van de verkopen uitmaakt. De groeimarkten voor het bedrijf zijn echter de Verenigde Staten, en in mindere mate groeilanden als Brazilië en Chili. In de VS werden contracten afgesloten met SunRun, Recurrent Energy, en SolarCity, waardoor minstens 44 procent van de productie van 2015 richting de States zal gaan.
“Onze klanten zijn vooral constructeurs van grote zonnepanelenparken, en groothandels die op hun beurt kleinere installateurs bedienen. Zelf parken ontwikkelen doen we niet meer, dat is voer voor specialisten in vastgoed. Soms doen we nog wel zelf het constructiewerk, maar dat blijft vrij beperkt.”
Handelsoorlog
De handelsoorlogen tussen China en de westerse wereld, waar de VS en Europa importheffingen opleggen aan Chinese panelen, vindt Graré achterhoedegevechten. “Wat gebeurt er dan? De opgelegde minimumprijs verschijnt in het contract, de Chinese producent haalt de deadlines niet en betaalt vervolgens ‘boetes’. Wij zijn tegen alle marktverstorende maatregelen. Niemand in de industrie heeft daarvan geprofiteerd, en het enige effect is dat de klant meer heeft betaald voor zijn panelen.”
Wereldwijd is regelgeving een probleem. De Duitse markt crashte van 7 gigawatt in 2011 naar 2 gigawatt vorig jaar, door de veranderingen in het subsidiesysteem. “Het grootste probleem is niet de hoogte van de subsidie, maar de rechtsonzekerheid, zeker in de periode tussen de aankondiging en de effectieve uitvoering van een maatregel.”
Toch verwacht Graré beterschap. “De wereldmarkt is tussen 2009 en 2013 net niet verviervoudigd. Tegen 2030 zal 6 procent van de elektriciteitsproductie komen van de zon, en volgens het Internationaal Energieagentschap kunnen zonnepanelen in 2050 de belangrijkste bron voor stroomproductie zijn.”
Ook in België is er nog veel potentieel: er is ongeveer 268 watt aan zonnepanelen per inwoner geïnstalleerd, terwijl dat in Duitsland 436 watt is, weet de REC-topman. Al ligt dat potentieel wellicht eerder in de industrie en bij kmo’s, want meer dan in Duitsland is ons land tot nu toe vooral een residentiële markt.
Daarom mikt REC sterk op zelfconsumptie bij ondernemingen. In een studie die het liet uitvoeren door het adviesbureau BET werden de bedrijven opgedeeld in handelsbedrijven, productiefirma’s en zware industrie. Investeringen in zonnepanelen leveren volgens de studie, zelfs met de huidige subsidieniveaus, een winst op geïnvesteerd vermogen op van minimaal 20 procent (zware industrie in Vlaanderen) tot meer dan 50 procent (handelszaken in Wallonië en Brussel).
“De Europese zonnepanelenmarkt zal na 2016, 2017 sterk groeien, omdat dan de batterijtechnologie concurrentieel zal zijn. De opslagmogelijkheden zullen een enorme boost geven, omdat je dan zelf meer kan sturen hoeveel energie je nog van het net wil. Er is stroom genoeg, maar het hapert momenteel aan de distributie. Veel mensen denken dat elektriciteit een basisproduct is, iets waar ze recht op hebben. Terwijl de waarheid is dat het schaars is, en moet worden gekocht zoals elk ander product.”
De zonnepanelen worden steeds efficiënter, vervolgt Graré. Zuiverder silicium, dunnere wafers en preciezere zagen die minder materiaal verspillen, of lichtere, goedkopere materialen zullen de kosten van de productie verder drukken. “Dat is noodzakelijk, want als de kosten lager zijn, wordt de markt groter. En vooral: rendabel zonder subsidies. Tot nu toe daalt onze kostprijs elk jaar met ongeveer 8 procent.”
Uiteindelijk gaat de energiesector een revolutie tegemoet, klinkt het hoopvol. “De Verenigde Naties voorspelden onlangs nog dat we ook in 2100 nog fossiele brandstoffen zullen gebruiken. Alleen zal de kostprijs de hoogte ingaan. In de energiesector ben je per definitie bezig met de lange termijn: als je nu een kerncentrale zou willen bouwen, dan staat die er voor 40 tot 60 jaar. Nu is de redenering dat die voor de baseload moet zorgen, het volume energie dat we altijd gebruiken. Maar met goede batterijen kan hernieuwbare energie die rol perfect overnemen. Dan is er vooral flexibele capaciteit nodig, zoals gascentrales, om de pieken op te vangen.”
LUC HUYSMANS
“Wij zijn tegen alle marktverstorende maatregelen”
“Zonnepanelen kunnen in 2050 de belangrijkste bron voor stroomproductie zijn”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier