Van Bel-20 NAAR GLOBAL-20
Bel-20 als naam voor de belangrijkste Belgische beursindex, strooit elk jaar wat meer zand in de ogen. De betrokken ondernemingen verdienen immers al meer dan de helft van hun omzet en winst in het buitenland. Ontdek welke bedrijven een groeitijger in hun winsttank stoppen.
De belegger die het liever gezellig dicht bij huis houdt en zweert bij Belgische topaandelen, die staat, zonder het misschien te beseffen, al met ruim één been in de globale economie. Neem nu de bedrijven die deel uitmaken van de Bel-20 index. Gemiddeld verdienen zij nog minder dan de helft van hun omzet en winst op Belgische bodem. Elk jaar kalft dat aandeel met enkele procenten af.
De bedrijven zelf zijn karig met informatie over hun geografische winstverdeling – de concurrentie leest mee – maar beurshuis Petercam schat dat van de totale winst die de 19 Bel-20 bedrijven boeken, er nog ongeveer 45 % op Belgische bodem wordt verdiend. Er zijn nog echte thuismarktspelers bij zoals vastgoedmaatschappij Cofinimmo, of de telecombedrijven Mobistar en Belgacom. Maar wie belegt in Inbev, UCB, Solvay, Bekaert of GBL, die koopt eigenlijk de wereld. (zie tabel: de internationale strategie van Bel-20 bedrijven)
De internationalisering stopt natuurlijk niet bij de Bel-20bedrijven. Voor heel wat beursgenoteerde bedrijven is de pols van de globale economie véél belangrijker geworden dan die van de Belgische economie. De aandelenmakelaar KBC Bolero onderzocht in een nieuwe studie specifiek het belang van de groeilanden (Brazilië, Rusland, China en India voorop) voor de winstcijfers van de beursgenoteerde bedrijven die hij opvolgt. De conclusie kàn niet verrassen: het wel en wee van de groeilanden wordt een steeds belangrijkere factor voor de winstevolutie van de onderzochte bedrijven. KBC Bolero maakte een rangschikking van de tien aandelen die hun lot al het innigst gekoppeld hebben aan de economische prestaties van de groeilanden. CMB, InBev, Bekaert, Sipef en het pas overgenomen Cumerio vormen de top 5 (zie kader: CMB meest gevoelig voor globale economie). Beleggen in deze bedrijven is dus een manier om te investeren in de groeimarkten. Het kan een alternatief zijn voor de aankoop van Chinese of Braziliaanse aandelen, omdat een directe investering in de groeilanden meestal nog gepaard gaat met hoge kosten, met een wisselrisico en met een “always the last to know”-probleem. “Duikt er slecht nieuws op over bijvoorbeeld een Chinees bedrijf, dan weet u dat ten vroegste de dag nadien. U bent dus de laatste in de rij om te verkopen,” zegt Koen De Leus van KBC Bolero.
Groeitijger in de winsttank
Bedrijven met een stevige poot in de groeilanden hebben een streepje voor op de bedrijven die het vooral moeten hebben van de minder snel groeiende thuismarkt. Want het manna van globalisering weet beleggers in positieve zin te verrassen. In het eerste kwartaal van dit jaar werd een winstgroei van 1,8 % in de VS en 3,3 % in Europa verwacht. Het werd respectievelijk 9,6 % en 14,9 %, en dat ondanks de zwakke conjunctuur in de VS. De verklaring voor de winstsprong? “De globalisering. Vorig jaar verdienden de grotere Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven de helft van hun omzet buiten de VS. Het belang van de globale economische groei is groter geworden dan de groei van de lokale economie,” zegt Koen De Leus. “Tussen de evolutie van winsten van de Europese bedrijven en de gang van zaken in de Europese economie is er nauwelijks nog een verband. Ruim 60 % van de Europese bedrijfswinsten danst al op het ritme van de globale economie, en dat aandeel stijgt nog.”
Dataleverancier JFC ging na in welke mate een groei van de wereldeconomie met 1 %-punt de winst van de Amerikaanse en Europese beursgenoteerde bedrijven opkrikt. Voor de Amerikaanse bedrijven stijgt de winst met 10 %-punt, voor de Europese met 15 %-punt. Het zijn dus vooral de Europese bedrijven die vandaag garen spinnen van de bloeiende wereldeconomie – en omgekeerd is voor hen de grootste winsttegenslag mogelijk als de wereldconjunctuur tegenzit.
Ook de sectorgevoeligheid is verschillend (zie grafiek). “Meest gevoelig zijn, niet verrassend, de oliebedrijven, de industriële en de cyclische sectoren. Zij profiteren het meest van een stevige wereldgroei en de oplevende vraag uit de groeilanden,” zegt Koen De Leus.
Zeilen met winstenwind in de rug
Belgische topbedrijven weten uit welke hoek de winstwind waait. Ze investeren daarom grote sommen buiten de vaak verzadigde en traag groeiende Belgische thuismarkt. Bedrijven die sneller dan gemiddeld willen groeien, moeten in de groeilanden aanwezig zijn. “Bedrijven hopen er bovendien niet alleen nieuwe en snelgroeiende markten aan te boren, ze kunnen er ook goedkope arbeid vinden om de productiekosten te drukken,” zegt Koen De Leus. Enkele voorbeelden. Bekaert spendeert meer dan de helft van het investeringsbudget in China, of ruim 100 miljoen euro per jaar. Fortis en Dexia kochten Turkse banken, terwijl KBC voort investeert in Centraal- en Oost Europa. Omega Pharma wil zijn belangrijkste merken op termijn op globale schaal slijten, en Solvay en UCB willen hun aanwezigheid in de groeilanden voort verstevigen. De investeringen van vandaag zijn de jobs van morgen, en de winsten van overmorgen.
De volledige studie van KBC Bolero vindt u op www.bolero.be
Daan Killemaes
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier