Vakantie nemen, meer dan ooit een kunst

Marc Buelens
Marc Buelens Professor-emeritus aan de Vlerick Business School.

Als u deze column leest, zit de vakantie er voor velen al weer eens op. Was het echt zo leuk als u het zich had voorgesteld? Vakantie nemen wordt hoe langer hoe meer een echte kunst. Want je moet schipperen tussen twee uitersten. Ofwel leg je het werksysteem volledig stil, ofwel blijf je werken tijdens je vakantie. Het werksysteem volledig stilleggen vereist draconische maatregelen. Je gsm moet uit. Of als je twee mobieltjes hebt (eentje van het werk en eentje persoonlijk), dan moet je dat werkmobieltje lekker in de schuif van je bureau laten liggen en dan moet je zo slim geweest zijn je privénummer echt privé te hebben gehouden. Je e-mail lezen is uiteraard volledig taboe. Maar je kunt toch je notebook niet gesloten laten? Want het is je beste vriend om leuke restaurantjes te vinden, de uitslagen van de Ronde op te snorren en uiteraard ook om te mailen met je vrienden en familie, waar ze zich ook bevinden. De verleiding is dan natuurlijk groot om even, heel even maar, te lonken naar je werkmail. Niet doen, als je toch een volledige scheiding wil.

De tweede mogelijkheid is ‘combineren’. Vanop het strand e-mailen, sms’en en dringende telefoontjes doen. Dat laatste is niet alleen storend voor de zonnekloppers, maar voor je het weet luistert de concurrent mee. Dat gedrag doet me denken aan de monnik die aan de overste vroeg of hij mocht roken bij het lezen van de Bijbel (dat heette ‘brevieren’ in mijn jeugd). Uiteraard mocht dat niet. Aan de nieuwe overste vroeg hij of hij mocht brevieren terwijl hij rookte. Dat viel in goede aarde. Vele managers stellen het tegenwoordig dus wat anders voor: het is leuk meegenomen dat ze wat kunnen relaxen aan de rand van het zwembad tijdens het werk…

Experts zijn terzake wel erg duidelijk. Scheid het werk en privé niet te sterk tijdens de werkperiodes. Vertel voldoende over (de emotionele kant van) je werk op het thuisfront. Als je thuis niets vertelt, als je een zogenaamde segmentator bent, dan vervreemd je in je relatie, dan krop je belangrijke emoties op en ontneem je je partner de mogelijkheid om je echt te helpen, niet bij de technische aspecten van je job, maar bij de emotionele.

Maar tijdens de vakantie, hou je best de zaken wél strikt gescheiden. Je vakantie is hét moment om de batterijen op te laden, te ontstressen, en ze zou minstens twee weken, liefst drie weken duren. Dat advies vind je zowat overal. De vraag is of daar enige evidentie voor is. In veel landen – en overigens ook onder de zelfstandigen – neemt bijna niemand twee weken vakantie. Er zijn bitter weinig bewijzen dat dit feit op zich de bevolking zwaar onder druk zet. Anderzijds is er heel veel stress in het onderwijs, en iedereen weet dat leerkrachten tot driemaal per jaar minstens twee weken zaligmakende vakantie hebben.

Er zijn wel studies die aantonen dat het weldoende effect van een vakantie (en dat is er ongetwijfeld) welgeteld drie dagen duurt, en bij sommige extreme gevallen verdwijnt de relaxte houding al de eerste dag op weg naar het werk. Of erger nog: de idee weer naar het werk te moeten is al voldoende om de positieve effecten weg te vegen.

Wat is er aan de hand? Het is niet alleen de 24 op 24 bereikbaarheid. Het is de verschuiving in onze managementsystemen van input naar output. Als je veertig uur werkt, netjes op tijd komt, niet te vroeg weggaat en goed geordend werkt, dan ben je goed bezig. Dat is management van input. Je bent competent en je doet je best. Dat is jaren de manier van werken geweest in managementland. Maar steeds meer wordt naar onze output gekeken. Halen we concrete resultaten? Met allerlei scorecards wordt gemeten of we wel voldoende presteren. Dat betekent dat elk uur dat we niet werken, we een schuldgevoel krijgen omdat we geen output leveren. Als je op input beoordeeld wordt, dan kan je je werk niet meenemen op vakantie. Als je op output wordt beoordeeld, ben je als kennisarbeider nooit klaar.

De middenklasse is bijzonder kwetsbaar. Is het u ook al opgevallen dat twee groepen mensen nooit alleen reizen, maar omringd zijn door allerlei familieleden, of zelfs ‘vrienden’? Dat zijn de minder begoeden, die door hun groepsverplaatsing ‘ economies of scale‘ realiseren en de all-inhotels plunderen. In die grote groep is er altijd wel iemand die de lokale taal wat spreekt, of het nodige lef heeft om te onderhandelen. Maar ook de hele rijken lijken vaak met een heel gevolg te reizen. Dat gevolg ziet er soms wel wat maffia-achtig uit, maar in ieder geval is er in die grote groepen meer sociale controle, minder kans op werken verwarren met vakantie. Het is dus vooral de middenklasse, waartoe de meeste managers behoren, die het meest kwetsbaar is. Laptop en pc behoren bij hen steeds meer tot de basisuitrusting om op reis te gaan. Stel je voor dat je in de jaren zestig je schrijfmachine, carbonpapier of stencilmachine meenam op reis… Maar, sorry, ik moet deze column heel abrupt afbreken, men roept mij aan het zwembad.

DE AUTEUR IS HOOFDDOCENT AAN DE UNIVERSITEIT GENT EN PARTNER VAN DE VLERICK LEUVEN GENT MANAGEMENT SCHOOL.

Marc Buelens

Stel je voor dat je in de jaren zestig je schrijfmachine, carbonpapier of stencilmachine

meenam op reis.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content