Uw bedrijfswagen: hoeveel betalen u en uw werkgever aan de fiscus?
De fiscale behandeling van bedrijfswagens is in januari 2005 nog maar eens gewijzigd: het ‘voordeel auto’ veranderde, er kwam een nieuwe CO2-taks en een arrest van het Europees Hof van Justitie wijzigde de BTW op het ‘voordeel auto’. Wat betekent dat concreet?
Trends berekende de nieuwe fiscale kostprijs van een bedrijfswagen voor de werkgever én voor de werknemer of bedrijfsleider.
1. Het belastbaar ‘voordeel auto’
Wie gratis of tegen verminderde prijs met een bedrijfswagen rijdt, wordt in principe privé belast op een voordeel auto. Dat geldt zowel voor werknemers als voor bedrijfsleiders van vennootschappen (zaakvoerders, bestuurders). Dat fiscale voordeel omvat zowel de privé-verplaatsingen als het woon-werkverkeer.
5000 of 7500 kilometer?
Het voordeel auto wordt sinds 1 januari 2004 berekend op basis van een forfait van 5000 of 7500 kilometer. Woont u als werknemer of bedrijfsleider op maximaal 25 kilometer van uw werk, dan wordt het voordeel berekend op 5000 kilometer. Woont u meer dan 25 kilometer van uw werk, dan wordt het voordeel berekend op 7500 kilometer. Wanneer u als bedrijfsleider geen woon-werkverkeer hebt (bijvoorbeeld omdat u woont in een huis dat deel uitmaakt van een gebouw waarin ook uw vennootschap actief is), wordt u toch belast op een minimum van 5000 kilometer per jaar. De forfaits kunnen niet verminderd worden indien u slechts een paar dagen per week van uw woonplaats naar uw vaste plaats van tewerkstelling rijdt. En wat als u slechts een gedeelte van het jaar de beschikking heeft over een bedrijfswagen? In dat geval mogen de forfaitaire kilometeraantallen pro rata temporis worden verminderd.
Hoe groot is het belastbare voordeel?
Om het uiteindelijke voordeel te kennen, moet u die 5000 of 7500 kilometer vermenigvuldigen met een coëfficiënt, die bepaald wordt door de fiscale pk van uw wagen. Voor die coëfficiënt verwijzen we naar tabel 1 (Auto: voordeel van alle aard). De cijfers gelden voor het inkomstenjaar 2005 (dat is aanslagjaar 2006). Samengevat: het voordeel auto is gelijk aan 5000 of 7500 kilometer x coëfficiënt fiscale pk.
Een voorbeeld
U woont 22 kilometer van uw werk en u rijdt met een auto met 11 fiscale pk. Uw belastbaar voordeel auto bedraagt 1637 euro per jaar, namelijk 5000 kilometer x 0,3274 euro per kilometer.
Eigen bijdrage?
Betaalt u zelf een vergoeding aan de vennootschap voor het privé-gebruik van de auto, dan mag deze vergoeding worden afgetrokken van het belastbare voordeel. Betaalt u op jaarbasis bijvoorbeeld 1200 euro voor het privé-gebruik, dan is het belastbare voordeel in ons voorbeeld nog 437 euro (1637û1200). Het voordeel auto zal worden aangestipt als een belastbare bezoldiging in hoofde van de werknemer of de bedrijfsleider.
2. De nieuwe CO2-taks
Het voordeel auto dat voortvloeit uit het privé-gebruik van een bedrijfswagen, is niet onderworpen aan de gewone sociale-zekerheidsbijdragen, maar wél aan een speciale solidariteitsbijdrage, die betaald wordt door de vennootschap. Vóór 1 januari 2005 bedroeg die solidariteitsbijdrage 33 % van het belastbare voordeel auto. Sinds 1 januari is de CO2-taks van toepassing. Die taks geldt echter niet voor bedrijfswagens van bedrijfsleiders. Ook voertuigen die uitsluitend voor beroepsdoeleinden worden gebruikt en die de werknemer niet mag gebruiken buiten de werkuren, zijn vrijgesteld van de CO2-taks. Voertuigen die ook voor het woon-werkverkeer worden gebruikt, vallen wel onder de nieuwe regeling. Zelfs indien de werknemer een bijdrage betaalt voor het gebruik van de wagen, moet de volledige CO2-taks worden betaald.
Hoe hoog is de CO2-taks?
De CO2-taks wordt forfaitair bepaald (ongeacht het aantal kilometers) en hangt af van de mate van CO2-uitstoot van het voertuig. De maandelijkse bijdrage, die niet minder mag zijn dan 20,83 euro, wordt als volgt berekend:
-voor benzinewagens: [(Y x 9 euro) û 768]: 12
-voor dieselvoertuigen: [(Y x 9 euro) û 600]: 12
-voor LPG-wagens: [(Y x 9 euro) û 990]: 12
In de formules is Y het CO2-uitstootgehalte van de wagen in gram per kilometer. De CO2-uitstoot staat op het gelijkvormigheidsattest van het voertuig. Het in de formule af te trekken bedrag is bij voertuigen op LPG hoger dan bij diesel- en benzinevoertuigen. Zo wil men rekening houden met het feit dat het uitstootgehalte dat op het gelijkvormigheidsattest staat, niet nagaat of er een LPG-installatie is.
Ook op de site http://www.environment.fgov.be, rubriek ‘rij zuinig’ en dan CO2-gids, vindt u het CO2-uitstootgehalte terug.
Als er geen gegevens over de CO2-uitstoot zijn, wordt het voertuig gelijkgesteld met een voertuig met een CO2-uitstoot van 182 gram/kilometer als het een benzinewagen is en 165 gram/kilometer als het een dieselwagen is.
Door de ombouw van een gewone personenwagen tot een lichte vrachtwagen ontsnapt men niet aan de bijdrage.
Een voorbeeld
U hebt als werknemer een Volvo S40, 2.0 D als bedrijfswagen. U kunt permanent over de wagen beschikken. De CO2-uitstoot bedraagt volgens het gelijkvormigheidsattest 148 gram/kilometer. De maandelijkse CO2-taks, te betalen door de vennootschap-werkgever:
[(148 x 9 EUR) û 600]: 12 = 61 euro of 732 euro per jaar.
3. BTW en het ‘voordeel auto’
Het belastbare voordeel auto wordt geacht inclusief BTW te zijn en die BTW moet betaald worden door de vennootschap die de bedrijfswagen ter beschikking stelt. Hoeveel BTW er precies moet worden betaald, hangt af van de mate waarin er al dan niet een vergoeding door de werknemer of bedrijfsleider wordt betaald voor het privé-gebruik van de bedrijfswagen.
U betaalt geen vergoeding voor de bedrijfswagen
Betaalt u geen vergoeding voor de bedrijfswagen, dan wordt u belast op een voordeel auto. De BTW komt overeen met 7,8766 % van dat voordeel en moet worden doorgestort door de vennootschap aan de fiscus.
Neem een bedrijfswagen met 11 fiscale pk en een woon-werkafstand van meer dan 25 kilometer. Het belastbare voordeel bedraagt 0,3274 euro x 7500 kilometer = 2455,5 euro per jaar. De BTW op dat voordeel bedraagt 193,40 euro (2455,5 euro x 7,8766 %). Dat bedrag moet de vennootschap doorstorten aan de fiscus.
U betaalt een vergoeding die het volledige voordeel dekt
Betaalt u wel een vergoeding aan de vennootschap die gelijk is aan het volledige bedrag van het voordeel auto, dan wordt u niet belast. In de betaalde vergoeding zit echter wel 21 % BTW die door de vennootschap moet worden doorgestort aan de fiscus. In ons voorbeeld van 2455,5 euro belastbaar voordeel, zit dus 426,16 euro BTW (2455,5 x 21/121).
U betaalt een vergoeding die kleiner is dan het voordeel
Betaalt u een vergoeding die kleiner is dan het belastbare voordeel, dan moet u de twee bovenstaande regelingen met elkaar combineren. Stel dat u per jaar een vergoeding betaalt van 1000 euro op een totaal belastbaar voordeel van 2455,5 euro. De te betalen BTW is dan enerzijds op de eigen vergoeding van 1000 euro gelijk aan 173,55 euro (1000 x 21/121). Op het overblijvende voordeel van 1455,5 euro bedraagt de BTW 114,64 euro (1455,5 x 7,8766 %). In totaal moet er dus 288,19 euro BTW worden doorgestort aan de fiscus.
4. Recent arrest van het Europees Hof van Justitie
Op 20 januari 2005 heeft het Europees Hof van Justitie een belangrijke uitspraak (Scandic-arrest) gedaan, waardoor er minder BTW moet worden betaald in de situatie waarin u als werknemer of bedrijfsleider een vergoeding betaalt die kleiner is dan het belastbare voordeel.
Het Scandic-arrest
Het Scandic-arrest kwam er na een vraag van een Zweedse hoteluitbater die aan zijn personeel maaltijden verstrekt in een speciaal daartoe ingerichte kantine. De werknemers betalen hiervoor een vergoeding die hoger is dan de kostprijs van de maaltijd, maar de hoteluitbater overweegt om maaltijden aan te bieden onder de kostprijs. Vraag is of de BTW mag aangerekend worden op de vergoeding die de werknemer daadwerkelijk betaalt voor de maaltijd, ook wanneer die vergoeding lager ligt dan de kostprijs van de maaltijd. De werknemer betaalt bijvoorbeeld 10 euro voor een maaltijd die 20 euro waard is. Is het dan voldoende dat er BTW wordt betaald op 10 euro? Het Europees Hof besliste in zijn arrest van 20 januari 2005 dat de BTW moet toegepast worden op de vergoeding die de werknemer betaalt, in ons voorbeeld dus op 10 euro.
Gevolgen voor de Belgische bedrijfswagens
Dit arrest is goed nieuws voor de BTW die wordt aangerekend op bedrijfswagens en die door de vennootschap moet worden doorgestort, althans voor zover de werknemer of de bedrijfsleider een vergoeding betaalt die kleiner is dan het belastbare voordeel in natura.
Als we even teruggrijpen naar ons voorbeeld van een belastbaar voordeel van 2455,5 euro en een vergoeding van 1000 euro betaald door de werknemer of bedrijfsleider, dan moet er alleen 21 % BTW op 1000 euro worden betaald of 173,55 euro (1000 x 21/121). Op het overblijvende voordeel van 1455,5 euro moet dus geen BTW worden betaald. De vennootschap bespaart 114,64 euro BTW (1455,5 EUR x 7,8766 %).
Concreet, wat te doen?
Vennootschappen die hun werknemers of bedrijfsleiders een deel van het belastbare voordeel auto laten terugbetalen, kunnen dit arrest onmiddellijk toepassen. Het Hof van Justitie heeft het arrest immers gebaseerd op een interpretatie van de zesde BTW-richtlijn. Omdat EU-richtlijnen onmiddellijk kunnen worden toegepast in het nationaal recht van de lidstaten, is dat ook het geval voor de arresten die deze richtlijnen interpreteren. In de toekomst zal er dus alleen BTW moeten worden betaald op een deel van het belastbare voordeel in natura, namelijk op de eigen bijdrage van de werknemer of de bedrijfsleider. Het is vereist (maar ook voldoende) dat de werknemer of de bedrijfsleider een geringe tegenprestatie (liefst meer dan de symbolische euro) betaalt voor het aan hen verstrekte voordeel.
En het verleden? Ook dan zit de vennootschap goed. Ze kan de te veel betaalde BTW terugvragen via haar BTW-aangifte (meer bepaald via het vak 62 van de Belgische BTW-aangifte), althans als de vordering tot teruggave niet verjaard is. Concreet betekent dit dat de vennootschap op zijn minst de BTW kan terugvragen die betaald werd in de periode 2002 tot vandaag.
Win-winsituatie
Het arrest opent perspectieven om een win-winsituatie te creëren in de gevallen waar de werknemer/bedrijfsleider op dit ogenblik nog het volledige bedrag van het belastbare voordeel terugbetaalt. Door dit systeem te vervangen door een gemengd systeem van bijdrage (waarbij de werknemer of bedrijfsleider een deel van het belastbare voordeel terugbetaalt), kan zowel de vennootschap/werkgever als de werknemer en/of bedrijfsleider een voordeel doen. De vennootschap/werkgever kan immers het bedrag van de bijdrage zo bepalen, dat zijn kosten van CO2-taks en BTW gecompenseerd worden en de werknemers/bedrijfsleiders toch hun voordeel doen.
Een voorbeeld
U heeft als werknemer of bedrijfsleider een bedrijfswagen van 11 fiscale pk. U woont meer dan 25 kilometer van uw werkplaats en de CO2-uitstoot bedraagt 148 gram/kilometer. Het belastbare voordeel bedraagt 7500 x 0,3274 = 2455,5 euro per jaar. De CO2-taks bedraagt 61 euro per maand of 732 euro per jaar.
Als u een vergoeding betaalt van 2455,5 euro (bedrag van het belastbare voordeel), dan is de verschuldigde BTW 426,16 euro (2455,5 x 21/121).
Door de jaarlijkse vergoeding te herleiden van 2455,5 tot 885,72 euro, krijgt u de ideale situatie waarbij de kosten van CO2-taks en BTW gelijk zijn aan nul. Dat zelf uitrekenen, is werk voor specialisten, maar uw sociaal secretariaat kan u daar zeker bij helpen. Let wel op: als de ideale situatie ertoe leidt dat de vennootschap/werkgever de te betalen vergoeding moet verhogen of zeker als de vennootschap er een moet invoeren, dan is dat als werknemer of bedrijfsleider nadelig ten opzichte van de huidige situatie.
johan steenackers
Het belastbare ‘voordeel auto’ wordt berekend in functie van de afstand woon-werkverkeer en van de fiscale pk van de wagen.
De CO2-taks geldt alleen voor bedrijfswagens van werknemers, niet voor die van bedrijfsleiders.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier