Uitzonderlijk vervoer
Contracten met onder meer Malta Freeport loodsen de Mol-groep binnen in de wereld van de containerbehandelaars in de haven. De West-Vlaamse groep, befaamd om zijn buitenmaatse voertuigen, boort er een nieuwe markt aan, nadat hij in uitzonderlijk wegtransport tot in China bekendheid heeft verworven. De familie Mol vormt nog steeds de lijm tussen de verschillende entiteiten van de groep.
Het futuristische vrachtvoertuig dat voor de deur geparkeerd staat bij Mol Cy in het West-Vlaamse Hooglede lijkt zo weggereden uit een Mad Max-film. Vrachtwagens met hoge wielen en beresterke motoren zijn het handelsmerk van de tien bedrijven in de groep, samen goed voor 534 werknemers, een geconsolideerde omzet van 1,843 miljoen frank. “We maken vrachtvoertuigen op maat van de klant,” verklaart woordvoerder Olivier Dujardin van de Mol-groep. “Bedrijven, overheden of militaire opdrachtgevers bestellen één voertuig met heel specifieke eisen. Onze afdeling onderzoek en ontwikkeling neemt de interne engineering voor haar rekening.” In het studie- en designbureau Mol Cy van de Mol-groep in Hooglede, de ontwerp- en verkoopafdeling van de bedrijvengroep, zijn veertien voltijdse ontwerpers aan de slag voor het tekenen van trekkers en aanhangwagens. Opmerkelijke voertuigen op het referentielijstje zijn de woestijnvoertuigen voor China en de anti-overvalwagens van de Belgische rijkswacht. Ze worden allemaal in België geproduceerd.
In de ateliers van productievestiging Truco Cy, sinds anderhalf jaar ook de holding die de andere bedrijfseenheden overkoepelt en meerderheidsparticipaties in de overige familiebedrijven heeft, loopt opvallend veel personeel rond. Dujardin: “We leveren mensenwerk. Onze geïndividualiseerde producten zijn vaak letterlijk unieke exemplaren.” De impact op het prijskaartje is enorm: aan het meest gespecialiseerde Mol-voertuig kan een factuur van 20 miljoen frank vasthangen. Daarom is de Mol-groep de Belgische markt al lang ontgroeid. Met zijn kernactiviteit – speciale voertuigen op maat van de klant – lonkt het bedrijf uitgebreid naar het Verre Oosten. Mol-voertuigen rijden er af en aan naar boorplatformen in volle woestijn.
China
Maar het Verre Oosten is een onvoorspelbare markt voor een gespecialiseerde producent als de Mol-groep. In het jaar van een grote bestelling uit China kan het aandeel in de omzet van de export buiten Europa zelfs tot 70% oplopen. “Maar omdat je enorm afhankelijk bent van een behoefte die je niet zelf kunt creëren, varieert dat aandeel enorm,” zegt voorzitter Martin Mol van de raad van bestuur van de bedrijvengroep. Een agressieve verkoopcampagne heeft in de sector geen enkele zin; het bedrijf moet wachten tot de vraag aanzwelt. Binnenkort dreigt er weer een buitenland-dip. De jongste maanden leverde Mol – jaaromzet in 1997: 866 miljoen frank – nog twee voertuigen in China en eerstdaags krijgt het opnieuw een delegatie op bezoek. Voorlopig is het Chinese orderboek leeg. Nochtans blijft China anno 1998 de grootste buitenlandse afzetmarkt, al krijgt het bedrijf ook orders binnen uit Algerije of Bangladesh.
Speciale standaard
Voor de Europese markt spitst Truco zich toe op semi-standaardproducten in groot formaat: diepladers, kippers, trekkers en MolRocs – afgeronde laadbakken voor bouwwerven, een licentieproduct van Mill Véhicules Industrielles. Met de gekochte business unitVDK Waste Systems mikt de groep-Mol op overheidscontracten voor vuilniswagens, zoutstrooiers en straatveegmachines. VDK levert vrijwel uitsluitend bij openbare besturen en was daar in 1997 goed voor een omzet van 250 miljoen frank.
Ook eigen productontwikkeling staat hoog op het verlanglijstje. Momenteel tekenen bijvoorbeeld twee ontwerpers voltijds aan multitrailertrekkers, die tot zeven aanhangwagens met 40-toncontainers in havenomgevingen of binnen bedrijven kunnen vervoeren. ECT heeft een dozijn dergelijke Mol-tractors in de haven van Rotterdam en twee in Le Havre rondrijden. Malta Freeport kocht er voor de zomer nog vijf aan voor de containerbehandeling in Malta, onderhandelingen met andere containerbehandelaars lopen. Zegt Martin Mol: “Als afzetmarkt voor onze krachtige voertuigen bieden de havens uitstekende perspectieven. We willen ons in de toekomst ook in die richting profileren.” Intussen is het activiteitenpalet nog uitgebreid. Zo sluit de groep ook onderaannemingscontracten af, goed voor één vijfde van de totale omzet. De in de jaren ’80 opgerichte dochter RMC, toeleverancier in verspaningsactiviteiten, en Brec werken voor Caterpillar, Ford New Holland of Volvo. Het bedrijf draaide in 1997 een eigen omzet van 276 miljoen frank. Extraction Desmet plaatste dit jaar bij Truco een order voor zes olie-extracters voor de Russische markt.
Na meer dan een halve eeuw blijft de familie Mol zorgen voor de samenhang tussen de verschillende entiteiten van de groep. Oprichter Gerard Mol, liet zich recentelijk opvolgen door zijn neef Martin Mol. Diens schoonbroers Guy Dujardin en Felix Vander Motte stapten in de raad van bestuur. Zij hebben meteen een herschikking van de bedrijfsactiviteiten ingeluid. Truco overkoepelt nu als moederholding de verschillende bedrijfseenheden – ABT, Brec, RMC, Mol Cy, Eagle Trucks, Molimpex en Incomol – waarin de moeder telkens een meerderheidsparticipatie aanhoudt. Twee andere groepsbedrijven moeten nog in de holding worden geïntegreerd: tankopbouwer Atcomex van Wevelgem, carrosseriehersteller en cabinebouwer Ypcar. Voorlopig zijn die bedrijven alleen door de familiebanden aan de Mol-groep gelinkt. Gerard Mol is er telkens voorzitter van de raad van bestuur, Guy Dujardin is algemeen directeur van Atcomex. Het bedrijf haalde in 1996 een omzet van 337 miljoen frank en een nettowinst van 5,8 miljoen. Ypcar draaide een omzet van 32,5 miljoen frank.
Herschikking
Nochtans groeiden ook die bedrijven in het kielzog van de kernactiviteiten van de eenmanszaak, die 55 jaar geleden door Gerard Mol, de oom van de huidige voorzitter van de raad van bestuur, uit de grond werd gestampt. Het bedrijf was toen gespecialiseerd in de productie van landbouwkarren. Nadat zijn broer Remi Mol in 1946 in het bedrijf stapte, breidde het zijn activiteiten uit. In de jaren ’50 bouwde Mol legervoertuigen om tot vrachtwagens voor civiel transport. Vanaf 1962 produceerde het zijn eigen vrachtwagens. “Geen gewone vrachtwagens,” benadrukt Martin Mol, “maar altijd speciale toepassingen, gemaakt op bestelling. Aan serieproductie hebben we ons nooit gewaagd.” Toch draait de productie van vrachtwagens anno 1998 op een laag pitje door de sterke concurrentie. “Tegen kapitaalkrachtige vrachtwagenproducenten is het moeilijk op te bieden,” zegt Olivier Dujardin. Toen Mol in de jaren ’80 tot een nv werd omgevormd, had het bedrijf al RMC opgericht. In de jaren ’80 en ’90 volgden ook acquisities. Iveco-concessie Eagle Trucks in Moorslede – goed voor 158 miljoen frank omzet in 1997 – bouwde de klantendienst uit. De jaren ’90 leidden ook de diversificatie en de internationalisering in: Molimpex in Frankrijk en IncoMol in Groot-Brittannië – respectievelijk goed voor 43 en 30 miljoen frank omzet in 1997 – zetten de deur naar het buitenland op een kier; de acquisities van Brec in Beersel – omzet voor 1997: 234 miljoen frank – en ABT in ‘s Gravenbrakel – 99 miljoen – stuwden de Mol-groep binnen op de markt van het spoorwegmaterieel. Brec bouwt treinwagons en levert in 70 landen. Al lijkt die activiteit aan het tanen. Martin Mol: “De twee bedrijven produceerden voor de sector van het goederentransport. De uitvoer naar Afrika, hun belangrijkste markt, is wegens de moeizame financiering grotendeels opgedroogd. De Nationale Maatschappij voor Belgische Spoorwegen (NMBS), een andere belangrijke klant, legt het accent op personenvervoer en trekt met zijn geringe investeringen in goederentransport naar het voormalige Oostblok.” Dus hebben ABT en Brec zich in de moeilijke jaren omgevormd tot toeleverancier binnen de spoorwegindustrie. De NMBS, De Lijn en Bombardier zijn belangrijke klanten, maar het omzetvolume is wel gekrompen. “We hebben eerder een toekomst als toeleverancier,” denkt Martin Mol. “Ik geloof niet dat we nog veel goederenwagons zullen verkopen.”
FRANK DEMETS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier