Een Uberchauffeur moet worden beschouwd als werknemer. Dat heeft het Brusselse arbeidshof vorige week beslist in een procedure die al vijf jaar aansleept, meldt vakbond ACV United Freelancers woensdag.
De zaak gaat terug tot 2020. Een chauffeur voor taxiapp Uber stapte toen naar de Administratieve Commissie ter regeling van de Arbeidsrelatie (CAR) van de FOD Sociale Zekerheid en voerde aan dat hij eigenlijk geen zelfstandige was, maar wel een werknemer omdat Uber zijn arbeidsvoorwaarden bepaalt. De CAR oordeelde dat er een duidelijke relatie van ondergeschiktheid was tussen de chauffeur en Uber en dat de man dus een werknemer was. Uber ging echter in beroep bij de arbeidsrechtbank in Brussel, die de beslissing van de CAR in 2022 ongedaan maakte en oordeelde dat de chauffeur wel degelijk een zelfstandigenstatuut heeft.
Tegen dat vonnis tekende de chauffeur dan weer verzet aan bij het arbeidshof, dat de man nu alsnog gelijk geeft. “De arbeidsrelatie moet beschouwd worden als die van een arbeidsrelatie in loondienst”, luidt de conclusie in een arrest van 13 juni. “De beslissing van de CAR wordt bijgevolg bevestigd.” De Uberchauffeur moet dus ook onderworpen worden aan het socialezekerheidsstelstel voor werknemers.
Het valt nog af te wachten wat de concrete gevolgen van het arrest zullen zijn. Het gaat om de eerste procedure over het arbeidsstatuut van een Uberchauffeur. Eind 2023 was er wel al een gelijkaardig arrest over maaltijdkoeriers van Deliveroo. Volgens Martin Willems van ACV United Freelancers zou de betrokken chauffeur alvast sinds vrijdag niet langer toegang hebben tot de Uberapplicatie. “Hij kan dus niet meer werken.”