TURBULENTIE IN TELECOM
Carlos Slim kan de eerste niet-Europeaan zijn die een historische operator koopt in West-Europa. Europees commissaris Neelie Kroes effent de weg voor nog meer overnames.
Terwijl Carlos Slim zijn bod op KPN uitbracht, adverteerde de Nederlandse operator op zijn website met een koppel aan een parachute. Het was een reclame voor de nieuwe 4G-dienst van KPN. De man aan de parachute had evengoed topman Eelco Blok kunnen zijn. América Móvil, de Mexicaanse operator in handen van Carlos Slim, heeft 2,4 euro per aandeel geboden op de 71 percent van KPN die het nog niet bezit. Als het bod lukt, zijn de dagen van Eelco Blok als CEO van KPN geteld.
Het bod op KPN is er maar een uit een hele reeks in de telecom. In juni rondde Liberty Global de overname van het Britse Virgin Media af. Hutchison kocht O2 Ireland van Telefónica. Vodafone bood 7,7 miljard euro voor Kabel Deutschland. In juli sloot Telefónica Deutschland een deal van 8,1 miljard euro voor de overname van zijn concurrent E-Plus, eigendom van KPN. De Europese concurrentie-autoriteiten hebben de handen vol.
Achter het darwinisme van ‘jagers’ en ‘prooien’, en ‘sterke’ en ‘zwakke’ bedrijven, zitten een paar trends die de kooplust verklaren.
1. Dalende rentabiliteit
De rentabiliteit in de sector daalt bijna overal (zie grafiek Rentabiliteit over activa). De telecombranche profiteerde in het verleden van bovengemiddelde marges door feitelijke kartelvorming. De Europese Commissie heeft die excessen aangepakt met verplichte tariefverlagingen in roaming en mobiele interconnectie. De contractvoorwaarden voor particuliere klanten zijn fel verbeterd. Er is ook de economische crisis, die in de omzet bijt van de conjunctuurgevoelige telecombedrijven. Tegen die achtergrond zijn operatoren op zoek naar groei. Overnames zijn een verleidelijke optie, vooral als het doelwit goedkoop oogt.
2. Bundels verkopen beter
Met de fenomenale winsten in mobiel leek het alsof pure gsm-operatoren als Vodafone gisse jongens waren. Dat blijkt nu toch niet zo te zijn. Hun positie is minder stevig dan spelers op de vaste lijn. In elk land zijn er wel drie of vier mobiele operatoren. Regulering en onderlinge concurrentie dwingen hen hun netwerkcapaciteit ook aan anderen te verkopen. Uitbaters van vaste netwerken als Telenet kunnen voordelig mobiele operatoren worden.
Het omgekeerde is lastiger. Mobiele operatoren die ook vastelijndiensten willen verkopen, kunnen gewoonlijk maar bij een of twee infrastructuurleveranciers terecht. Ze stappen in een markt waar de lakens al zijn uitgedeeld. Mobistar heeft daar voorlopig de handdoek in de ring gegooid. KPN-filiaal Base probeert met zijn recente SNOW-bundel tegen de stroom op te roeien.
De overname van Kabel Deutschland door Vodafone is een van de drijvers achter de geplande verkoop van de mobiele operator E-Plus door KPN aan Telefónica Deutschland. Het samengaan van de nummers drie en vier in de Duitse mobilofonie schept een nieuwe nummer één, vóór T-Mobile en Vodafone. Dat helpt KPN van een risico af, voor de concurrentie van Vodafone nog erger wordt.
3. Geld zat
Er is goedkoop geld in overvloed. Terwijl de doorsnee kmo zijn ziel in pand moet geven voor een lening, schuiven de financiers in rijen aan om Liberty Global en consorten enorme kredieten te verlenen, ondanks hun hoge schuldgraad. De banken zijn er gerust op dat vooral kabeldistributeurs ook in de toekomst enorme hoeveelheden vrije cash blijven genereren, waarmee ze intresten kunnen betalen.
Dat de kabelaars op papier weinig winst maken en weinig belastingen betalen, is voor hen meegenomen. De waarde blijft in het bedrijf, voor zover de acquisities niet te duur worden betaald. Liberty Global verhoogde met overnames als Virgin Media zijn schuld met 55 procent tot 32,2 miljard euro in zes maanden. De investeringsbanken wrijven zich in de handen.
In de eerste zes maanden van 2013 waren al meer dan 44,5 miljard euro aan deals aangekondigd in de Europese telecom, bijna het dubbele van een jaar geleden.
4. Neelie gaat Amerikaans
Het lijkt een paradox, maar de Europese Commissie bevordert de overnamegolf op twee bijna diametraal tegenovergestelde manieren. Enerzijds zijn er de verplichte tariefverlagingen. Anderzijds staat eurocommissaris voor de Digitale Agenda, Neelie Kroes — die in de jaren tachtig de Nederlandse PTT verzelfstandigde — onder zware druk om de rentabiliteit van de grote operatoren te verbeteren. Officieel moet dat investeringen in de netwerken van de toekomst mogelijk maken.
“Operatoren botsen bij elke straathoek op barrières. Ze kunnen niet Europees denken en wereldwijd concurreren. Ze kunnen niet investeren in de snelle internetverbindingen die wij nodig hebben”, legde Kroes haar standpunt uit op een hoorzitting in juni. Ze vergat even dat het Spaanse Telefónica volgens Bloomberg 51 procent van zijn omzet buiten Europa haalt, het Noorse Telenor 47 procent, het Britse Vodafone 31 procent en Deutsche Telekom 25 procent.
Kroes verwijst naar de VS, waar ze met haar kleindochter skypet. De mobiele operatoren zijn er twee jaar vroeger dan Europa met LTE 4G-netwerken gestart. “De omzet per abonnement is er bijna het dubbele van de EU, ook al kost een minuut bellen er drie keer minder. Wij moeten niet over kruimels vechten, het gaat erom de taart groter te maken”, zei Kroes.
De speculatie wordt opgedreven door het vooruitzicht dat Kroes komaf maakt met het stelsel van 28 nationale regulatoren die elk op hun manier de concurrentie op hun markt organiseren. Schaf dat ‘micromanagement’ af, is haar punt. Grootschalige dienstverleners kunnen uniforme producten over heel Europa uitrollen en veel efficiënter werken.
Zo’n revolutie verontrust de kleine operatoren, die verenigd zijn in de European Competitive Telecommunication Association (ECTA). “De prioriteit is niet de bevordering van investeringen, maar het gebrek aan concurrentie op de infrastructuren van de toekomst”, zei haar directeur Erzsébet Fitori. Zij volgt Kroes wel dat Europese telecommanagers van multinationale ondernemingen met reële hindernissen kampen. Volgens ECTA kunnen die in het regelgevende kader worden weggewerkt.
Operatoren als Orange, Vodafone of Telefónica zijn voorstander van een eengemaakte markt. Zij staan klaar om kleinere spelers op te slokken. Maar een partij als Belgacom is argwanend. “Als een operator uit Roemenië overal in Europa tarieven kan aanbieden op basis van zijn Roemeense kostenstructuur, zonder dat hij zelf investeert in een netwerk, dan maak je de hele Europese telecomindustrie kapot”, zegt Dominique Leroy van Belgacom.
De buit is nog niet binnen
De onzekerheid destabiliseert de sector. América Móvil van Carlos Slim anticipeerde door in juni 2012 tegen een kleine 8 euro per aandeel een belang van 28 procent op te bouwen in KPN. Sindsdien bleef de situatie van de Nederlands-Belgisch-Duitse groep verslechteren (zie grafiek Dalende trends). KPN schrapte eerder dit jaar het dividend en gaf zichzelf ademruimte door een twee-voor-een-aandelenuitgifte aan 1,06 euro, 2,5 keer beneden de gemiddelde koers van april. Na de mislukte verkoop van Base vorig jaar is het de vraag of Eelco Blok mag verkopen. Slim kan de deal, die KPN onder meer 5 miljard euro cash opbrengt, blokkeren als hij daarvoor een meerderheid haalt in de algemene vergadering.
Een stichting preferente aandelen B KPN die ‘de belangen van KPN’ moet vrijwaren, kreeg in 1994 het recht om bij een overnamebod evenveel aandelen uit te geven als er uitstaan (min 1). Afwachten of de vijf bestuursleden van de stichting een overname door Slim “in het belang van KPN” achten en daarmee toelaten dat een niet-Europees telecombedrijf een historische nationale operator koopt in West-Europa. De belegger wil het eerst zien gebeuren. Vorige week bleef het aandeel KPN bij relatief bescheiden volumes een eind onder de biedkoers steken.
BRUNO LEIJNSE
Als Neelie Kroes komaf maakt met de 28 nationale regulatoren ligt de markt open voor de grote jongens.
Amerikaanse telecombedrijven drijven hun prijzen op, niet noodzakelijk hun efficiëntie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier