De treinen hebben ook in maart stipter gereden dan in dezelfde maand vorig jaar. De betere stiptheid is onder meer het gevolg van de spoorstakingen, waardoor er minder treinen rijden en het risico op (gevolg)vertragingen kleiner is. Tijdens de eerste drie maanden van het jaar reden er zo 33.000 treinen minder dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt maandag uit cijfers van spoorwegmaatschappij NMBS en spoornetbeheerder Infrabel.
De stiptheid van de binnenlandse treinen bedroeg 91,9 procent in maart, tegen 90,2 procent een jaar eerder. “Maar door de stakingsacties tegen de maatregelen van de regering reden er in maart 2025 ook minder treinen”, stelt NMBS in een persbericht. Van januari tot en met maart bedroeg de stiptheid 91 procent, tegen 88,9 procent in de eerste drie maanden van 2024.
Ook vorig jaar, voor de stakingen, zat de stiptheid al in stijgende lijn, nadat zij in 2023 was teruggevallen naar het laagste peil in vijf jaar. Een trein wordt als stipt beschouwd wanneer hij op tijd of met minder dan zes minuten vertraging aankomt op zijn eindbestemming of in Brussel.
NMBS geeft geen exacte cijfers van hoeveel treinen er uit de dienstregeling werden gehaald door de stakingen. Een vergelijking met het aantal treinen vorig jaar geeft wel een indicatie, ook al zijn die aantallen niet jaar na jaar identiek. In januari, met één stakindsdag, reden er bijvoorbeeld nog 7.000 treinen meer dan in januari 2024. Maar in februari en maart reden er respectievelijk 22.000 en 18.000 treinen minder dan in dezelfde maand vorig jaar.
Maandagavond start een nieuwe 24 urenstaking bij het spoor. Dat wordt de twintigste stakingsdag dit jaar. De vakbonden protesteren tegen maatregelen die de federale regering plant, zoals een verhoging van de pensioenleeftijd, meer flexibiliteit voor de spoorwerknemers, besparingen bij het spoor en een hervorming van HR Rail, de juridische werkgever van het spoorpersoneel.
