Daan Killemaes
Transfers staan toekomstgericht federaal en Waals beleid in de weg
Zo motiverend voorwaardelijk de solidariteit in Europa is, zo verdovend vanzelfsprekend is ze in België.
De beste levensverzekering voor de Waalse, de Brusselse en de Vlaamse economie is een gezond sociaaleconomisch beleid. Voor de PS echter bestaat de beste levensverzekering uit conservatisme en cliëntelisme, betaald door een derde betaler, in casu de federale kas, of – nog beter gezegd – Vlaanderen. Dat de PS dankzij haar vetorecht in de Belgische politieke structuur al jaren het eigenbelang boven het algemeen belang kan plaatsen, blokkeert al even lang een goed federaal beleid. Maar dat stuit op almaar meer ongenoegen, onbegrip en ongeduld in Vlaanderen én in Wallonië. Want ook ten zuiden van de taalgrens groeit het besef dat zo niet verder kan.
Wat critici ook mogen beweren, de berekeningen van de geldstromen van noord naar zuid zijn relevant omdat ze slecht beleid financieren en goed beleid in de weg staan. De doorsnee-Vlaming zou er weinig problemen mee hebben jaarlijks ongeveer een maandloon af te dragen – want om dergelijke bedragen gaat het – aan de Waalse landgenoten, als tegenover die solidariteit de nodige verantwoordelijkheid zou staan en als Vlaanderen dus uitzicht zou hebben op afbouw van die geldstromen. Maar die verantwoordelijkheid is er niet. Integendeel, de geldstromen financieren de inertie op zowel Waals als federaal niveau. En dat gaat ook ten koste van de groeikracht en de financiële gezondheid van de Vlaamse economie. Gegeven de aanstormende vergrijzing kan Vlaanderen zich de stilstand en de transfers steeds moeilijker veroorloven.
De slagzin van de Letse president Valdis Dombrovskis, “Hervormingen beginnen waar de geldstromen eindigen”, wordt nergens duidelijker geïllustreerd dan op het Belgische werkloosheidskaartje op bladzijde 17. Het is hallucinant hoe de taalgrens België ook sociaaleconomisch doormidden klieft, en even aberrant is het hoe de oude steenkool-en staalbekkens nog altijd uitblinken in verval.
Wallonië heeft specifieke economische klappen gekregen, maar de broodnodige solidariteit is in de loop der jaren vergeeld tot een verlammende injectie. Het contrast met de Europese realiteit is groot. Daar moeten de zuiderse landen zwaar hervormen om financiële steun te krijgen. De overgangsperiode is hard, maar deze landen bijten door de zure appel heen en doen ten opzichte van ons grote stappen voorwaarts. Maar zo motiverend voorwaardelijk als de solidariteit in Europa is, zo verdovend vanzelfsprekend is ze in België.
De verlammende Belgische spreidstand komt nergens meer aan de oppervlakte dan in het federale begrotingsbeleid. Vlaanderen heeft er alle belang bij dat de federale begroting overschotten opbouwt, desnoods zelfs met een belastingverhoging. Want hoe kleiner de tekorten, hoe lager de schuldgraad en hoe minder federale intrestlasten Vlaanderen moet financieren. Uiteraard is het nog beter de tekorten weg te werken via besparingen, die minder pijn zullen doen in Vlaanderen.
Wallonië, of beter gezegd de PS, daarentegen heeft er belang bij de belastingen en de uitgaven op te voeren en geen haast te maken met de sanering, want Vlaanderen betaalt toch. Dat de overheidsuitgaven de voorbije tien jaar sneller zijn gestegen dan het Belgische bbp, maakt duidelijk dat in het federale België de PS de broek draagt.
Je kan het de PS van Elio Di Rupo ergens niet eens verwijten dat de partij maximaal politiek voordeel uit de bestaande structuren wil halen. Intelligente mensen in dezelfde situatie zouden hetzelfde strategische gedrag vertonen. Het probleem is niet Di Rupo, maar de structuren waarin de premier mag opereren. België heeft dringend nood aan een structuurverandering die een beter beleid mogelijk maakt. Als dat niet meer kan, dan staat de Belgische structuur de toekomst in de weg. Een splitsing van de staatsschuld zal dan de laatste grote Vlaams-Waalse transfer zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier