Toeristisch krachtwerk
Al sinds de Romeinse tijd is Zwitserland een transitland. Waar vrachtverkeer over bergpassen dendert, trokken al eeuwen geleden handelaars met beladen muildieren voorbij. Hun smalle wegen zijn nu prachtige wandel- en fietspaden.
106 procent. Dat is het adembenemende stijgingspercentage van de Gelmerbahn tussen Handeck op 1310 meter hoogte en het Gelmermeer op 1860 meter. “Het is de steilste kabeltrein van Europa”, zegt ranger Thomas Herren. De natuuropzichter met filmsterallure — lederen hoed en wandelstok incluis — werkt voor Grimselwelt, het toeristische dochterbedrijf van Kraftwerke Oberhasli (KWO). Je bereikt het station via een hangbrug die 70 meter boven het nauwe dal hangt.
“KWO produceert al stroom sinds 1925. Het baat negen krachtwerken uit aan acht stuwmeren, goed voor 2350 gigawattuur per jaar. We proberen de menselijke ingrepen in het landschap te beperken en die zo veel mogelijk in de natuur te integreren. De treinen om de stroomcentrales aan te leggen en te onderhouden, vervoeren sinds enkele jaren ook toeristen”, vertelt Herren aan het stuwmeer. Enkele tientallen meter lager rennen twee opgeschrikte gemzen weg. “Ze komen aan het beton likken, omdat het zout afgeeft.”
Ezels en wielrenners
De stuwmeren en de krachtwerken zijn via een ondergronds netwerk van tunnels en kabelbanen met elkaar verbonden. “Je kunt ze bezoeken en alpinisten komen er zelfs klimmen. Je vindt er ook kristalgrotten”, legt Herren uit. “Een bijzondere verbinding is er met het Grimsel Hospiz bij de gelijknamige bergpas op 2165 meter. De eerste schriftelijke bron over die afspanning dateert van 1142. Ze ligt op een van de hoogste punten van een eeuwenoude handelsweg. De Spittler moest het steile bergpad onderhouden, de reizigers herbergen en hun lastdieren omwisselen.”
“Het huidige hotel is een replica uit 1932, omdat het oorspronkelijke gebouw werd overspoeld door het stuwmeer. KWO is verplicht de Hospiz uit te baten zolang het stroom produceert. Het hotel is helemaal gerenoveerd en ook in de winter open. Je kunt het dan alleen bereiken via tunnels en kabeltreinen. Ter plekke kun je dan omzeggens niks doen, want het gebied is beschermd om het fragiele ecosysteem in de winter niet te verstoren. Gelukkig is er voorzien in wellness en in een goede wijnkelder. Voor zo’n oase van rust moet je wel flink betalen.”
De begankenis op de Grimselpas is niet nieuw. De Romeinen en de Kelten trokken er al over. “Rivieren waren tot voor de industrialisering de belangrijkste handelswegen, maar per schip raak je de Alpen niet over. We bevinden ons hier op de waterscheiding tussen de Middellandse Zee via de Rhône en de Noordzee via de Aare en de Rijn. Uit het noorden werden vee, kaas en zout aangevoerd en die werden geruild voor wijn, rijst, leder, mais, kruiden en linnen uit het zuiden. De handel was een belangrijke bron van inkomsten voor de arme bewoners uit de bergdalen. In de bloeiperiode staken tot 200 lastdieren per week de Grimselpas over.”
Toen de Gotthardtunnel in de jaren 1880 openging, was het definitief gedaan met de handelsroute. In de plaats ontwikkelde zich een veel lucratievere business: het toerisme. Met name de Engelsen stroomden vanaf het einde van de achttiende eeuw toe. Ze kwamen genieten van de kristalheldere meren en de zuivere lucht. De Grimselpas is tegenwoordig vooral populair bij wielerliefhebbers.
Detectives en meringues
Meiringen is het belangrijkste dorp van het Haslital, 30 kilometer noordelijker en 1500 meter lager. Onderweg passeer je de Aareschlucht, een indrukwekkende kloof van 1,4 kilometer lang. Op het smalste punt is ze slechts een meter breed, de hoogste rotswand priemt 180 meter boven je uit. Sinds de aanleg van een hangpad boven de Aare is het een toeristische trekpleister. In twee spelonken bevindt zich een ingenieus militair kwartier uit 1940.
Meiringen ligt liefelijk in het dal. Het ademt nog altijd de sfeer van het negentiende-eeuwse toerisme, omdat de meeste gebouwen in belle-epoquestijl zijn opgetrokken. Het dorp gaf zijn naam ook aan de meringue. Die zoetigheid op basis van eiwit zou zijn uitgevonden door de naar Zwitserland geëmigreerde Italiaanse confiseur Casparini.
Nog beroemder is Sherlock Holmes. De Engelse detective raakte op 4 mei 1891 bij de Reichenbachwatervallen in een hevig gevecht verwikkeld met zijn aartsvijand professor Moriarty. Dat betekende de dood van sir Arthur Conan Doyles populaire personage. De lezers van het krantenfeuilleton waren daar zo verbolgen over dat de schrijver de superspeurneus enkele jaren later weer tot leven bracht. Veel fans komen in de anglicaanse kapel van Meiringen op bedevaart en bezoeken het Sherlock Holmes Museum. Je kunt er onder meer een perfecte replica van zijn Londense woonkamer zien.
Van Meiringen tot de spectaculaire watervallen loopt een nostalgisch kabeltreintje. Het werd in 1899 aangelegd, ook om een krachtwerkcentrale te bouwen. Sportievelingen passeren er als ze met de fiets of de e-bike naar het Lütschental rijden. De weg tussen Meiringen en Grindelwald is afgesloten voor gemotoriseerd verkeer, op lijnbussen en bewoners na. Je moet wel over de Grosse Scheidegg, op net geen 2000 meter.
Koeien en zagen
Als je door het prachtige Rosenlaui rijdt, een schilderachtig dal in de bedding van een oude gletsjer, krijg je spontaan een Milka-gevoel. Tussen frisse alpenweiden vol kleurige veldbloemen, koeien met bellen, kuddes geiten, houten chalets en een romantisch hotel glijdt de stress van opdringerige gsm’s, volle mailboxen en fileleed zo van je af.
In de Alte Säge Schwarzwaldalp vind je geen paarse koeien, maar oude zagen. “Deze gerestaureerde schrijnwerkerij uit 1896 draait nog net als vroeger. Het is een pareltje van pre-industrieel kunnen. Een waterrad van 3,4 meter doorsnede drijft de zagen en de schaven aan”, vertelt de gepensioneerde timmerman Paul Eggenschwiler. Onder een gezellig ouderwetse cadans maakt hij ontbijtplankjes van stevige boomstammen.
In het Lütschental ligt het gletsjerdorp Grindelwald. Hansueli Seiler begeleidt er de Eiger Climate Excursion. “In de Alpen zijn de gevolgen van de opwarming van de aarde erg zichtbaar. De Neder- en Overgrindelwaldgletsjer kwamen vroeger tot in het dorp, maar sinds de jaren negentig trekt hij razendsnel terug. Toch is dat niet nieuw. Ook in de negentiende eeuw was de gletsjer zo kort als nu. Toen werden stukken ijs uit de gletsjer gehakt en per trein in kisten met zagemeel tot in Parijs gevoerd. De ijsblokken dienden als koelkasten avant la lettre voor de horeca en brouwerijen.”
FREDERIC EELBODE IN BERNER OBERLAND
“We proberen de menselijke ingrepen in het landschap te beperken en die zo veel mogelijk in de natuur te integreren” Thomas Herren, KWO
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier