TIJD OM DE BORST NAT TE MAKEN
Het Europese industriebeleid is in hetzelfde bedje ziek als de euro. Te veel nationale politiek, te weinig strategische actie.
Een werkgroep van de Europese commissarissen voor Industrie, Onderzoek en de Digitale Agenda pleit binnenkort in haar eindrapport over zes sleutelsectoren voor een ander beleid dan de subsidiëring van precompetitief onderzoek. In nanotechnologie, halfgeleiders, fotonica, industriële biotechnologie, materialen en fabricagetechnieken moet Europa volgens hen een voldragen kind op de wereld zetten, en niet enkel een embryo. Van toepassingsgericht onderzoek over demonstrators en prototypes naar testfabrieken en massaproductie. Ondertussen moet de overheid ook de markt voor innovatieve producten aanzwengelen, bijvoorbeeld als aankoper, zoals de VS doen. Dat moet knowhow en jobs in Europa houden.
Tot nu toe werkt die aanpak nauwelijks. 80 procent van de zonnecellen in de wereld is in Europa geïnstalleerd, maar ze komen wel voor 80 procent uit China. Van 2010 tot 2012 openen in Europa twee nieuwe fabrieken voor leds; China opent er in die periode 43. In halfgeleiders zitten de investeringen in Europa op een absoluut dieptepunt, vergeleken met Azië en de VS. In elk van die domeinen zijn loonkosten nochtans niet doorslaggevend. Wel de investeringsvoorwaarden, de beschikbaarheid van personeel en de veelbelovende nabije markt.
Ondertussen vangen de Europese lidstaten elkaar vliegen af en verhinderen ze de schaalvoordelen van een echt Europese aanpak.
Een voorbeeld zijn de Joint Technology Initiatives Eniac en Artemis in halfgeleiders en geïntegreerde systemen. Die JTI’s wilden de Europese onderzoeksinspanningen bundelen in een privaat-publieke partnership van lidstaten en industrie, opgetopt met Europees geld. Bij de eerste evaluatie vorig jaar bleek dat de nationale overheden liefst 36 procent minder geld inbrachten dan was gepland, onder meer omdat ze in de parallelle Eureka-programma’s hun nationale kampioenen meer konden bevoordelen.
Om kans te hebben tegen de doelgerichte aanpak van de VS, China, Taiwan, Korea en Japan (de lijst wordt nog langer) is nochtans schaalgrootte, langetermijnplanning en vasthoudendheid nodig. Er moeten afspraken komen, op basis van uitmuntendheid, over welke centra bepaalde specialiteiten gaan aanpakken. In de sleutelsectoren, zoals halfgeleiders of leds, moet de EU competitieve voordelen bieden aan investeerders. Vrijemarktvoorstanders huiveren hiervoor. De geest van Europese fiasco’s waart nog rond.
Uiteraard moeten er voorwaarden zijn. Het moet om investeringen gaan die ook andere industrieën ten goede komen (zullen we die systeemindustrieën noemen, naar analogie van systeembanken?), er moet voldoende bloed inzitten van de industriële investeerders zelf en er hoort een timing voor de exit van de overheid bij. Maar zoals het motto van Bill Gates in de vroege jaren van Microsoft: get the business.
Dat is niet risicovrij. Er zullen periodes zijn van forse verliezen. Concerns zoals Philips zullen hun verantwoordelijkheid moeten opnemen.
Vandaag is er een mismatch tussen de risicoloze optie voor de industrieel – goedkoop inkopen in China – en de langetermijngevolgen voor de samenleving – verlies van knowhow en banen. Dat is niet alleen een zaak voor boekhouders. Korea is maar marktleider geworden in geheugenchips doordat het zijn verliezen slikte en bleef investeren (en doordat de VS de Japanners quota oplegden). Taiwan, met maar twee keer zoveel inwoners als België, is vandaag de chipbakker van de wereld omdat het vasthield aan zijn concept van zuivere halfgeleiderfabriek, ook toen dat jarenlang niet aansloeg.
redacteur Trends
visie: Lees Led komt op in het Oosten, blz. 42
BRUNO LEIJNSE
Vandaag is er een mismatch tussen de risicoloze optie voor de industrieel en de langetermijngevolgen voor de samenleving.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier