TIEN VOOR FIENTJE, NUL VOOR BEDRIJVEN
Alles wat boven het maaiveld uitsteekt naar beneden halen, daar zijn Vlamingen sterk in. Toponderzoekster Catherine Verfaillie kwam onder vuur te liggen omdat resultaten van haar innoverend stamcelonderzoek gemanipuleerd zouden zijn. Verfaillie is het paradepaardje van het Odysseusprogramma waarmee minister van Wetenschapsbeleid, Fientje Moerman (Open Vld) topwetenschappers uit buitenlandse onderzoekscentra terug wil halen om hier clusters van kennis met innoverende economische activiteiten te ontwikkelen. Stamcelonderzoek is er zo één, waarop zich een gediversifieerde waaier van spitstechnologische industriële processen en diensten kan enten. Bedoeling is de Vlaamse industrie koploper maken in enkele goed gekozen, toekomstgerichte niches.
Los van de zaak-Verfaillie, heeft Moerman met Odysseus de aanzet gegeven voor broodnodige en hopelijk succesvolle inhaaloperaties (zie blz. 51). Braindrain omzetten in braingain betekent extra werkingsmiddelen voor fundamenteel onderzoek, instroom van toptalent en vooral een mentaliteitswijziging ontketenen. Die cultuuromslag is nodig in onze bedrijven en aan onze hogescholen en universiteiten. Kmo’s onderschatten nog te veel het belang van innovatie voor hun concurrentiepositie.
Onze universiteiten moeten makkelijker buitenlands talent kunnen inhuren en professoren kunnen benoemen, en die beter kunnen betalen. Onderzoekers moeten hun academische geborgenheid en zekerheid durven loslaten. En bedrijven moeten meer openstaan voor postdoctorandi.
Er is werk op de plank, maar de voorbije jaren is een gunstig pakket maatregelen voor O&O genomen, zowel op federaal als op Vlaams niveau. Na een daling zaten de Vlaamse O&O-uitgaven in 2005 – de recentste cijfers – opnieuw op het recordniveau van 2000. Maar de 3 % O&O-norm, opgelegd door de Europese Lissabonagenda, is nog niet in zicht. Met 2,09 % zit Vlaanderen boven het EU-gemiddelde en boven de score van België in zijn geheel: 1,93 %. De overheid vervult haar deel van de inhaaloperatie, maar volgens Lissabon moeten de bedrijven 2 % van de O&O-inspanningen leveren. En de Vlaamse ondernemingen hinken achterop, met amper 0,63 %, wat onder het Europese gemiddelde van 0,67 % ligt.
Onze uitgangspositie zit er weliswaar niet beroerd uit. Ze veronderstelt wel dat we alles op alles zetten om die vast te houden én te verbeteren. Als we de trein van de kennisindustrie – met een aangepaste, vernieuwde maakindustrie – niet willen missen, dan mag de aandacht niet verslappen. Multinationals trekken met hun nieuwe O&O-investeringen uit Europa weg naar de opkomende economieën. Het is geen toeval dat de Scandinavische landen, die met Vlaanderen te vergelijken zijn, de uitzondering vormen. Nochtans zijn ze minder centraal gelegen, maar ze blinken uit als het gaat over O&O, investeringen in hoger onderwijs en over aantallen studenten fysica en wiskunde.
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier