Theaterfestival

Het NederlandsûVlaams Theaterfestival 2001 is om diverse redenen uitgebreider dan ooit.

Het Nederlands-Vlaams Theaterfestival 2001 is om diverse redenen uitgebreider dan ooit. Na Gent doen de geselecteerde voorstellingen niet alleen Amsterdam, Utrecht en Amersfoort aan, maar voor het eerst ook een stad in een niet-Nederlandstalig land: het Duitse Münster. Bovendien staan voor het eerst jeugdtheatervoorstellingen op de affiche. Met dat doel stelde festivaldirecteur Arthur Sonnen niet één maar twee jury’s samen: eentje voor volwassenentheater, eentje voor jeugdtheater. Logisch dat hun gezamenlijke keuze goed is voor een record. Liefst veertien theatervoorstellingen die het afgelopen jaar in première gingen, verdienden volgens de jury’s het predikaat ‘belangwekkend’. Twaalf ervan zijn in Gent te zien.

Net als vorig jaar is het Vlaamse overwicht binnen de selectie groot. In totaal drongen negen Vlaamse voorstellingen en één Vlaams-Nederlandse coproductie tot de eindselectie door. Meer dan over het theater in Vlaanderen zegt deze dominantie iets over het toneel in Nederland: wegens een aantal fusieoperaties en directiewissels maakte het Nederlandse theater een moeilijk seizoen door.

Onder de geselecteerde groepen valt de aanwezigheid van verschillende grote stadstheaters op. Voor Nederland is dit geen nieuwe tendens, voor Vlaanderen wel. De trend die vorig jaar met de selectie van ‘Cleansed/Crave’ door de bottelarij/KVS werd ingezet, houdt dus aan. Het Brusselse gezelschap is ditmaal present met Ola Mafaalani‘s enscenering van Shakespeares ‘Macbeth’. “Als er een definitie van belangwekkend moet zijn, dan is het toch wel dit,” aldus de jury. Voor het eerst sinds de fusie van Blauwe Maandag Compagnie en KNS komt ook Het Toneelhuis op het festivallijstje voor. De jury koos meteen voor twee voorstellingen, beide van ervaren theatermakers: ‘Amlett’ van Jan Decorte en ‘De Leenane Trilogie’ van Johan Simons (een coproductie met Zuidelijk Toneel Hollandia). Met Guy Cassiers’ enscenering van ‘De wespenfabriek’ ontbreekt ook het Rotterdamse Ro Theater niet.

Onder de kleinere producties springt ‘Regent en regentes’ in het oog, een waar pareltje van Eric De Volder en Toneelgroep Ceremonia. Van De Tijd werd het door Filip Vanluchene geschreven ‘Risquons-tout’ geselecteerd. ‘De grote oorlog’ van het in Vlaanderen vooralsnog onbekende Rotterdamse collectief Hotel Modern kan een revelatie worden. ‘As long as the world needs a warrior’s soul’ van Jan Fabre kon helaas niet worden hernomen, net zomin als ‘Ruigoord 2’ van Toneelgroep Amsterdam en Fact.

De grootste verrassing die de jury voor jeugdtheater in petto had, was de selectie van Josse De Pauws ‘Übung’: niet alleen ging deze Victoria-productie pas na de bekendmaking van de selectie officieel in première (!), ze is bovendien als volwassenvoorstelling bedoeld, aldus het gezelschap. ‘De Karamazovs’ van Blauw Vier (sinds kort Laika) imponeerde de jury als grote-zaalvoorstelling. De drie overige jeugdproducties stellen alle een nieuwe tekst centraal: ‘De dag dat mijn broer niet thuiskwam’, door Roel Adam geschreven voor het Amsterdamse Huis aan de Amstel; Bart Moeyaerts ‘Rover, dronkeman’ bij Luxemburg (gespeeld door onder meer Chris Lomme); en Paul Pourveurs‘Lilith@online’ bij Speelteater Gent. In de marge van het festival is er zoals steeds een parallelprogramma met lezingen en debatten.

P. Anthonissen

Het Theaterfestival vindt plaats van wo. 29/8 tot en met zo. 9/9 in Kunstencentrum Vooruit, de Minard, Victoria en de Kopergietery in Gent.

Info en reservaties: [{phone}]09-267 28 28, www.vooruit.be of www.theaterfestival.org