Terugverdieneffect, maar voor wie?
Beleggers in Gimv-aandelen kregen vorige week voor het eerst sinds lang goed nieuws: Telenet boekt vanaf de tweede jaarhelft een positieve cashflow, kan in hoog tempo zijn schulden afbouwen en zal veel sneller dan verwacht winstgevend zijn. Daar wil een mens al eens een vreugdedansje om doen.
De grote winnaar is natuurlijk de overheid, die niet alleen via haar 70 %-belang in de Gimv maar ook via de gemengde en zuivere intercommunales in totaal 58,1 % van Telenet controleert. Ze zullen het in Mechelen niet graag horen, maar daarmee is Telenet net zo goed een ‘staatsbedrijf’ als Belgacom, waarin de Belgische staat 50 % plus één aandeel aanhoudt.
Nu is de relatieve verbetering van de gezondheid van Telenet het gevolg van personeelsverminderingen, lagere investeringen, beperking van de uitgaven voor marketing en dergelijke, maar ook voor een belangrijk deel gewoon door hogere prijzen: de beroemde internetabonnementen gingen begin 2002 zo’n 13 % naar boven tot 41,95 euro per maand (tegen de dalende kostentrend van de industrie in) en de kabeltelevisieabonnementen waren nog maar nauwelijks van de gemengde intercommunales verworven of ze werden qua prijs ‘gelijkgeschakeld’, zij het met een batig saldo voor Telenet van zo’n 33 miljoen euro op jaarbasis. Een goed gevonden eufemisme valt in Mechelen nooit in dovemansoren.
Het jaarverslag van de Mechelaars put zich uit in grafieken die illustreren hoe blij de Vlaming wel mag zijn dat hij zo’n goedkope – naar prijs-kwaliteitsverhouding gemeten – multimedialeverancier heeft, onder meer wat de prijs per beschikbaar televisiekanaal betreft (0,28 euro per maand tegen 1,3 euro in het kanaalhongerige Frankrijk).
En effectief heeft de concurrentie tussen Belgacom en Telenet ertoe geleid dat België, na Zuid-Korea, een van de toppers is qua breedbandpenetratie, met meer capaciteit en een lagere prijs dan in andere Europese landen.
Maar er is nog een factor die het succes van ADSL en internet via kabel verklaart. Het tarief van het trage surfen via de gewone telefoonlijn is sinds 1 november 1999 (toen Belgacom een tijdelijke korting afschafte) niet meer veranderd. Door de hoge lokale gesprekskosten heeft België de hoogste inbel-internettarieven van Europa. En terwijl België qua telecommunicatie heel goedkoop zou moeten zijn, blijft het steevast in het peloton van de duurdere landen steken.
Daarom zijn de fiscale stimuli (in feite dus onrechtstreekse subsidies) voor internet en privé-pc-gebruik, die eind maart met terugwerkende kracht vanaf 1 januari zijn ingevoerd, zo’n ingenieuze maatregel. Enerzijds worden subsidies verondersteld om de vraag aan te zwengelen. Anderzijds nemen ze een deel van de druk weg om de prijzen te verlagen. Combineer beide en de kans bestaat dat de smile van de Telenet- én de Belgacom-aandeelhouders almaar breder wordt.
Als Belgacom en Telenet straks naar de beurs toegaan, zal er voor de overheid wellicht sprake zijn van een zeker terugverdieneffect. Maar onder ons gezegd, het zou eerlijker en duurzamer zijn als de regering zich toespitste op het levendig houden van de concurrentie en zo zonder omwegen telecommunicatie goedkoper zou maken.
Bruno Leijnse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier