Tekenen voor Nasdaq
De LCI SmartPen, een staaltje van Vlaams elektronisch vernuft, scoort nog vooral qua marketing. Volgend jaar is het tijd voor het echte werk.
De LCI SmartPen is de inktpot ontgroeid. Het met de hulp van Imec ontwikkelde systeem voor handtekeningverificatie is na zeven jaar in de marketingfase aanbeland. Prins Filip die met de SmartPen tekent op FTI Technoland. Een stand van 4 miljoen frank en massale belangstelling op de Cardtech/Securtech-beurs in Chicago. Naamsbekendheid, alliantie, projecten. Voor de ploeg van Luc Claesen moet het nú gebeuren: het bureau bij Imec is verlaten, in januari trok de professor met zijn team naar het industrieterrein van Haasrode. Doel: de SmartPen uitbouwen tot een sluitstuk van de elektronische handel, een belangrijk middel in de elektronische verificatie.
De SmartPen
is niet zo slank als een Waterman, maar wel een voorbeeld van chipintegratie. Ze bevat een volledig computersysteem, verschillende sensoren, een signaalprocessor, een zender-ontvanger (radio of infrarood), een batterij en een gewone inktvulling. De hoek waarmee u uw handtekening zet, de snelheid en de druk op het papier, het levert drie sets gegevens op die met de modelhandtekening worden vergeleken. Voeg daar encryptie aan toe, het referentienummer van de pen, een tijdstempel en het volgnummer van de handtekening en het wordt onmogelijk om zelfs de digitale neerslag van de handtekening te kopiëren en te hergebruiken.
Stefaan De Schrijver en Luc Claesen zijn de technologische vaders van de SmartPen. Businesswise is ze het troetelkind van Sam Asseer, de cassante voorzitter en gedelegeerd bestuurder van LCI Technology Group in ‘s Hertogenbosch: 36 bedrijven, 600 personeelsleden, meer dan 414 miljoen gulden omzet. De Engelstalige Asseer – zijn ouders weken na de Russische revolutie uit naar Iran, later naar Canada – droomt ervan om LCI SmartPen belangrijker te maken dan LCI Group zelf. ” The baby will own the parent,” voorspelt hij. Elegant, in een zwart pak met nauwsluitende kraag dat zijn oosterse allure accentueert, flirt hij graag met de provocatie. “Ik ben een ingehuurde manager. Mijn job is heel simpel: de aandeelhouders gelukkig maken. Als ik hier verdwijn, interview je iemand anders en ze zullen zeggen, Sam didn’t do his job.”
Maar totnogtoe hebben de aandeelhouders van LCI – vooral instutionelen zoals de groep ING – niet te klagen. Sam Asseer werd in 1993 als crisismanager ingehaald toen de beurskoers nog 1 gulden was. Vorige week was hij 27,9 gulden. Asseer maakte van een dozenschuiver van Kyocera-printers en pc’s met twee programmeurs een technologiebedrijf met honderden informatici.
LCI stapte in 1996 in SmartPen nv, dat toen vier jaar bestond. Oprichters Ivo Van Vaerenbergh (gewezen gedelegeerd bestuurder van Metallo-Chimique) en Stefaan De Schrijver (ex-Imec) waren de ontwikkeling met steun van het Vlaams Instituut voor de bevordering van het Wetenschappelijk-Technologisch Onderzoek in de Industrie (IWT) begonnen, maar hadden later tevergeefs aangeklopt bij de Vlaamse investeringsmaatschappij Gimv. Sam Asseer eiste en kreeg 75% via een kapitaalverhoging, Imec 12,5%. De vroegere investeerders – vooral Ivo Van Vaerenbergh en Stefaan De Schrijver – vielen terug op 12,5%. “Wij hebben altijd een groep hevige supporters gehad – waaronder minister Wivina Demeester (CVP) en het IWT – en een groep die het een grap vond,” zegt Sam Asseer. Het IWT gaf drie keer een subsidie, in 1997 nog 23,4 miljoen frank.
Diensten zijn de toekomst
Sam Asseer drinkt warme chocomelk. “Ik maak twee werkbare programma’s. Eén dat vandaag draait en geld opbrengt. Eén voor de toekomst,” legt hij zijn werkwijze uit. De toekomst van LCI ligt in de integratie van applicaties, meent Sam Asseer, daarin geruggensteund door recente publicaties van, bijvoorbeeld, Ovum. “Iedereen holt ERP ( nvdr – de geïntegreerde bedrijfsbeheerssystemen à la SAP en Baan) achterna. Maar er is zoveel ERP- rommel op de markt. En maar 28% van hun omzet komt uit licenties, de rest is diensten.”
De toekomst is een shopping list. “Ik moet eerst softwarefirma’s hebben, dan moeten we ze heroriënteren naar de toekomstige softwarediensten. Daar zijn we mee bezig,” zegt hij. Een voorbeeld is de acquisitie van het Antwerpse Soft Cell vorig jaar, nadat LCI in België al eerder Prodata, Vers A Versa, System Solutions en Infosoft overnam. Algemeen directeur Eddy Vloeberghs van Soft Cell: “Wij richten ons op de post-ERP-markt, onder meer op de integratie met customer relationship management-systemen, op documentbeheer en op werkstroom.”
Handel met vertrouwen
Het ene toekomstprogramma vloeit over in het andere. Sam Asseer tekent cirkels voor de diverse specialiteiten van LCI: communicatie, multimedia, integratie, data. Op het snijpunt: elektronische handel, een domein dat aan al die specialiteiten behoefte heeft.
“Het allerbelangrijkste in elektronische handel is vertrouwen, trust,” zegt Sam Asseer, verwijzend naar het gemak waarmee met kredietkaarten kan worden gefraudeerd. Hier kan de SmartPen haar nut bewijzen: wie met de pen tekent, toont dat hij zelf aanwezig was op het moment van de transactie. Tekenen met een chipkaart levert alleen de zekerheid dat de chipkaart aanwezig was.
Sam Asseer weet heel goed dat zijn SmartPen gewoonlijk zal functioneren in een groot systeem met een Betrouwbare Derde Partij (die de authenticiteit van de handtekeningen garandeert), met een verificatiedienst, een netwerk, de lokale infrastructuur waarmee de pen communiceert, toepassingssoftware etcetera. “Allianties zijn essentieel in de informatietechnologie van vandaag,” geeft hij grif toe. “Daarom vertellen we niemand dat hij het lelijke eendje is. Iedereen is knap. VeriSign? Fantastisch. IBM? Great. Visa? Geweldig.” Allemaal kunnen ze op één of andere manier partners zijn van LCI SmartPen. Maar gevraagd naar concrete voorbeelden van samenwerking houdt hij de lippen op elkaar. “Wij hebben een heleboel geheimhoudingsovereenkomsten gesloten,” klinkt het. De website vermeldt allianties met TeamWare (werkstroom), Compaq, Sony, Apple, SecurityDynamics, Cisco, Microsoft, Siemens en Lucent Technologies onder andere.
Zelf bewaakt LCI nauwgezet de patenten die het op de SmartPen-technologie heeft genomen en die ook totaal andere toepassingen kunnen hebben, waaronder militaire.
LCI SmartPen, dat 35 personeelsleden telt, wil de productie en distributie van de pennen uitbesteden en zelf in de auteursrechtenbusiness gaan. “We gaan geen vijftig dollar eisen om die pen te gebruiken. Het wordt een percentage dat elke klant als aanvaardbaar beschouwt.”
Onderhanden werk
Als de SmartPen faalt, gaat LCI gewoon door als IT-dienstenmaatschappij. Een goede terugvalpositie is welkom, want de toekomst van de SmartPen blijft onzeker. Analiste Jackie Fenn van GartnerGroup verwacht dat biometrische verificatie nog enkele jaren zal nodig hebben om geaccepteerd te worden. En zij waarschuwt voor het reële gevaar van een opstand van mensenrechtenactivisten tegen biometrische registratie, al wekt handtekeningverificatie hier wellicht nog het minste weerstand op.
In 1997 boekte LCI 8,5 miljoen gulden winst vóór uitzonderlijke items. Tegelijk werd 3,7 miljoen gulden (68 miljoen frank) aan SmartPen-ontwikkelingen doorgeschoven naar de post onderhanden werk “als gevolg van het vergevorderde stadium van ontwikkeling”, luidt het jaarverslag 1997. Een mislukking van het SmartPen-project zou het nettoresultaat dus merkelijk kunnen beïnvloeden.
Sam Asseer zelf denkt dat het voor de SmartPen, “zoals voor elk goed IT-programma”, uiteindelijk vijf jaar zal vragen om marktklaar te zijn. “Daarna is er vijf jaar om in te cashen,” zegt hij. “Tegen eind 2000 zal je een aantal toepassingen met de SmartPen zien, sommige al eerder,” belooft hij. Intussen zoekt hij ook in de Californië een ontwikkelingslab voor de SmartPen te openen. Een introductie op Nasdaq lijkt hem waarschijnlijk. “Amerika begrijpt veel beter dan Europa wat een toekomstgerichte bedrijf zoals het onze betekent,” zegt Asseer.
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier