Talen uit het vuistje

Talen leren via internet wordt de normaalste zaak van de wereld in de komende jaren. Vooral voor druk bezette managers. Veteraan De Wilde CBT werkt aan een extra kapitaalverhoging om met zijn leertechnologie een grote slag te slaan.

D e Wilde Computer Based Training, de Gentse ontwikkelaar van leeromgevingen voor talen, is bezig met een tweede kapitaalronde die 200 miljoen frank moet opbrengen. Met uitgever McGraw-Hill in de Verenigde Staten is een contract gesloten voor een pilootproject en met Inlingua, een van de belangrijkste privé-taalscholen in Europa, staat een samenwerkingsovereenkomst in de steigers. Eind september moet ook de eerste versie van de nieuwe lesomgeving ACE II, die geheel op internetstandaarden gebaseerd is, beschikbaar zijn. In Merelbeke neemt de receptioniste trouwens nu al de telefoon aan met een gedecideerd ” Dewildecbt.com“.

De Wilde CBT mikt met zijn leeromgeving in eerste instantie op taalopleidingen voor managers en expatriates die snel een basiskennis van een vreemde taal – Duits, Spaans, Frans, Engels en Nederlands – in hun vakgebied moeten verwerven. “We werken met een combinatie van c-learning en e-learning: klassikaal leren en leren via internet. Hitouch en hitech,” zegt gedelegeerd bestuurder Christian De Wilde (44).

“ACE is complementair met de face-to-facelessen,” beaamt ook Sabine Könnecke, een van de taaltrainers die werkt voor het Kortrijks-Brusselse Business Language and Communication Center (BLCC), een taalinstituut voor de ondernemingswereld dat afhangt van de Vlaamse kamers van koophandel en nijverheid. “Je kan er oefeningen mee maken op basis van teksten uit de werkomgeving van je cursisten: grammaticatraining, begrijpen van teksten, synoniemen… De oefeningen sturen we op voorhand via e-mail en we zorgen voor een helpdesk.”

Het ACE-programma, dat indrukwekkend oogt in demonstraties, corrigeert en moedigt aan, laat de leraar toe zelf suggesties in te bouwen, toont illustraties en roept woordenboeken op met een vingerknip. En uiteraard houdt het – ook voor de leerling – de scores minutieus bij, zodat de leraar pijnpunten kan identificeren.

De software die de zinsstructuur van de teksten analyseert en de tekst-naar-spraaktechnologie die de correcte uitspraak voorzegt, komen van Lernout & Hauspie Speech Products ( LSHP), dat in 1997 een participatie nam.

Over de nood aan dat soort onderwijs bestaat geen twijfel. “De behoefte aan talenkennis is mondiaal, niet trendgevoelig en stijgend,” betoogt Christian De Wilde. Hamvraag is hoe de nieuwe, internet-gebaseerde leeromgeving tegen internetsnelheid in de markt kan worden gezet. De middelen zijn voorhanden. Vorig jaar trok De Wilde CBT zijn grotendeels opgebruikte kapitaal van 16,3 miljoen frank op tot 96,3 miljoen frank. Aandeelhouders zijn nu Creafund (40%), Flanders Language Valley Fund, LHSP en een aantal business angels: Guido Van der Schueren (Artwork Systems), Bernard Dossche, Oikos (holding van de voormalige eigenaars van het tegelbedrijf Marlux) en Vincent Haverbeke. NV De Wilde, de managementvennootschap van Christian De Wilde, houdt nog 30%.

In mei deed De Wilde CBT zijn eerste overname: Studiecentrum Talen Eindhoven (STE), de vroegere taalopleiding van Philips, die later onder meer in de portefeuille van Wolters Kluwer verzeilde. De Wilde CBT kocht de firma voor een onbekend bedrag van directeur Koos Min, die nog tot eind dit jaar op post blijft. STE is met zestien mensen in vaste dienst en 72 freelancemedewerkers een van de grootste privé-taleninstituten in Nederland. “Ongeveer 50 miljoen frank omzet en winstgevend,” preciseert algemeen directeur Rudi Geubels (38) van De Wilde CBT vanuit Eindhoven. De belangrijkste referenties zijn, naast Philips, de Eindhovense drukpersbouwer ASML en de chemiereus DSM, waarvoor STE in mei in Geleen een kantoor opende.

STE was een van de weinige instituten die al werkelijk lesmodules ontwikkelde met ACE-technologie en onder meer een basiscursus Nederlands met ACE integreerde.

“Maar we volgen géén strategie van acquisities van taleninstituten,” verzekert Geubels. “De overname van STE levert ons direct contact met de eindklant op. Op die manier kunnen we samen zien hoe we taaltechnologie met een aantrekkelijk prijskaartje kunnen aanbieden.” Christian De Wilde: “Wij zitten zoals iedereen in deze branche nog in een leerproces. We gaan met onze twee voeten in het water staan om te zien van welke kant de vis komt.”

Een recente studie van WR Hambrecht+Co over corporate e-learning toont dat de inhoudsleveranciers onder de nieuwe e-learningbedrijven op de beurs dubbel zo hoog gewaardeerd worden dan de technologieleveranciers (zoals De Wilde CBT er nu nog grotendeels een is). “Content is king,” besluit WR Hambrecht+Co. De ontwikkeling van technologie verloopt veel sneller dan het ontwikkelen van cursussen. Aanbieders van courseware hebben daardoor een sterke stimulans om zich te verenigen om de vraag naar moderne leermiddelen te kunnen volgen. Omgekeerd smeken technologieleveranciers zoals De Wilde CBT om inhoud.

Christian De Wilde predikt al sinds 1989 voor computerondersteund leren en maakt zich geen illusies. “Zelfs de nieuwe economie kan de traagheid niet overwinnen. Dikwijls is er op directieniveau al een visie op de mogelijkheden, maar je moet die stap voor stap implementeren: demonstratie, sensibilisering, opleiding van docenten. Wij leveren content en technologie en een stukje maatwerk aan oefeningen. Scholen die voor ons kiezen, krijgen zes maanden totale begeleiding.”

Ook binnen STE is het geen evidentie dat elke lesgever ACE gaat gebruiken. “Er zullen altijd cursisten zijn die niet met computers willen werken,” zegt Jack Hopstaken, directeur multimedia en ontwikkeling bij STE, dat 26.500 frank aanrekent voor een ACE-module van zes contacturen en 15 uur zelfstandige interactieve oefeningen.

In België wordt de leertechnologie van De Wilde, behalve door BLCC, sinds enkele maanden ook gebruikt door de VDAB ( Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding). Er wordt zelfs onderhandeld met Ceran Langues, het prestigieuze instituut in Spa, waar het Hof taallessen neemt.

De buitenlandse expansie is nu volop aan de gang. Een filiaal in Ede (Nederland) bewerkt sinds vorig jaar de Nederlandse schoolse onderwijsmarkt, waar computergesteund leren zich veel sneller ontwikkelt dan in België. In Parijs ging een verkoopkantoor open en sinds februari verkent Johan Tack (27) – met een beurs van het Prins Albertfonds – vanuit Boston de Amerikaanse markt, onder meer via de samenwerking met McGraw-Hill (een groot leverancier van schoolboeken) of de talenschool Boston Language Institute, een sterke lokale speler. Met dergelijke partnerships wil De Wilde CBT vooruit raken. Voor de echte doorbraak in Amerika is het wachten tot de internetversie van ACE (ACE II) beschikbaar is, eind september. Tack: “In de VS kan je niet meer aankomen met leertechnologie die niet op browsers is gebaseerd.”

Concurrenten zijn onder meer Click2Learn (CLKS op Nasdaq) en de private spelers GlobalEnglish Corporation en Parlo, dat een partnership heeft met e-learningsoftwarebouwer Saba Software Inc. (Saba haalde in april op Nasdaq tegen 15 dollar ruwweg 60 miljoen dollar op en jojode sindsdien op en neer tussen 13,5 en 41, met een koers van 19 dollar nu.) In Europa is er verder nog de Israëlische The Q Group PLC, die complete taalmethodes ontwikkelt – ook voor het Nederlands – maar die na tegenvallende resultaten zijn beursnotering op de Londense groeimarkt heeft opgegeven en in januari is overgenomen door Alpinvest (nu NIB Capital Private Equity).

Al deze firma’s maken verlies, net als De Wilde CBT zelf. “Dat kan ook niet anders,” zegt Christian De Wilde. “Nu gaat het erom een strategische positie uit te bouwen.” Een contract met Inlingua zou daarin een enorme sprong vooruit betekenen. Het aandeelhouderschap van deze Zwitserse specialist in taalonderwijs voor bedrijven is echter over vele franchisenemers versnipperd en de besluitvorming verloopt traag. “Het beleid in computergesteund leren laten we aan de verschillende landen over,” zegt managing director Jurg Heiniger van Inlingua in Bern. “Italië, Frankrijk en ons instituut in Washington zijn daarin het verst gevorderd.” Maar kan Inlingua – wat tenslotte licenties op een leermethode verkoopt – blijven werken zonder technologiestrategie? “We plannen om dit jaar tot een besluit te komen,” verzekert Heiniger.

De Wilde CBT zat vorige week onder meer met de belangrijkste Franse scholen en met de Belgische en Luxemburgse afdelingen van Inlingua aan tafel. “We hebben besproken hoe we hun e-business concept kunnen opzetten: levering van technologie, omzetting van cursusmateriaal, organisatie van onderhoud. Daar zijn bedragen op geplakt. De scholen moeten zich nu beraden. Daarna moet de zaak nog naar Bern,” zegt Christian De Wilde. “Als we erin slagen om veel Inlingua-scholen aan onze kant te krijgen, dan komt het rendement er. Niet in het eerste jaar, maar toch.”

De converteerbare obligatielening van 200 miljoen frank die De Wilde CBT wil uitgeven is voor een kwart door de zittende aandeelhouders onderschreven. “Voor de overige 150 miljoen zoeken we een internationale investeerder,” zegt Christian De Wilde. “We zijn er klaar voor. Ons ACE II platform staat technologisch aan de top. XML ( nvdr – de nieuwste opvolger van de internettaal HTML) gebruiken we al intensief. We hebben nu 51 gedreven mensen, tachtig freelancemedewerkers en een goede mix van jongeren en ervaren managers. Ons businessmodel is ontwikkeld. We rijden 250 per uur.”

bruno leijnse