Studeren vanuit de sofa

Lieven Desmet Lieven Desmet is redacteur bij Trends.

Wie een drukke job wil combineren met het behalen van een (bijkomend) diploma, kan ook in Vlaanderen bij de Open Universiteit terecht.

Aan de vooravond van het nieuwe schooljaar pleiten tal van organisaties, met de sociale partners voorop, weer voor levenslang leren. De mogelijkheden om naast de gewone werkuren nog even tussen de schoolbanken te schuiven, zijn evenwel niet zo breed.

Volgens cijfers van de Vlaamse overheid scholen slechts zeven op de honderd Vlamingen tussen de 25 en 64 jaar zich bij. Voor wie zijn of haar carrière een duwtje in de rug wil geven, of wie gewoon de intellectuele bagage wil bijspijkeren, kan de Open Universiteit een uitkomst bieden.

Niet naar de les móéten gaan, alleen studeren wanneer je er zin in hebt en examens afleggen wanneer het je uitkomt… Toegegeven, op papier ziet het er heel aanlokkelijk uit. Maar schijn bedriegt: studenten aan de Open Universiteit moeten uit het juiste hout zijn gesneden. Lees: supergemotiveerd. Net het wegvallen van alle verplichtingen maakt dat de Open Universiteit-student op zichzelf is aangewezen. Het gemiddelde slaagpercentage van 20 % geeft duidelijk aan dat niet iedereen die confrontatie met zichzelf tot een goed einde weet te brengen. Want laat er niet de minste twijfel over bestaan, het is niet omdat het een zogeheten tweedekansonderwijs is, dat het ook een tweederangsonderwijs zou zijn.

“De kwaliteit is te vergelijken met die van het reguliere onderwijs; alle cursussen zijn van academisch niveau” zegt Hubert De Saedeleer. Als algemeen coördinator van de Vlaamse studiecentra van de Open Universiteit kan hij het weten.

5600 studie-uren

De Open Universiteit is uniek door de vrijheid van haar onderwijs. Je hebt geen diploma nodig om te worden toegelaten, er is geen toelatingsexamen en er bestaat geen numerus clausus. De enige voorwaarde is dat je achttien jaar of ouder bent. Je kan ook instappen wanneer je maar wilt, want hier bestaat geen systeem van gewone schooljaren.

“Er wordt gewerkt met een opbouwend systeem van modules. Een module komt zowat overeen met een vak in het dagonderwijs en omvat ongeveer 100 tot 120 uur zelfstudie,” aldus Hubert De Saedeleer. Een volledige opleiding tot het licentiaatsniveau omvat 56 modules, reken dus op zo’n 5600 uur studeren.

Acht jaar. Zolang heeft Jean-Pierre Vandevijvere (45) erover gedaan, maar vandaag mag de leraar algemene sociale vorming zich ook cultuurwetenschapper noemen. “Ik wou mijn vlakke loopbaan in het onderwijs enigszins openbreken.” Geen sinecure, want naast zijn reguliere job wachtte hem thuis ook nog eens een gezin met vier kinderen. “Het was niet altijd even makkelijk, neen, maar tijdens de piekmomenten ging mijn echtgenote er met de kinderen op uit. Of ik trok me terug,” zegt Vandevijvere.

Hij studeerde gemiddeld zo’n twintig uur per week, en dat acht jaar lang. “Dat lijkt lang, maar het modulaire systeem geeft je toch het gevoel dat je steeds weer enkele belangrijke stappen vooruit zet. Toch moet je jezelf een doel voor ogen stellen en je daar ook aan houden.”

Herman Kiesel (41) beaamt dat. Als bankbediende werkte hij zijn 51 modules af in vijf jaar. Nu kan hij pronken met zijn licentiaatsdiploma Economie. “Avondonderwijs was uitgesloten. Het modulaire systeem van de Open Universiteit daarentegen bood wel een oplossing”, aldus Kiesel.

Zowel Vandevijvere als Kiesel begonnen hun studie zonder wezenlijk doel voor ogen. En terwijl Vandevijvere ijverig hoopt om zijn culturele bagage te kunnen slijten over de hoofden van zijn leerlingen, kreeg Herman Kiesel al een aanbod van zijn werkgever om door te stromen.

Ruim 25 % van de generatie van Jean-Pierre Vandevijvere en Herman Kiesel volgt de Open Universiteit. De lessen worden vooral geapprecieerd (42 %) door 26- tot 35-jarigen. Bij de 45-plussers vindt toch nog 12 % het de moeite om zijn of haar intellectuele bagage bij te schaven. Initieel gestart als een tweedekansonderwijs heeft ruim 66 % van de studenten al een diploma hoger onderwijs. De Open Universiteit wordt dus vooral gebruikt om zich te specialiseren of om een bijkomend diploma te behalen.

Acht faculteiten

Het onderwijs is verdeeld over acht faculteiten: Bedrijfswetenschappen, Bestuurskunde, Algemene cultuurwetenschappen, Economie, Ingenieur Technische Informatica, Recht, Psychologie en Milieu-natuurwetenschappen. Aan iedere Vlaamse universiteit bestaat een dergelijk studiecentrum (zie kader: Praktisch). Vandaag telt de Open Universiteit in Vlaanderen 2227 studenten, een aantal dat nog kan oplopen want de inschrijvingen zijn nog niet afgesloten, waarschuwt Hubert De Saedeleer. Ter vergelijking, bij onze noorderburen ligt het aantal rond de 20.000.

In ons land is Gent het populairst: de universiteit kaapt er ongeveer 37 % van het totale aantal studenten weg. Antwerpen volgt met 31 %. De andere steden doen het met een flink pak minder, terwijl hekkensluiter Brussel amper 1,36 % kan bekoren.

De richting Psychologie geniet met bijna 36 % de meeste bijval. “Dat was vroeger anders,” aldus De Saedeleer. “Vooral Informatica en Bestuurskunde waren populair. Nu zijn die richtingen teruggevallen tot onder de 20 %. Een typisch conjunctuurgebonden verschijnsel.”

Een groot voordeel: de studenten kunnen zelf bepalen hoelang ze over hun studie doen. Zo kunnen ze zelf hun studiedruk regelen, wat het mogelijk maakt om een universitaire studie van pakweg vijf jaar in bijvoorbeeld zeven of acht jaar af te werken. En daar wringt soms het schoentje voor de criticasters. Het diploma via de Open Universiteit zou niet even zwaar wegen als een regulier behaald diploma.

Boris Coetsier van het assessmentbureau Orpsy in Gent: “Vaak staat een opdrachtgever wat weigerachtig tegenover de Open Universiteit. Ze vinden het niet op hetzelfde niveau staan.” Zelf neemt hij dat met een korreltje zout. “Veel hangt af van de aanpak. Nogal wat studenten focussen op het behalen van een titel. Bovendien kan het als specialisatie een bijkomende troef zijn. Al ervaar ik dat werkgevers ervaring blijven verkiezen boven een bijkomend diploma.”

Herman Kiesel meent dat het voornamelijk een perceptieprobleem is. “Omdat door de lage instapdrempel iedereen kan beginnen, lijken sommigen te denken dat ook het diploma lager gesitueerd is. Niets is minder waar. Wel zijn de meeste studenten hier volwassenen, waardoor ze anders aankijken tegen het gegeven studeren. Je kan de cursus beter inschatten.”

Nederlands diploma

De Open Universiteit is in wezen een Nederlands initiatief, met zes studiecentra in Vlaanderen. Bijgevolg zijn alle cursussen Nederlandstalig én behalen de Vlaamse studenten eigenlijk een Nederlands diploma. Via een gelijkwaardigheidsprocedure wordt dat diploma wel officieel erkend in België.

“Dat is historisch zo gegroeid,” verklaart Hubert De Saedeleer die ietwat vreemde gang van zaken. “In 1971 werd in Groot-Brittannië onder impuls van de toenmalige Labour-regering de Open University opgericht. Ook de rest van Europa wou het Britse initiatief navolging geven, maar – onder meer – de oliecrises in de jaren zeventig stak daar een stokje voor. In Vlaanderen werd toen gepleit voor een gezamenlijke Vlaams-Nederlandse Open Universiteit, maar de Vlaamse regering wou daar pas van weten nadat er eerst een Open Secundair Onderwijs werd opgericht ( nvdr – dat vandaag nog steeds niet bestaat). In 1984 hebben de Vlaamse universiteiten dan maar autonoom een overeenkomst met de Nederlandse Open Universiteit gesloten.”

Dat leidt, naast de diplomaperikelen, nog tot andere bijzonderheden. Zo is de richting Recht niet echt relevant omdat het Nederlandse rechtssysteem meer aanleunt bij het Angelsaksische model, terwijl België voortborduurt op het Napoleontische model. Wie de richting Economie volgt, krijgt dan weer een cursus ‘Inleiding tot de Nederlandse Economie’, wat minder relevant is voor de Vlaamse student. De Saedeleer: “Dat klopt, maar de meeste studenten ervaren het niet als een probleem.” Herman Kiesel dan weer kreeg tijdens de cursus Fiscaliteit een ander stelsel dan het Belgische gepresenteerd. “Tja, België is het kleine broertje van Nederland,” lacht hij. Jean-Pierre Vandevijvere bevestigt: “Ik heb bijvoorbeeld een stuk Nederlandse geschiedenis gehad, maar ik ervaar dat niet als irrelevant. Ik heb integendeel een flink stuk bijgeleerd over onze noorderburen.”

Toch pleit Hubert De Saedeleer voor het oprichten van een grote Vlaams-Nederlandse Universiteit, waar ook cursussen worden gegeven die typisch voor Vlamingen zijn bestemd. “Het probleem is nog steeds dat er geen goede regelgeving in Vlaanderen bestaat.” De Vlaamse regering kan bijvoorbeeld niet eens informatiecampagnes voeren voor de Open Universiteit, omdat er geen decreet is die dat toestaat. “Vlaanderen heeft met zijn 6 miljoen inwoners blijkbaar de middelen niet om het helemaal zelfstandig te organiseren, en daarom wordt het tijd dat de overheid werk maakt van een regelgeving voor het hele Nederlandse taalgebied. Dan spreken we toch over zo’n 20 miljoen potentiële studenten.”

Lieven Desmet

Een volledige opleiding tot het licentiaatsniveau vergt 5600 uur studeren.Het gemiddelde slaagpercentage aan de Open Universiteit bedraagt 20 %.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content