Stof tot nadenken

Marleen Finoulst Hoofdredacteur Bodytalk en arts

Het is weer volop mijtenseizoen. Voor mensen met een huisstofallergie breekt een snotterende periode aan.

De huisstofmijt, een spinachtige parasiet die in stof leeft, is de meest voorkomende oorzaak van allergieën. Eigenlijk is het niet de huisstofmijt op zich die voor problemen zorgt, wel bepaalde eiwitten in haar uitwerpselen. Deze uitwerpselen zijn microscopisch klein. Ze zweven door de lucht en dringen het lichaam binnen via de ademhaling. Vanuit de luchtwegen kunnen ze diep in de longen doordringen. Ze veroorzaken door hun aanwezigheid allergische aandoeningen zoals hooikoorts en astma. Als je ‘s morgens bij het opstaan vaak last hebt van een verstopte neus, tranende ogen of een piepende ademhaling, dan is een huisstofmijtallergie zeer waarschijnlijk.

Huisstofmijten zijn te vinden in alle huizen op vochtige, warme plaatsen. Ze nestelen zich in het beddengoed, in het tapijt of in de gordijnen, daar waar het lekker warm is. Hun favoriete plek is de slaapkamer. Daar vinden ze voldoende dode huidschilfertjes om zich mee te voeden. Onze huid schilfert voortdurend af en verliest iedere nacht een halve tot één gram dood weefsel. Beddengoed is daarom de geliefkoosde plek voor de huisstofmijt: in één bed leven gemakkelijk enkele tienduizenden huisstofmijten samen. Met het blote oog zijn ze gelukkig niet te zien, ze zijn nauwelijks 0,3 millimeter groot. De hoeveelheid voedsel die huisstofmijten nodig hebben om te overleven, is bijzonder klein en daarom is de hoeveelheid huidschilfertjes aanwezig in beddengoed weinig bepalend voor hun aantal.

Belangrijker is de vochtigheidsgraad: hoe vochtiger het vertrek, hoe sneller huisstofmijten zich voortplanten. In gunstige omstandigheden produceren volwassen vrouwelijke huisstofmijten een paar eitjes per dag, in totaal zo’n honderdtal. Zakt de vochtigheidsgraad onder de 45 procent, dan drogen de mijten uit en sterven ze af.

Het zijn de uitwerpselen die allergische reacties uitlokken: kleine bolletjes die zo licht zijn dat ze gemakkelijk gaan zweven en zo ingeademd kunnen worden. Elke huisstofmijt produceert ongeveer veertig uitwerpselen per dag, dat is 20 procent van haar eigen lichaamsgewicht. In een tweepersoonsmatras kunnen wel meer dan 2 miljoen huisstofmijten huizen. De hoeveelheid uitwerpselen die daar geproduceerd wordt, geeft stof tot nadenken.

Analyse van deze uitwerpselen leert dat de verantwoordelijke allergenen de spijsverteringsenzymes van het diertje zijn die samen met de stoelgang worden uitgescheiden.

Voor de meeste mensen zijn huisstofmijten onschadelijk. Alleen bij gevoelige mensen kunnen ze allergische reacties uitlokken. De kans op klachten hangt af van de hoeveelheid: hoe meer mijten, hoe groter de kans op allergische reacties. De groei van huisstofmijten is ook afhankelijk van klimatologische omstandigheden. Huisstofmijten komen vooral in gematigde klimaatzones voor, wegens de hogere vochtigheidsgraad. In landen met een lage vochtigheidsgraad, zoals de Scandinavische landen, tref je ze bijna niet aan, en helemaal niet in de bergen boven de 1200 meter.

In droge, hete zomers of erg koude winters gedijen huisstofmijten minder goed, terwijl hun aantal in de herfst en de lente toeneemt. In onze contreien zijn de weersomstandigheden nooit zo extreem dat alle mijten afsterven. Doordat het aantal mijten in de zomer afneemt, verminderen de klachten dan wel iets. Probleem is dat ook als de mijten in de matras helemaal uitgestorven zijn, hun uitwerpselen nog lang aanwezig blijven. Huisstofmijten ontwikkelen zich vooral in de herfst en daarom nemen de klachten in die periode soms toe. Dat verklaart waarom een huisstofallergie meestal in de herfstperiode wordt vastgesteld.

marleen.finoulst@trends.be

Marleen Finoulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content