Stinkende adem

Hoe vertel je een collega dat hij een onfrisse ademlucht verspreidt? De meeste mensen zwijgen spijtig genoeg, uit vrees te zullen kwetsen. Of hopen dat de persoon in kwestie het zelf wel zal ruiken. Maar dat laatste is helaas onmogelijk. De reukcellen in de neus worden ongevoelig voor een geur waaraan ze constant blootstaan. Wie een stinkende ademlucht verspreidt, ruikt dat dus zelf niet. Je hand voor je mond houden en zo aan je adem snuffelen, levert niets op. Likken aan je arm of pols en daarna ruiken aan het opgedroogde speeksel, werkt evenmin. Opgedroogd speeksel ruikt altijd een beetje. Je weet alleen dat er een probleem is als anderen zo goed zijn je daarvan op de hoogte te brengen. Weinig mensen hebben echter de moed en de sociale vaardigheid om het onderwerp ter sprake te brengen zonder te kwetsen.

Toch is alles beter dan zwijgen. Voor wie twijfelt aan de eigen adem, is de oplossing eenvoudig: vraag het aan iemand die je vertrouwt. Meestal krijg je dan een oprecht antwoord. Of ga naar de tandarts of parodontoloog.

Mondhygiëne

Het Universitair Ziekenhuis Leuven organiseert een halitoseraadpleging (halitose = slechte ademgeur), speciaal voor mensen met een slechte adem. Een slechte ademgeur is een sociaal stigma. Nochtans is het probleem bijna steeds op te lossen. Op de halitoseraadpleging wordt in eerste instantie de ademgeur geanalyseerd door te ruiken. Een expertneus kan in de geur al bepaalde oorzaken herkennen. Eventueel wordt nog geblazen in een meettoestel. Soms komen er nog andere specialisten aan te pas, om bepaalde oorzaken uit te sluiten.

Een slechte ademgeur is bijna altijd terug te voeren naar bacteriën die zwavelgassen en andere geuren produceren en die zich ergens in de mond schuilhouden. Negen op de tien keren zitten ze in het beslag dat zich neerzet op de ruwe achterkant van de tong. Op die plaats kunnen bacteriën een redelijk ongestoord leven leiden. Ze worden er niet weggeschraapt door voedselmassa’s, tongbewegingen of tandenborstels. Maar ze settelen zich ook graag in tandplaque, in ontstoken tandvlees, in cariësholtes, op een wijsheidstand die niet wil doorbreken, op een prothese die niet dagelijks gereinigd wordt enzovoort. Soms zit de oorzaak in de keel of de neus, bijvoorbeeld bij sinusitis, chronisch ontstoken amandelen of een vreemd voorwerp dat in de neus is terechtgekomen en er een ontsteking heeft veroorzaakt.

Een slechte adem is dus vooral een kwestie van een slechte mondhygiëne, maar toch gaan weinig mensen met dit probleem naar een tandarts of parodontoloog. Dat komt door hardnekkige misverstanden, ook bij dokters. Zoals de overtuiging dat halitose een maagprobleem is. Dat is echter slechts in minder dan één op de 100 gevallen zo. Een maagzweer geeft nooit een slechtruikende adem. Oprispend maagzuur ook niet, maar het ontstoken weefsel van een ontstoken slokdarm als gevolg van de reflux (het terugvloeien van maagzuur in de slokdarm) soms wel.

Tongschraper

Het tongbeslag, de belangrijkste oorzaak van een slechte adem, is gemakkelijk weg te halen met een zogenaamde tongschraper, een breed en plat instrument dat je in elke apotheek kan kopen. Met een tandenborstel lukt dat nooit even goed, omdat je niet ver genoeg geraakt. Zodra je met de tandenborstel het verhemelte of de tong raakt, krijg je een braakreflex. Die is heftig en kan je moeilijk onderdrukken.

Tongschrapen doe je vooral ‘s avonds, voor het slapengaan. Het is raadzaam om de tong met een washandje of een handdoek vast te nemen zodat ze niet wegglipt bij de braakreflex. Trek de tong wat naar voren en haal de schraper er 4- of 5-maal overheen. Op die manier raakt het geurprobleem opgelost, op voorwaarde dat de mond gezond is en een goede mondhygiëne wordt aangehouden.

Reclame zet veel mensen aan om verfrissende mondsprays, snoepjes, kauwgom of spoelmiddelen te gebruiken. Het aanbod is ruim. De diverse middelen zorgen kortstondig voor een frisse mond, maar schieten tekort bij een echt storende ademgeur. Het probleem wordt alleen even verdoezeld. Oude volksmiddeltjes, zoals kauwen op peterselie, halen evenmin veel uit. (T)

hoofdredacteur bodytalk

Marleen.finoulst@bodytalk.be

Marleen Finoulst