Steven Vanackere: ‘Zonder doelgroepenbeleid geen werkgelegenheidsgraad van 80 procent’
Dankzij de massale steunmaatregelen heeft de coronacrisis niet tot een bloedbad op de arbeidsmarkt geleid. Toch verbergen de bemoedigende cijfers heel wat onderliggende miserie, zegt de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid in zijn nieuwe jaarverslag.
“Het goede nieuws is dat de arbeidsmarkt goed door deze fenomenale crisis gekomen is. We zijn ontsnapt aan veel grotere schade. Het slechte nieuws is dat de uitdagingen van voor de crisis niet opgelost zijn, zeker in vergelijking met andere Europese landen”, zo vat Steven Vanackere, de vicevoorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid, de impact van de coronacrisis op de arbeidsmarkt samen.
Doelgroepen
Een van de grote pijnpunten van de Belgische arbeidsmarkt is de grote inactiviteitsgraad. Ruim drie op de tien Belgen op arbeidsleeftijd bieden zich niet aan op de arbeidsmarkt. “De inactiviteitsgraad blijft met 31 procent heel hoog, hoger dan de score van 27 procent voor de Europese Unie. De inactiviteit is de voorbije tien jaar ook niet gedaald, behalve dan voor de leeftijdsgroep van 55 tot 60 jaar”, zegt Steven Vanackere.
Om die dramatische cijfers aan te pakken, adviseert de Hoge Raad een beleid dat gericht is op een verhoging van de werkgelegenheidsgraad bij de kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt: lager geschoolden, ouderen, vrouwen en migranten. De werkgelegenheidsgraad ligt in die groepen vaak heel ver onder de doelstelling van 80 procent tegen 2030. “We hebben een doelgroepenbeleid nodig, anders komen we nooit aan een werkgelegenheidsgraad van 80 procent. Algemene maatregelen afgestemd op de doorsneewerknemers hebben weinig zin, want die zijn bijna allemaal aan de slag en dreigen zelfs te bezwijken onder de arbeidsdruk”, zegt Steven Vanackere.
Steunmaatregelen tijdelijk houden
Maar de coronacrisis zelf maakte dus relatief weinig brokken. In 2020 is de werkgelegenheid zo goed als stabiel gebleven. Steven Vanackere: “Maar in de periode 2017-2019 werden 70.000 banen per jaar gecreëerd. Tegen die achtergrond is de prestatie van 2020 minder uitgesproken goed. Ook in de periode 2021-2023 blijft de dynamiek beperkt, met een verwachte banencreatie van ongeveer 30.000 in 2021, 8000 in 2022 en 32.000 in 2023.”
Noteer wel dat mensen die een beroep doen op tijdelijke werkloosheid in de statistieken geteld worden als mensen die aan de slag blijven en niet als werkloze, en er is op een nooit geziene schaal gebruikgemaakt van de tijdelijke werkloosheid voor werknemers en het overbruggingsrecht voor zelfstandigen. Nu de gezondheidscrisis wegebt, daalt het aantal mensen in tijdelijke werkloosheid naar een normaal niveau. “De automatische stabilisatoren en de maatregelen hebben hun werk gedaan. Op die manier is een definitieve vernietiging van banen en arbeidsrelaties voorkomen”, zegt Steven Vanackere.
De steunmaatregelen lopen nog 30 september. De Hoge Raad adviseert om de steun tijdelijk te houden en gerichter te maken. “Tot nu was de steun grootschalig en weinig gericht. We denken eraan om de steun selectiever te maken, met vooral steun voor de sectoren die zwaar getroffen blijven door de gezondheidscrisis. De bouw doet het bijvoorbeeld goed, en heeft minder behoefte aan steun”, zegt Florence Lepoivre, de kabinetschef van minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne (PS).
De maatregelen hebben er ook voor gezorgd dat de werkloosheidsgraad amper gestegen is in 2020. In mei 2021 was de werkloosheid zelfs lager dan gemiddeld in 2019. “Toch is dat niet noodzakelijk goed nieuws”, zegt Steven Vanackere. “Het aantal langdurig werklozen is gevoelig gestegen. We moeten beter voorkomen dat die mensen in de val van langdurige werkloosheid trappen. De transit van werkloze naar een job is zwak. Van de mensen die een jaar geleden werkloos waren, vindt slechts 27 procent werk. In de rest van Europa ontsnappen mensen sneller uit de werkloosheid.”
Steeds meer zelfstandigen
Een opvallende vaststelling is dat de meerderheid van de nieuwe banen in de periode 2019-2023 te danken is aan een toename van het aantal zelfstandigen, veel meer dan gemiddeld in de Europese Unie. “We zien vooral een stijging van het aantal zelfstandigen in bijberoep, en van het aantal mensen dat na hun pensioen doorgaat als zelfstandige. Ook voor intellectuele beroepen wordt almaar meer voor het statuut van zelfstandige gekozen”, zegt Steven Vanackere.
Een andere frappante vaststelling is het grote aantal vacatures en de moeilijkheden die bedrijven ondervinden om ze in te vullen. “Meer dan de helft van de bedrijven ziet onvoldoende kandidaten opduiken voor een vacature. Slechts één op de vijf bedrijven ondervindt geen moeilijkheden om de juiste mensen te rekruteren. Mogelijk is de lagere instroom van migranten daar ook debet aan. In 2020 daalde het batige migratiesaldo met de helft, en dit jaar met 25 procent”, zegt Steven Vanackere.
De kinderen van de rekening
Worstelde de arbeidsmarkt zich zonder al te grote kleerscheuren door de crisis, dan verbergen de gemiddelde cijfers ook grote verschillen. Vooral kwetsbare groepen zijn hard getroffen. Steven Vanackere: “Tijdens de crisis zijn heel wat tijdelijke contracten geschrapt. Mensen met een tijdelijk contract zijn vaak de eersten die bedankt worden. Vaak gaat het om mensen met een kleine spaarbuffer. Die verdere polarisatie op de arbeidsmarkt mogen we niet onder de mat vegen.”
Ook de jongeren (16 tot 24 jaar) zijn flink geraakt, en riskeren dit litteken hun hele carrière mee te dragen. Ook de laag- en middengeschoolden zijn het kind van de rekening, omdat ze vaak werken in sectoren die zwaar getroffen werden door de coronacrisis, en ook minder kans hebben om telewerk uit te oefenen. “Die groepen zijn oververtegenwoordigd in de tijdelijke werkloosheid. Voor hen dreigt straks echte werkloosheid”, zegt Steven Vanackere.
Ook kregen de vrouwen het over het algemeen harder te verduren dan de mannen. “Opnieuw omdat corona een aantal sectoren trof met een hoge werkgelegenheid voor vrouwen, zoals de detailhandel. De zorg voor de kinderen is tijdens de crisis ook vaak bij de vrouwen terechtgekomen. Bij telewerk wordt vooral van vrouwen verwacht dat ze én de kinderen opvangen én geconcentreerd aan de slag zijn. Vrouwen hebben onder deze crisis harder geleden dan mannen”, zegt Steven Vanackere.
De Hoge Raad voor de Werkgelegenheid heeft een meer dan gewone aandacht voor de mentale problemen die gepaard gingen met de crisis. Steven Vanackere: “Het risico op absenteïsme en invaliditeit is toegenomen. Het aantal burn-outs is gestegen, vooral bij vrouwen en bij de 30- tot 39-jarigen. Mensen met een depressie kregen minder kansen op een terugkeer naar de werkvloer. Het welzijn heeft een veel grotere klap gekregen dan na de financiële crisis van 2008.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier