Ook ING wil een actieve rol spelen in de fusie- en consolidatiegolf die momenteel over de financiële sector rolt. “We streven naar een uitbreiding van onze activiteiten in private banking en vermogensbeheer. Geografisch willen we vooral groter worden in de markten waarin we al actief zijn”, zegt groeps-CEO Steven Van Rijswijk.
De Nederlander Steven Van Rijswijk was donderdag in België voor de inhuldiging van het gerenoveerde hoofdkantoor van ING België aan de Marnixlaan in Brussel. Wij konden hem kort spreken over de vele fusie- en overnameplannen die zich momenteel ontvouwen in de Europese banksector. Dat verhaal werd deze week ook bij ons zeer actueel door de vermeende interesse van KBC in de Nederlandse bank ABN AMRO. Op dat specifieke dossier wilde Van Rijswijk niet ingaan, maar hij was wel bereid de positionering en de strategie van ING Groep uit te leggen.
In verschillende Europese landen zijn banken op zoek naar schaalvergroting en groei via overnames. Hoe verklaart u die evolutie?
STEVEN VAN RIJSWIJK. “Na de financiële crisis is er vooral aandacht geweest voor het stabieler, veiliger en gezonder maken van de Europese banksector. En daarin zijn we geslaagd. Mede dankzij de rente-evolutie noteren de banken op de beurs, voor het eerst sinds lang, boven hun boekwaarde. Dat betekent dat investeerders erkennen dat we ons kapitaal goed inzetten en dat de bedrijfsvoering verbeterd is. Daardoor komen we nu in een periode dat banken weer kunnen kijken naar fusies en overnames.”
En waarom is dat zo nodig?
VAN RIJSWIJK. “Kijk, banken kunnen best autonoom groeien. Bij ING groeide de balans de afgelopen jaren gemiddeld met 5 tot 7 procent per jaar. Maar we willen die groei versnellen en tegelijk onze activiteiten diversifiëren. ING steunt historisch gezien op drie pijlers: een digitale retailbank, een bedrijfsbank en een bank voor complexe projectfinanciering. Door de aard van die bancaire activiteiten, het transformeren van deposito’s in leningen, zijn 80 procent van onze inkomsten rente-inkomsten. Daar willen wij minder afhankelijk van worden.”
De blinde vlekken opvullen
In welke domeinen wilt u de activiteiten diversifiëren?
VAN RIJSWIJK. “Als je meer fee-inkomsten wilt, dan kijk je typisch in de richting van private banking, asset management, verzekeringen,… Het is in die context dat we dit jaar ons belang in de Nederlandse vermogensbank Van Lanschot gevoelig verhoogd hebben (van 3 naar meer dan 20 procent, nvdr). In landen als België, Nederland en Polen hebben we een breed pallet aan financiële diensten, maar er zijn ook landen waar ING actief is als retail- en bedrijfsbank maar alles ertussen niet ingevuld is. Die blinde vlekken willen we opvullen, en daarvoor kijken we naar overnames.”
Hoe positioneert ING zich inzake geografische expansie?
VAN RIJSWIJK. “Wij streven naar schaalvergroting op de lokale markten waarin we al actief zijn. En waarom concentreren we ons op die specifieke markten? Omdat je in Europa nog steeds geen kapitaal of liquiditeit kunt transfereren van het ene naar het andere land. Er staan nog altijd schotten tussen de landen, en daar ben ik niet gelukkig mee. Tegelijk blijven er ook verschillen bestaan inzake regelgeving en cultuur. Een hypotheeklening heeft in België heel andere eigenschappen dan in Nederland. Dat betekent dat een overname voordeliger is als je lokaal al een bepaalde schaal hebt. Als ik een grensoverschrijdende overname zou doen en de stap zou zetten naar een nieuwe markt, haal ik daar geen voordeel uit.”
Aan welke specifieke landen denkt u als u mikt op lokale schaalvergroting?
VAN RIJSWIJK. “Er zijn landen waar we voldoende schaal en een voldoende brede dienstverlening hebben: België, Nederland, Polen, Roemenië. Maar in landen zoals Duitsland, Italië en Spanje zou ING baat hebben bij schaalvergroting. In Spanje bijvoorbeeld hebben we 4 procent marktaandeel en zijn we winstgevend. Maar ik wil meer impact en relevantie hebben in die markt. Schaal helpt daarbij.”
Ziet u opportuniteiten voor overnames?
VAN RIJSWIJK. “Ja, want in sommige landen is de markt nog heel versnipperd. Om een voorbeeld te geven: in Duitsland is ING de derde grootste vermogensbank, terwijl ons marktaandeel amper 3 tot 4 procent bedraagt. Daar zijn nog heel wat kleinere spelers actief, en daar liggen zeker kansen om te groeien.”
Grensoverschrijdende overnames zijn niet eerste insteek
Maar in grensoverschrijdende overnames, zoals die van ABN AMRO door KBC er één zou zijn – puur hypothetisch gesteld –, daar gelooft u niet in?
VAN RIJSWIJK. “De enige reden waarom een bank een overname op een nieuwe markt zou doen, is omdat ze ervan overtuigd is dat ze de dingen beter kan doen dan het overnamedoelwit. Dan moet je overtuigd zijn dat je model of bedrijfsvoering superieur is, en dat jij een veel beter rendement kunt halen dan de mensen die daar nu zitten. Bij ING is dat niet de eerste insteek. Wij focussen vooral op het verdiepen en verbreden van onze dienstverlening, met name op lokale schaal.”
Het Italiaanse Unicredit wil graag het Duitse Commerzbank inlijven. Zij geloven blijkbaar wel in een grensoverschrijdende aanpak?
VAN RIJSWIJK. “Ik kan niet in het hoofd van Andrea Orcel (de topman van Unicredit, nvdr) kijken, maar het is wel zo dat Unicredit al een bank in Duitsland bezit. Wat mij betreft spreek je daar niet van een grensoverschrijdende, maar van een lokale fusie. Daar ligt het grote potentieel voor synergie.”