Sportadvocaat Niels Verborgh over de transfermarkt: ‘Vroeg of laat staat er wellicht een nieuwe Bosman op’

NIELS VERBORGH "We evolueren naar een soort halfopen, halfgesloten competitie op Europees niveau." © fotografie Franky Verdickt
Luc Huysmans senior writer bij Trends

370 miljoen euro: nooit eerder ging er zoveel geld om bij transfers van en naar Belgische voetbalclubs. Toch is het transfersysteem gebaseerd op afspraken zonder juridische waarde, stelt Niels Verborgh, sportadvocaat van Altius.

“Tegenwoordig kost om het even welke voetballer 100 miljoen euro, ook al heeft hij nog niets bewezen.” De quote van de Portugese stervoetballer Cristiano Ronaldo schetst hoezeer de transfermarkt verhit is geraakt. Het record van de Braziliaanse spits Neymar, die in 2017 voor 222 miljoen euro verhuisde van het Spaanse Barcelona naar het Franse PSG, werd deze zomer niet gebroken. Toch haalden de Engelse Premier League en de Spaanse La Liga deze zomer elk een transferomzet van ruim 2,3 miljard euro.

De Jupiler Pro League, de hoogste Belgische voetbalklasse, blijft klein bier in vergelijking met die competities, maar toen dit nummer ter perse ging, hadden de Belgische eersteklassers wel voor 225,2 miljoen euro aan spelers verkocht, en 144,7 miljoen euro neergeteld voor nieuwe spelers. In het seizoen 2010-2011 was dat nog 49,3 en 26,9 miljoen euro. “De Europese Commissie heeft in 2013 gewaarschuwd voor kunstmatig hoge transfersommen”, zegt Niels Verborgh. “In de top vijftig van de duurste transfers staan er nog welgeteld zeven die van voor 2013 dateren.”

Ik ben ervan overtuigd dat we over twintig, dertig jaar een ander transfersysteem hebben

De Oost-Vlaming combineerde een studie sportmanagement met het jeugdtrainerschap bij Eendracht Aalter en stages op de commerciële en de marketingafdeling van KV Kortrijk, Zulte-Waregem en de Franse eersteklasser Lille OSC. Behalve een diploma rechten aan de UGent en de VUB en een diploma Europees sportrecht aan de KU Leuven verzamelde hij certificaten als voetbaltrainer (B-getuigschrift), sportfunctionaris en talentscout.

Een juridische stage bij het makelaarsbureau Stirr Associates leverde hem contacten op waardoor hij een jaar scout was voor de Engelse topclub Manchester City. Later was hij vijf maanden medewerker van de jeugdacademie van KV Kortrijk. Met zijn scriptie Economische ongelijkheid in het voetbal: rode kaart voor het transfersysteem? sleepte hij twee jaar geleden de Vlaamse Scriptieprijs in de wacht. Hij werd begin 2018 opgenomen in het sportrechtteam van het advocatenkantoor Altius. Het regelt onder meer contracten, intellectuele eigendom (in de sport vooral portretrechten) en arbeidsrecht. Voor fiscaliteit werkt het sinds kort samen met Tiberghien.

Blijven die transfersommen stijgen?

NIELS VERBORGH. “Ik zie er niet dadelijk verandering in komen. Die hoge bedragen zijn onder meer een gevolg van de tv-gelden, die sinds de jaren negentig zijn geëxplodeerd. Ook de verdere commercialisering en de gestegen prijzenpotten in de Champions League, de belangrijkste Europese bekercompetitie, en in mindere mate de Europa League, drijven de inkomsten op.

“Er is ook een concentratie: 70 procent van de steeds grotere koek van het transfergeld verschuift binnen de vijf grootste Europese voetballanden. De laatste tien jaar is het aandeel van de andere landen gehalveerd. Er is onvoldoende doorsijpeling: een grote club koopt bij een middelgrote, die gaat shoppen bij een kleine club enzovoort. Al hebben Club Brugge, Standard en Racing Genk dat dit jaar wel gevoeld, dankzij de verkoop van veel spelers.”

Ondanks die hoge bedragen stelde u al in uw scriptie dat het hele systeem juridisch op wankele poten staat.

VERBORGH. “Het huidige transfersysteem kwam er in de nasleep van het Bosman-arrest. Jean-Marc Bosman was een voetballer die einde contract was bij Club Luik. Toch vroeg de club een transfersom toen hij naar Duinkerke wilde overstappen. Nu vinden we dat verwerpelijk, toen vond de voetbalsector dat logisch. Ik ben ervan overtuigd dat we over twintig, dertig jaar een ander systeem hebben, en dat we bepaalde geplogenheden van vandaag dan net zo verwerpelijk vinden.

“Onder druk van de Britse premier Tony Blair en de Duitse kanselier Gerhard Schröder heeft de Europese Commissie in 2001 afspraken gemaakt met de Europese voetbalbond UEFA en de wereldvoetbalbond FIFA. Alleen tart ook het huidige systeem de regels van het vrije verkeer en de vrije mededinging. Als een bedrijf u een baan wil aanbieden, beslist u of u erop ingaat. Bij een voetballer moet een geïnteresseerde ploeg eerst een akkoord bereiken met zijn huidige club, voordat ze met de speler mag onderhandelen. Nochtans stonden in het Bosman-arrest ook andere oplossingen, zoals loonplafonds en een inkomstenherverdeling. Dat heeft de sector er niet in willen lezen.”

NIELS VERBORGH
NIELS VERBORGH “In andere sectoren worden ook toplonen betaald.”© fotografie Franky Verdickt

Is het huidige systeem zo slecht?

VERBORGH. “Uiteraard is er toen niet aan gedacht dat er ooit meer dan 200 miljoen euro zou worden betaald voor één voetballer. Bij de invoering werden enkele rechtvaardigingsgronden aangehaald om een uitzondering op de regels van het vrije verkeer en de vrije mededinging toe te laten. Wel, geen van die doelstellingen lijkt te worden verwezenlijkt.

“Het systeem moest de jeugdspelers beschermen. Niemand ontkent dat de UEFA en de FIFA daar inspanningen voor doen, maar Football Leaks (een website die 18,6 miljoen documenten publiceerde over wantoestanden in het voetbal, waaronder het ongeoorloofd aantrekken van jeugdspelers, nvdr) bewijst dat de bescherming soms onvoldoende blijkt en dat vaak onder de radar excessen plaatsvinden.

“Een tweede motief was de contractstabiliteit. Die is er niet. Clubs willen net hun spelers verkopen voor het einde van het contract, omdat ze anders geen transfersom krijgen. Daarnaast beoogde het systeem een doorsijpeleffect, waardoor het geld evenwichtiger over het voetbal zou worden verspreid. Studies tonen aan dat dat effect beperkt blijft.”

Wat is het alternatief?

VERBORGH. “Dat is een open vraag. Zelf ben ik voorstander van het Amerikaanse systeem, met luxebelastingen als je het spelersbudget overschrijdt en met een beperkt aantal spelers per club. Maar de marktomstandigheden zijn totaal anders: daar leiden de scholen spelers op, hier de clubs. Bovendien zijn het besloten competities, zonder risico op degradatie. Een copy-paste van het Amerikaanse systeem is niet mogelijk en kan ook op juridische bezwaren botsen. “Vroeg of laat staat er wellicht een nieuwe Bosman op. De enige vraag is welke speler het systeem zal aanvechten. Het is erop gericht betwisting moeilijk te maken. Iemand die aan het begin van zijn carrière staat, riskeert zijn sportieve doodvonnis te tekenen, net zoals Bosman destijds. Het is al eens bijna zover geweest, toen Tibor Balog, een speler van Charleroi, in 2001 naar het Europees Hof van Justitie trok. Een dag voor de advocaat-generaal van het hof haar advies zou bekendmaken, zette hij de procedure stop, naar verluidt in ruil voor een financiële compensatie. Het advies werd dus nooit gepubliceerd, maar in een juridisch artikel liet de advocaat-generaal later toch doorschemeren dat het systeem tegen het mededingingsrecht ingaat, omdat transfers het normale spel van vraag en aanbod beknotten. Bijvoorbeeld omdat clubs een te hoge prijs vragen voor een speler.”

De transfermarkt blinkt evenmin uit in transparantie. De zwartepiet gaat dan snel naar de makelaars. Terecht?

VERBORGH. “Voor een groot deel wel. Iemand noemde voetbal ooit een omgekeerde carwash: je gaat er proper in en komt er vuil uit. Onderzoeken zoals Propere Handen (het onderzoek van het Belgische gerecht naar zwart geld en matchfixing in het Belgisch voetbal, nvdr) bewijzen dat er best wel wat goudzoekers actief zijn. Al zijn er ook een paar bonafide makelaars en zijn de clubs er als de kippen bij om ‘de makelaars’ als zondebok aan te wijzen, behalve degene die nuttig zijn voor de club. De clubs willen graag meebeslissen over nieuwe regels voor makelaars, maar dat is zoals bouwontwikkelaars die regels willen opleggen aan vastgoedkantoren.

Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat sommige internationale sportbonden heel sterk zijn in windowdressing

“Clubs en spelers zouden zich beter afvragen of ze een makelaar nodig hebben. Ze zijn gedoemd om op een bepaald moment tegenstrijdige belangen te hebben. Een voorbeeld: tien clubs zijn geïnteresseerd in een speler. Diens makelaar kan bij drie daarvan een grote commissie opstrijken. Gaat hij die andere zeven even mooi voorstellen? En zal hij bij die drie clubs het onderste uit de kan halen voor de speler, in de wetenschap dat hij nog deals wil sluiten met die club? Beleefd gezegd: niet alle makelaars werken even transparant.”

Intussen heeft Vlaanderen nieuwe regels uitgevaardigd voor makelaars. Ze moeten zich registreren, een waarborg van 25.000 euro betalen en mogen niet meer worden betaald voor een transactie met jeugdspelers. Werkt dat?

VERBORGH. “Op voorwaarde dat er ook toezicht en bestraffing is. Tussen 2015 en 2017 werd welgeteld één controle uitgevoerd bij een makelaar, die een waarschuwing kreeg. Wetgeving alleen volstaat niet. Bovendien kan die som een te hoge horde zijn voor bonafide makelaars in sporten zoals volleybal en basketbal, waar niet zoveel geld rondgaat als in het voetbal. Al gaan we hoe dan ook naar meer professionalisme.”

De UEFA heeft plannen om de Europese bekercompetities te hervormen. Er zouden drie bekercompetities komen, maar voor een kleine club wordt het nog moeilijker om de Champions League te bereiken.

VERBORGH. “Het rampscenario volgens de UEFA is dat de absolute topclubs zich afscheuren en een privécompetitie organiseren, waaraan op termijn bijvoorbeeld ploegen uit de groeimarkten China, de Verenigde Staten en India deelnemen. Intussen evolueren we naar een soort halfopen, halfgesloten competitie op Europees niveau, met veelal dezelfde eliteclubs die goed presteren. Terwijl voorspelbaarheid een risicofactor is.

“Sportbonden zijn monopolisten. Al is de internationale trend dat hun macht afbrokkelt. Terecht, want sportbonden zijn niet boven het recht verheven en uiteindelijk zijn de belangrijkste stakeholders de atleten. Het is geen toeval dat veel federaties hun zetel in Zwitserland hebben, waar de wetgeving heel vriendelijk is voor sportbonden. Ondanks het Amerikaanse onderzoek dat leidde tot het opstappen van FIFA- topman Sepp Blatter en UEFA-baas Michel Platini, kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de bonden heel sterk zijn in windowdressing.”

Ten slotte: verdienen voetballers te veel?

VERBORGH. “Ik begrijp de vraag, maar dat is de wet van vraag en aanbod. In andere sectoren worden ook toplonen betaald. Een zangeres als Taylor Swift verdient meer, en daar klaagt niemand over.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content