Spelletje vogelpik

De investeringsaftrek voor investeringen in de beveiliging van beroepslokalen heeft, zeker wat het verleden betreft, veel weg van een spelletje ‘vogelpik’.

De aftredende regering had het thema ‘veiligheid’ hoog op de politieke agenda. Maar de manier waarop zij dit op fiscaal gebied tot uiting bracht, getuigt eens te meer van haar neiging veel te plannen en weinig tot een goed einde te brengen. De plannen namen, onder meer, de vorm aan van een verhoogde investeringsaftrek voor wie investeert in de beveiliging van beroepslokalen.

Nul. Lezers die enigszins vertrouwd zijn met de fiscaliteit zullen allicht de wenkbrauwen fronsen. Is de investeringsaftrek al niet geruime tijd voor vennootschappen ‘op nul gezet’ (lees: afgeschaft)? Dat klopt. Grote vennootschappen hebben voor hun gewone investeringen al lang geen recht meer op de investeringsaftrek. En in het raam van de invoering van de ‘notionele interest’ zijn ook kmo-vennootschappen hun recht op de investeringsaftrek voor hun gewone investeringen kwijt gespeeld. De prijs die kmo-vennootschappen op deze manier betalen, moet er mee voor zorgen dat de kostprijs van de notionele interest voor de Schatkist binnen de perken blijft. Of dat lukt, zal nog moeten blijken.

Maar de schrapping van de investeringsaftrek (in hoofde van vennootschappen) geldt – zoals gezegd – enkel voor hun ‘gewone’ investeringen. Zij behouden hun recht op de investeringsaftrek voor ‘bijzondere’ investeringen. Zo bijvoorbeeld ten aanzien van energiebesparende investeringen, of milieuvriendelijke investeringen in onderzoek en ontwikkeling.

Enkele jaren geleden introduceerde de wetgever ook een ‘bijzondere’ investeringsaftrek ten aanzien van investeringen in de beveiliging van beroepslokalen. Die bedraagt op dit ogenblik 20,5 %. Dit wil zeggen, dat men – los van de mogelijke afschrijvingen – 20,5 % van de waarde van de investering mag aftrekken van het fiscaal resultaat. Uiteindelijk komt dit erop neer dat men een som gelijk aan 120,5 % van de gedane investering in aftrek kan brengen: 100 % via (gespreide) afschrijvingen en nog eens 20,5 % in een keer als investeringsaftrek.

Deze bijzondere aftrek is voorbehouden aan natuurlijke personen (handelaars, nijveraars, landbouwers en beoefenaars van vrije beroepen), en aan kmo-vennootschappen. Grote vennootschappen vallen dus ook hier buiten de prijzen.

Plan. De nieuwe investeringsaftrek voor investeringen in de beveiliging van beroepslokalen werd ingevoerd met ingang van het aanslagjaar 2004. Dit wil zeggen dat hij meestal voor het eerst van toepassing kon zijn ten aanzien van investeringen die vanaf begin 2003 gebeurden. Maar van bij het begin liep het al grondig mis. De wet bevatte geen omschrijving van wat onder ‘investeringen in beveiliging’ moet worden verstaan. In plaats van in de wet een duidelijke omschrijving te geven, werd een ander plan opgevat. Daarin werd een cruciale rol toebedeeld aan de ‘preventieambtenaren’ die binnen de politiediensten actief zijn. De bedoeling was dat zij vooraf met de investeerders zouden bekijken welke investeringen nodig zijn en dat zij nadien de gedane investeringen ook zouden goedkeuren. Maar aangezien de wet met terugwerkende kracht in werking trad (het jaar 2003 was al enkele maanden oud), kwam van die plannen in het begin niets in huis. Bovendien stond het in de sterren geschreven dat de politiediensten niet voorbereid waren om een dergelijke omvangrijke (fiscaal geïnspireerde) taak op zich te nemen.

De aanhoudende moeilijkheden die zich daarna in de praktijk hebben voorgedaan om de geplande investeringen vooraf door een preventieambtenaar te laten aanbevelen, en nadien ook door hem te laten goedkeuren, hebben ertoe geleid dat men de ‘fiscale’ rol van de preventieambtenaar al vlug heeft willen minimaliseren en uiteindelijk heeft willen uitschakelen.

In een eerste fase werd zijn voorafgaande tussenkomst bij het ‘aanbevelen’ van de investeringen geschrapt. En recentelijk heeft men ook zijn ‘a posteriori’-tussenkomst voor het goedkeuren van de gedane investeringen geschrapt. Voor het verkrijgen van het fiscale voordeel is in het geheel geen tussenkomst van de preventieambtenaar meer vereist.

Omschrijving. Maar hoe kan men dan nog weten welke investeringen in aanmerking komen? Een koninklijk besluit van 17 augustus 2007 lost dit probleem op. Het geeft (beter laat dan nooit) een duidelijke omschrijving van de investeringen die recht geven op het fiscale voordeel.

Er zijn slechts twee problemen. Het kb is pas eind augustus in het Staatsblad gepubliceerd, terwijl het met terugwerkende kracht van toepassing verklaard wordt, en dus ook geldt voor investeringen die al gebeurd zijn. Hoe moet men zich ten aanzien van die investeringen naar de nieuwe voorschriften richten? Tweede probleem: het kb werkt slechts terug tot (meestal) begin dit jaar. Terwijl de adviserende rol van de preventieambtenaar enkele jaren geleden al geschrapt werd. Hoe moest men de kansen op ‘investeringsaftrek’ dan (vooraf) beoordelen ten aanzien van investeringen in beveiliging die bijvoorbeeld vorig jaar gebeurd zijn? Blijkbaar zoals bij een spelletje vogelpik.

De auteur is advocaat en hoofdredacteur van Fiscoloog.

Jan Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content