Sparen doet u met verstand
Als uw geld op een spaarrekening met een rente van minder dan 1 procent staat, boet u langzaam maar zeker aan koopkracht in. Veranderen van spaarrekening is niet moeilijk, maar u moet het wel verstandig aanpakken.
De Belgen zijn naarstige spaarders en bereiden zich goed voor op hun pensioen. Zo goed zelfs dat er maar liefst 240 miljard euro op de Belgische spaarboekjes staat. Maar dat heeft een keerzijde: doordat de rente op veel spaarrekeningen onder het niveau van de inflatie blijft, zien heel wat Belgen hun koopkracht maand na maand achteruitgaan. In april 2013 bedroeg de inflatie 1,1 procent, terwijl de klassieke spaarrekeningen van de grote financiële instellingen een gemiddelde rente van 0,90 procent boden.
Onlangs hebben enkele instellingen hun intrestvoeten nog verder teruggeschroefd, nadat de Europese Centrale Bank de rente had verlaagd tot 0,50 procent. Toch hebben niet alle banken dat voorbeeld gevolgd. De renteverschillen tussen de gulste en de minst gulle banken zijn zelfs nog nooit zo groot geweest. Het minst rendabele spaarboekje levert een rendement van 0,70 procent op, terwijl het beste totaalrendement — basisrente plus getrouwheidspremie– 2,35 procent bedraagt (zie tabel De beste spaarrekeningen).
Veranderen van spaarrekening is niet moeilijk, maar u moet het wel verstandig aanpakken.
STAP 1: Analyseer eerst uw huidige situatie
Misschien lijkt het gras alleen maar groener aan de overkant. Als uw spaarrekening bijvoorbeeld een totaalrendement van 1,50 procent opbrengt en die rente stabiel blijft over een lange pe- riode, is dat niet noodzakelijk slecht. U kunt beter beschikken over een spaarrekening die jaar na jaar een behoorlijke rente biedt dan van de ene naar de andere rekening te springen zonder ooit de getrouwheidspremie te kunnen opstrijken. Die ontvangt u pas als u uw spaargeld een jaar op uw rekening laat staan. De getrouwheidspremie is vaak het belangrijkste deel van de rente.
STAP 2: Kunt u wel van bank veranderen?
Als u tot de slotsom bent gekomen dat veranderen van spaarrekening voor u de beste optie is, moet u nagaan of u wel van bank kunt veranderen. Het aanhouden van een spaarrekening was misschien een voorwaarde om bijvoorbeeld een lagere intrest voor uw hypothecair krediet te krijgen. Als dat het geval is, betekent dat nog niet dat u aan een specifiek type spaarrekening vastgeketend zit. De banken bieden almaar meer soorten spaarrekeningen aan om het langetermijnsparen en het internetbankieren te stimuleren. Bij uw instelling kunt u mogelijk een spaarrekening afsluiten die een beter rendement oplevert en beantwoordt aan uw verwachtingen.
STAP 3 : Zoek informatie over de bank
Als u doorzet om een nieuwe bank te zoeken om uw spaargeld te deponeren, kies dan niet zomaar de instelling die op dat moment de hoogste rentevoet biedt. De financiële crisis van 2008 heeft aangetoond dat banken niet onfeilbaar zijn. Informatie over de financiële gezondheid van een bank vindt u op websites zoals www.spaargids.be en www.bankshopper. U komt daar te weten welke rekeningen het meest opbrengen, welke voorwaarden de instelling koppelt aan het rendement van een rekening en welke kredietwaardigheidsrating die instelling heeft. De meest solide banken krijgen van de kredietbeoordelaars een AAA-rating. Tot de rating A wordt de financiële robuustheid van een beursgenoteerd bedrijf beschouwd als hoog.
STAP 4 : Kijk niet alleen naar het totaalrendement
Het totaalrendement van een spaarrekening bestaat uit een basisrente en een getrouwheidspremie. Een rendement van 2,25 procent met een lage basisrente en een hoge getrouwheidspremie is misschien niet de beste oplossing voor u. Als u bijvoorbeeld nu al weet dat u uw spaargeld geen heel jaar kunt missen, dan kiest u het beste voor de hoogste basisrente. De basisrente krijgt u al vanaf de eerste dag dat u stort. Er zijn financiële instellingen die een basisrente tussen 1 en 1,60 procent aanbieden.
KARINE HUET
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier