Software draagt steentje bij
Een nieuwe generatie van aannemers heeft meer oog voor informatiesystemen en management. Toch is software in de bouw een veel minder grote markt dan u zou vermoeden.
De grote bouwbedrijven buiten beschouwing gelaten, zijn informatica en bouw geen natuurlijke partners. Van de 24.600 firma’s met arbeiders zijn er 24.000 met minder dan vijftig werknemers, slechts een 150-tal stelt meer dan 200 mensen tewerk. De grote bedrijven hebben hun eigen informatici en werken vaak met maatsoftware. Daartegenover staan de kleine aannemers, die zich – in de woorden van gedelegeerd bestuurder Kris Everaert van Kresoft Systems nv uit Dendermonde – “behelpen met een spreadsheetje ( nvdr – rekenprogramma).”
Valt Daniel Petit van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) hem bij: “Zij beschikken niet over een kader om aan informatica te gaan doen. Het grootste deel van de aannemers heeft tien tot vijftien arbeiders, waarvan de patroon misschien zelf nog meewerkt. Als die man dan thuiskomt, moet hij zelf nog de offertes berekenen.” Daniel Petit is verantwoordelijk voor de afdeling Toegepaste Informatica bij het WTCB, die sinds 1983-1984 vooral de kleine bouwondernemers met informaticaopleidingen ondersteunt.
Dat is een hele opdracht
omdat de bouw – in tegenstelling tot bijvoorbeeld textiel of metaal – geen serieproducten maakt. Elke villa, elk gebouw, elk infrastructuurwerk is anders. De aannemers zelf zijn intern verschillend georganiseerd. “Iedereen heeft zowat zijn eigen specialiteit,” zegt sales co-ordinator Frederiek Demyttenaere van Infosoft, die voordien werkvoorbereider was bij De Coene-Construct uit Kortrijk. Zelfs de regulerende context vormt een hindernis voor generieke programma’s voor aannemers. “Elk openbaar bestuur heeft zijn eigen lastenboeken, zijn eigen vormen van inschrijvingsformulieren,” zegt Daniel Petit.
Toch zijn er grote lijnen te trekken. Software voor aannemersbedrijven omvat typisch modules voor:
het bijhouden van meetstaten (de opmetingen van het uit te voeren bouwwerk);
voorcalculatie (kostprijsberekening op basis van geschatte materiaal en machinekosten, moeilijkheidsgraad en uitvoeringstijd, eventuele onderaannemingskosten, specifieke bouwplaatskosten als het plaatsen van containers, afsluitingen, bouwketen en dergelijke);
werkplanning (het WTCB geeft hier opleiding in Suretrak, een pakketje van 20.000 frank voor kleine bedrijven, en in Primavera voor grotere onderrnemingen);
het opmaken van vorderingsstaten (tussentijdse facturen);
werkopvolging (bijhouden van de gepresteerde arbeidsuren, materiaalverbruik enzovoort);
nacalculatie (vergelijking met de budgetten uit de voorcalculatie);
beheer van algemene kosten (budgettering, toerekening, bepalen van break-evenpunt…).
Niet alle softwareleveranciers
hebben alle modules in huis en nog zeldzamer zijn de geïntegreerde programma’s, die ook meteen de boekhoudkundige verwerking doen. Bij de kleine ondernemingen, voor zover ze al een computer hebben, speelt horizontale software – tekstverwerking en rekenbladen ( spreadsheets) – een grote rol. Voor hen ontwikkelde Daniel Petit “kadermodellen” in het Lotus 1-2-3 cijferprogramma. Die kadermodellen helpen een aantal van de geciteerde taken (voorcalculatie, vorderingsstaten…) automatiseren. Aangezien de aannemers, als WTCB-leden, via de betaalbare, sectorgerichte informaticaopleidingen van het WTCB (2000 frank per dag), vanzelfsprekend in contact komen met deze kadermodellen, zijn ze bekend in de branche. Ze zijn bovendien relatief goedkoop (40.000 frank).
Internationalisering
Maar ook onder de top-200 van de bouwbedrijven werkt volgens Frederiek Demyttenaere nog zo’n 30% met spreadsheets of toepassingen onder MS Access (een pc-database) die ze zelf hebben geschreven. “Of met maatwerk, waardoor ze nu te maken krijgen met de euro- en de Jaar 2000-problematiek.” “De grote bedrijven kiezen voor maatsoftware en eenmaal ze een pakketje hebben, doen ze er jaren mee,” zegt Kris Everaert, wiens bedrijf Kresoft Systems met 18 miljoen frank omzet (1996) één van de meer bekende is in de sector.
De overvloed
aan kleine, weinig gestructureerde ondernemingen betekent dat de bouw, ondanks zijn belang als motor van de nationale economie, relatief klein en versnipperd is in termen van informatica. “De groeimogelijkheden in België zijn beperkt,” zegt zaakvoerder Marc Goossens van het Hasseltse SRG Belgium, dat zeven mensen heeft werken aan zijn SRG-Bouw- en SRG-Finance-pakketten. Met zijn geïntegreerde oplossing voor de interne administratie van bouwbedrijven – kostprijs zo’n miljoen frank, zonder hardware, licenties of consultancy – richt hij zich tot aannemers die een omzet hebben van meer dan 200 miljoen frank. Dat zijn 256 bedrijven volgens de Trends Top 30.000 1998. Daarvan moeten de Waalse bedrijven eigenlijk worden afgetrokken, want SRG heeft het als Vlaams bedrijf (met een overigens tweetalig product) niet makkelijk in Wallonië. “Dat maakt 200 bedrijven, dus dan kan je zelf wel uitrekenen hoeveel omzet je daarin kan halen,” zegt Marc Goossens, die een vijftigtal klanten heeft. Zijn gamma is ontwikkeld op de Oracle-database met Oracle Developer 2000 als ontwikkelingsomgeving en is nu helemaal onder Windows gebracht.
Kleine markt, hoge ontwikkelingskosten. Het lijkt een perfect recept voor concentratie en internationalisering, vooral nu de millenniumbug en de euro de vraag naar nieuwe software aanzwengelen. Maar als internationalisering al aan de orde is, dan is ze – tot nog toe – bescheiden. Vorige zomer is het Harelbeekse Infosoft, dat al achttien jaar oplossingen heeft voor bouwondernemingen, overgenomen door de Nederlandse LCI Computer Group. Infosoft verkoopt IS Project, een toepassing voor aannemers en installateurs vanaf pakweg vijftig werknemers (offerte en voorcalculatie, werkopvolging, materiaalbeheer, vorderingsstaten, nacalculatie).
Belangrijker is de overname, sinds 1 januari 1998, van de bouwinformatica van het Zaventemse Triple P door de Nederlandse KPD-groep. Triple P was het nummer twee op de Belgische high-end markt, met veertig klanten. KPD (zie kader: Overnames) koestert nu grote plannen in België, maar bedrijven zoals SRG en Infosoft zien integendeel in de onzekerheid die de overname voor KPD’s klanten meebrengt een mooie opportuniteit om zelf sneller te groeien.
Andere nieuwkomers
in de high-end markt zijn Unisys, dat de eerste referentie(s) zoekt voor zijn Prospero-pakket en het Duitse MJP Bau Software, dat een vertegenwoordiger heeft in Aarschot en in februari 1998 twee klanten had ( V.A.G. in Genk en kaaimurenbouwer Hye Gebroeders uit Burcht). Ook Unisys mikt met Prospero momenteel op de grotere aannemers, al wil het “spoedig” ook de kmo’s aanpakken. “Die grote bedrijven zijn geïnformatiseerd, maar niet op een geïntegreerde manier. Daarmee hebben ze het moeilijker om een snelle en correcte kijk op hun kosten te hebben,” zegt Kristof Huet, die bij Unisys verantwoordelijk is voor het Construction Solutions programma. Prospero staat sterk in Groot-Brittannië, maar is een nieuwkomer op het continent. Het pakket is een jaar geleden in België voorgesteld. Voorlopig kan Unisys alleen refereren aan consultancywerk, niet aan een implementatie. Naar verluidt zoekt ook nog een Noord-Amerikaanse softwareleverancier zich in België te vestigen.
Barrières
Omgekeerd vonden we geen Belgische ontwikkelaars met concrete internationale expansieplannen, al heeft Infosoft pas iemand aangeworven om voor zijn hele gamma producten prospectie te doen op de Nederlandse en Franse markt. “Momenteel bouwen we ons verder uit in België, daar zit nog voldoende perspectief voor ons in,” zegt Marc Goossens van SRG, dat in juni naar een nieuw pand in Halen verhuist. Toepassingen voor aannemers kunnen meestal niet gewoon naar het buitenland worden overgeplant. Unisys kampte met een gebrek aan voorcalculatiemodule (in België cruciaal om mee te kunnen doen aan aanbestedingen), die uit Frankrijk moest worden gehaald. Nederland doet zijn calculatie volgens het daar verplichte Stabu-model, wat in België, waar er geen strikte richtlijnen ter zake zijn, onbekend is (waardoor KPD hier niet zonder meer met zijn producten terecht kan). Zelfs Infosoft doet niet actief aan prospectie in Nederland, “al hopen we wel van zusterbedrijven sales leads te krijgen,” zegt Frederiek Demyttenaere. Het gebrek aan gespecialiseerde verkopers is een extra hinderpaal.
Afgezien van de al opgenoemde bedrijven, waar we nog GSE uit Harelbeke moeten aan toevoegen, zit een reeks min of meer bekende bedrijven met software voor aannemers of met administratieve of projectbeheersoftware die ook door aannemers wordt gebruikt. Onder meer (en zonder volledig te kunnen zijn): Adifo (Maldegem), ADII Soft (Bergen), BIDS (Malle), Unit 4 (Antwerpen), Biche Informatique (Bergen, actief in Wallonië), Computers & Communications (Oudenaarde), Init Computing (Braine l’Alleud), Impact (uit Zandhoven, vooral software voor kleinere wegenbouwers).
On line gaan
De nieuwe trend is uiteraard het Internet. Hoewel er nog heel wat aannemers zijn die zelfs geen computer hebben, leveren de beroepsorganisaties nu grote inspanningen om hun leden op het Net te krijgen. Speerpunt daar is de promotie van CoBoNet, het Extranet van de bouw, waarmee aannemers en bouwprofessionelen een hele reeks gegevens kunnen consulteren, maar ook gewoon het “open” Internet op kunnen. Een jaar onbeperkte Internet-toegang via CoBoNet kost 6600 frank exclusief BTW, wat vergelijkbaar is met wat op de commerciële markt voor loutere Internet-toegang – zonder diensten – wordt betaald. Om dat te bereiken, sloot CoBoNet een overeenkomst met Belgacom Skynet. Belgacom is ook de host voor de CoBoNet-diensten.
Bouwprofessionelen moeten wel lid of abonnee zijn van het WTCB of één van de samenwerkende organisaties om voor dit gunsttarief in aanmerking te komen. Begin februari had CoBoNet naar eigen zeggen “700 tot 750” abonnees.
Tegelijk promoot
het WTCB het gebruik van Intranets in de bedrijven en geeft het introducties tot Lotus Notes. “We richten ons daar naar iets grotere aannemers met vier tot vijf pc’s,” zegt Daniel Petit, die toegeeft dat netwerken in die omgeving geen evidentie zijn. “Netwerken vragen een perfecte organisatie en zelfdiscipline, maar in de bouw zit men niet constant acht uur achter die computer, hé. Vandaar dat Notes een mooie oplossing is, omdat men zich niet hoeft af te vragen in welke directory men gegevens opslaat, Notes zorgt daarvoor.” Infosoft, Axi uit Wilrijk en Philippe Janssens en SRG uit Hasselt zijn met Lotus Notes in de bouwsector actief.
Op termijn verwacht het WTCB dat zijn Extranet aanzienlijke efficiëntieverbeteringen kan realiseren in de bouw. Zo kan het gebruik van e-mail het courante overtikken van de samenvattende meetstaten, die aannemers moeten overnemen in hun offerte, vermijden. Daniel Petit: “Tenslotte werken de architecten die de meetstaten opmaken ook op computer.” Dat aannemers meer gaan zoeken in de on line databases van CoBoNet in plaats van de technische diensten van het WTCB te bellen, is dan mooi meegenomen.
BRUNO LEIJNSE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier