SNEEUWONOMICS
Na het boek ‘Freakonomics’ mag een econoom al eens over iets anders schrijven dan de dollar, de groei in de VS of de waardering van de aandelenmarkten. Waarom dus niet vanuit de Zwitserse Alpen even mijmeren over ‘Sneeuwonomics’? Een kruising tussen economie, ecologie en puur plezier.
Welke column verkiezen jullie deze week? Een economische analyse van de Japanse carry-trade of enkele overpeinzingen van een econoom op skivakantie? De eindredactie van Trends stak alvast symbolisch de eerste tekst in het vriesvak voor volgende week, en ging resoluut voor het laatste onderwerp.
Afgelopen week lekten immers de eerste namen uit van mogelijke Nobelprijswinnaars. En daarbij hoorde je nogal vaak de naam Al Gore vallen. Met zijn film An Inconvenient Truth heeft Gore de wereld wakker geschud. En ja, hij mag de prijs winnen. Is het niet de Nobelprijs voor de Vrede, dan toch voor Economie! Die economie is immers mee dankzij de gewezen Amerikaanse vicepresident grondig aan het wijzigen.
Skidorpen zonder sneeuw. Het is ironisch dat de skidorpen vandaag vol staan met dikke SUV’s ( sports utility vehicles, zeg maar 4×4’s). Want net zij zijn mee de oorzaak van de zware CO2-uitstoot, indirect een van de triggers van global warming en het gebrek aan sneeuw in de skidorpen. Nog ironischer is dat diezelfde oorden door het gebrek aan sneeuw steeds meer energie moeten inzetten om sneeuw te maken. En de energieverslindende pistetractoren werken dag en nacht om de laatste sneeuw op de skipisten te duwen en aan te dammen. IJs smelt immers minder snel dan sneeuw. Skiërs kunnen er dus best aan beginnen wennen: in de toekomst zullen ze wel vaker op beenharde witte stroken in de groene natuur afdalen.
De skidorpen klagen trouwens steen en been over het tegenvallende toerisme. Sommige dorpjes houden alleen nog het hoofd boven water dankzij het consumptiegedrag van Russische miljardairs. Oliemiljardairs natuurlijk…
Ultieme skibestemmingen. De Zwitserse banken verlenen momenteel al geen kredieten meer voor ski-installaties onder 1500 meter. Misschien zal het allemaal wel zo’n vaart niet lopen en was de winter van 2007 gewoon ‘ongewoon warm’. Maar het zou ook kunnen dat het almaar moeilijker wordt om te skiën. Wel staat vast dat sommigen nu al hun appartement in de bergen verkopen, uit vrees voor forse waardedalingen.
In ieder geval, stel dat er nog maar enkele goede winters overblijven om zorgeloos te skiën. Wat zijn dan de ultieme skibestemmingen in Europa? Dit is mijn eigenzinnige top:
De Italiaanse Dolomieten zijn misschien wel het mooiste natuurgebied om te skiën. De Sella Ronda biedt 40 kilometer absoluut skiplezier en voert u onder meer naar de dorpjes Arabba, Corvara, Santa Cristina en Val Gardena. Goed voor één skidag, maar er zal altijd wel een moment zijn om nog te genieten van een cappuccino.
Champéry, de Zwitserse zijde van het Franse skidomein Morzine-Avoriaz. Hier kom je voor Le Pas de Chavanette, beter bekend als le mur suisse: een diepzwarte piste die je best alleen na overvloedige sneeuwval aanvalt.
L’Alpe d’Huez claimt Europa’s langste zwarte piste te bezitten. La Sarenne is 16 kilometer lang en voert u langs de gelijknamige col die in de zomer ook mooie fietsmomenten oplevert.
Ten slotte zou ik ook nog Matterhorn Glacier Paradise aanbevelen in het Zwitserse Zermatt, de hoogste skipiste van Europa op bijna 4000 meter (zie foto). Als de opwarming van de aarde zich voortzet, zou dit wel eens het laatste gebied in Europa kunnen worden waar skiplezier gegarandeerd is. Maar tegen dan is het wellicht onbetaalbaar voor de gewone skiër.
De auteur is hoofdeconoom van Petercam Vermogensbeheer.
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier