Smart Cities: voor wie bezorgd is om duurzaamheid
Begin oktober werd het nieuwe gemeentehuis geopend in Gembloers. Het OCMW van Landen bouwt een nieuwe woonzorgcampus. In Sint-Gillis-Waas wordt een nieuw administratief- en bestuurscentrum geopend.
Geen grote prestigeprojecten. Wel initiatieven die passen in het Smart Cities-programma waarmee aan openbare besturen financiële steun wordt gegeven om initiatieven rond zogenaamde slimme steden tot stand te brengen.
Het programma ondersteunt projecten in drie domeinen: mobiliteit, stadsontwikkeling en energie-efficiëntie. Een project dat in aanmerking wil komen, moet niet alleen slim maar oo aantoonbaar duurzaam zijn. Belfius stelt voor het programma 200 miljoen euro ter beschikking. De Europese Investeringsbank (EIB) doet hetzelfde.
Nu de lokale besturen moeilijke economische periodes hebben doorgemaakt, bestaat de neiging wel eens om bepaalde investeringen uit te stellen. Investeringen die nochtans noodzakelijk zijn en een positieve impact hebben op mens en milieu. Zoals het concentreren van de administratieve diensten van een gemeente in één gerenoveerd gebouw, waardoor aanzienlijke energiebesparingen kunnen worden geboekt.
De lokale overheden staan voor tal van uitdagingen en het is niet bedoeling dat hun investeringen afnemen
Er is niet alleen de economische omgeving die ervoor gezorgd heeft dat lokale overheden voorzichtig zijn met investeringen. De nieuwe Europese boekhoudregels maken dat grote investeringsprojecten onmiddellijk in de budgetten moeten worden opgenomen. Dat is een zware last voor gemeenten en OCMW’s en dreigt het investeringsritme te vertragen. Nochtans staan de lokale overheden voor tal van uitdagingen en is het niet bedoeling dat hun investeringen afnemen. Andere overheden schuiven meer en meer verantwoordelijkheden deels of volledig door naar de lokale besturen.
Zo zullen lokale besturen meer en meer betrokken worden bij de aanpak van een van de belangrijkste beleidsthema’s: mobiliteit. Het optimaliseren van verplaatsingen en het beperken van verkeersopstoppingen in de stad, het leven vergemakkelijken van de reizigers bij hun verplaatsingen en het bevorderen van meer ecologische vervoermiddelen en de zogenaamde ‘zachte’ mobiliteit zijn bekommernissen die kunnen worden aangepakt door lokale besturen in het Smart Cities-project te laten stappen.
Andere thema’s zijn klimaat en daaraan gekoppeld energiebesparing. Het lokale niveau is echt wel aangewezen om te werken aan energiebesparing. De stedelijke zones staan in voor 75 procent van het energieverbruik en voor 80 procent van de CO2-uitstoot. Investeringen zijn ook nodig omdat België zeker nog een aantal inspanningen kan doen. Een ontwikkeld land zou 4 procent van zijn bbp aan infrastructuurwerken moeten besteden. In België ligt dit percentage lager dan 2 procent. Hier is dus nog groeimarge.
Vandaar het Smart Cities-project om lokale besturen te helpen bij projecten waarin duurzaamheid centraal staat. Met de fondsen die ter beschikking worden gesteld, kan de leninglast van gemeenten, OCMW’s en intercommunales aanzienlijk worden verlicht.
Smart Cities is in 2014 gestart en momenteel worden al 120 tot 130 projecten onder de loep genomen. Van alle vergelijkbare initiatieven op Europees niveau is dit het enige dat zo hoog scoort. Deze projecten moeten ook voor extra jobcreatie zorgen. Bovendien maakt het label ‘Smart City’ een stad of gemeente aantrekkelijker.
De projecten die via Smart Cities gefinancierd worden, hoeven niet altijd grootschalig te zijn. Een paar voorbeelden tonen dat aan: zo is op lokaal vlak een kleine module beschikbaar die op de openbare straatverlichting wordt aangebracht om die op maat te beheren. Een ander voorbeeld is een systeem van containers die zijn uitgerust met een elektronische chip voor een optimale inzameling van huishoudelijk afval, en waarmee elk gezin zijn eigen verbruik in real time op internet kan volgen. Een hightech-aanpak die dankzij Smart Cities mogelijk is.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier