Slepende ziekte zonder remedie
De ziekteverzekering is goed voor bijna een derde van de jongste besparingsinspanning. Het leverde minister Maggie De Block (Open Vld) kritiek op vanaf vele banken. Artsensyndicaten, ziekenfondsen en ziekenhuiskoepels riepen om ter luidst. Toch beseft iedereen dat er iets moet veranderen. De hamvraag is: betaalt de patiënt de rekening?
Over het geld in de ziekteverzekering wordt elke herfst geruzied. Het gaat dan ook om veel geld: dit jaar niet minder dan 24 miljard euro. De ziekenhuiskoepels, de geneesmiddelenindustrie, de artsen en de ziekenfondsen hangen allemaal af van de budgettaire verdeelsleutel die wordt afgesproken bij de begrotingsopmaak. Geen wonder dat het elk jaar klachten regent van wie zich misdeeld voelt.
Nu de besparing voor de ziekteverzekering in 2017 oploopt van 660 tot 902 miljoen euro, is de kritiek groter en algemener dan gewoonlijk. “Dat was te voorspellen”, beseft Paul Callewaert, algemeen secretaris van de Socialistische Mutualiteiten. “De dijken stonden al op springen. De bijkomende besparingen doen alle beroepsgroepen steigeren.”
Niemand buiten schot
Het idee dat in de ziekteverzekering nog een en ander te saneren valt, is nochtans wijdverspreid. Zegt N-VA-kamerlid Yoleen Van Camp: “De denktank Itinera berekende in 2013 dat de verspilling in de ziekteverzekering oploopt tot 14 procent. Dat is misschien maar een cijfer, maar ik krijg regelmatig getuigenissen waaruit blijkt dat er nog altijd wordt verspild. Ik denk bijvoorbeeld aan het overgebruik van CT-scans, maar ook aan het hoge aantal keizersnedes. Je ziet regionaal bovendien belangrijke verschillen waaruit blijkt dat overconsumptie over de taalgrens een hardnekkiger probleem is.”
Van Camp is doctor in de Medische Wetenschappen en zit voor de N-VA in de commissie Volksgezondheid. Ze liet zich in een vrije tribune in De Standaard positief uit over de besparingsmaatregelen. “Ik heb mijn bijdrage geschreven omdat iedereen zich zorgen maakt over de houdbaarheid van de sociale zekerheid. We zouden de excessen veel beter kunnen aanpakken als de sociale zekerheid gesplitst was, maar de jongste besparingsoefening focust ook op verspilling. Dat komt onvoldoende uit de verf in de reacties. Te vaak worden de besparingen beschouwd als een aanslag op de centen van de gewone man, terwijl het tegendeel het geval is.”
Patiënten of artsen
Op het terrein is het protest tegen de besparingsmaatregelen opvallend fors. Dat is misschien logisch, omdat niemand buiten schot bleef. Zelfs de patiënt niet. Ook die moet – ook al beweert minister De Block het tegendeel – meer betalen. Dat het remgeld voor antibiotica hoger wordt, betekent voor de meeste patiënten een prijsverhoging van hun zorgfactuur, maar valt te verantwoorden als maatregel om de overconsumptie van antibiotica te beteugelen. De minister wijst naar de maximumfactuur om de gevolgen voor de financieel zwakkere patiënten te minimaliseren. Het indexeren van de plafonds voor de maximumfactuur betekent voor die financieel zwakkere patiënt echter dat het mechanisme pas later begint te werken. Ook de beslissing om de investeringen in wijkgezondheidscentra te bevriezen, treft voornamelijk dezelfde groep. Lieven Annemans, gezondheidseconoom aan de UGent, bevestigt dat: “Ik kan op veel terreinen de logica van de minister volgen, maar besparen op nieuwe initiatieven voor wijkgezondheidscentra is jammer. Het treft de financieel zwakkere patiënt en levert niet eens 10 miljoen op. Dat geld had ze beter elders gezocht.”
Maar ook indirect dreigen de patiënten mee het kind van de rekening te worden. “Ik ben zeker dat de minister moeite doet om de patiënten te ontzien, maar ze slaagt er niet in”, zegt Calle-waert. “Ziekenhuizen moeten 92 miljoen euro inleveren, maar tegelijk wordt bij de zorgverstrekkers 300 miljoen afgeroomd. Dat blijft niet zonder gevolgen, omdat de ziekenhuizen vooralsnog mee worden gefinancierd via afhoudingen op de honoraria van de artsen die er werken. Vermoedelijk zullen ziekenhuizen nu nog meer besparen op werkingskosten en personeel. Bovendien is het onvermijdelijk dat ze het verlies aan inkomsten trachten te compenseren door meer supplementen aan te rekenen. En wie is het kind van die rekening? De patiënt.”
Of de artsen? Die krijgen maar een fractie van hun indexaanpassing. En zijn daar uiteraard niet blij mee. Alle artsensyndicaten protesteerden met een gezamenlijk persbericht. Marc Moens, voorzitter van het grootste artsensyndicaat BVAS: “Sinds 2011 hebben we nog maar één keer onze indexaanpassing volledig gekregen. Cumulatief verliezen we 9,3 procent koopkracht. We hebben er geen probleem mee om op gelijke voet met andere burgers in dit land te worden behandeld, maar wij worden harder geviseerd. Dat pikken we niet.”
Daar komt volgens Moens nog eens het effect van de besparingen bij de ziekenhuizen bovenop. Die zullen volgens de BVAS-topman een stuk van wat ze moeten inleveren, willen compenseren met hogere afhoudingen op de artsenhonoraria. Dat is meteen ook een van de redenen waarom De Block versneld haar hervorming van de ziekenhuisfinanciering wil doorvoeren. Die maatregel lokte, gekoppeld aan het besparingsregime, bij de koepelorganisatie Zorgnet-Icuro een zure reactie uit. Annemans reageert echter opgetogen: “Twee jaar geleden stond de nieuwe ziekenhuisfinanciering al in het regeerakkoord. Het is goed dat die oefening nu wordt versneld. Veel mensen in de ziekenhuizen willen nog altijd hun omzet maximaliseren door bedden te vullen. Nochtans weten we nu al dat er bedden moeten verdwijnen en dat die mentaliteit moet wijzigen. Sommige ziekenhuizen zullen moeten inkrimpen. Het betekent nog niet dat ze minder rendabel worden; hun kosten zullen dalen omdat ze niet meer alles moeten aanbieden. De minister geeft het signaal dat ziekenhuizen aan die oefening moeten beginnen.”
Krimpen of krimpende groei
De grootste besparing komt echter van de geneesmiddelenproducenten. Zij dragen niet minder dan 452 miljoen euro bij, stelt Pharma.be in een persbericht. Aan de telefoon reageert CEO Catherine Rutten: “Onze bijdrage is goed voor bijna de helft van de besparingsinspanning. Dat is enorm zwaar. We stellen ons loyaal op en kiezen voor een duurzaam beleid, maar ik wil duidelijk stellen dat dit niet voor herhaling vatbaar is.”
De geneesmiddelensector is het enige segment waar de besparingen maken dat het budget ook effectief lager uitvalt dan in 2016. De andere segmenten krijgen vooral minder dan was beloofd. Toch is de toon in het persbericht tamelijk mild. “Ik wil niemand met de vinger wijzen, maar ik wil wel benadrukken dat onze sector bijzonder veel inspanningen doet”, zegt Rutten. “Suggesties dat het geneesmiddelenbudget niet onder controle zou zijn, zijn dan ook totaal uit de lucht gegrepen. Bovendien betaalt onze sector nog eens een omzetbelasting van 370 miljoen euro boven op de besparingen.”
De reden van die gematigde reactie ligt blijkbaar in het pact dat De Block in juni 2015 sloot met de geneesmiddelensector. Rutten: “Onze sector wordt bijzonder hard getroffen door de besparingen, maar we merken dat de geest van het Toekomstpact is gerespecteerd. Besparingen worden gezocht in het aanscherpen van de competitie onder de geneesmiddelen waarvan het octrooi is verstreken, zodat er middelen beschikbaar zijn voor nieuwe geneesmiddelen.”
Ook de ziekenfondsen stuurden een gezamenlijk perscommuniqué om te protesteren tegen de besparingen. Ze klagen dat de regering haar beloften niet houdt. “De groeinorm werd tot 1,5 procent verlaagd”, zegt Callewaert. “Volgens het planbureau is er 2,2 procent groei per jaar nodig. Daaronder blijven, betekent kwaliteit opofferen. Maar zelfs die 1,5 procent halen we niet. We willen best begrijpen dat de buikriem moest worden aangehaald onder Europese druk. Maar dat moet gebeuren met een perspectief van reculer, pour mieux sauter. Daarvan is op dit moment helemaal geen sprake.”
Dezelfde frustratie valt bij de artsen te noteren. Zegt Moens: “We halen amper een groei van 0,5 procent. Van de beloftes is weinig overgebleven. Vergeleken met wat het Planbureau naar voren schuift, zitten we met een serieuze kloof. Je kunt nu voorspellen dat we volgend jaar grote problemen krijgen, die op hun beurt voor nieuwe budgetoverschrijdingen zullen zorgen.”
Maar uiteindelijk blijft het budget van de ziekteverzekering groeien. Dat is ook nodig, gezien de vergrijzing van de bevolking en de kostprijs van nieuwe therapieën in de zorg. “Die zaken verklaren ook de permanente groei van de gezondheidsuitgaven”, onderlijnt Moens. “Het is daarom niet correct die stijging als overconsumptie te labelen.” Annemans ziet dat anders. “Net door de overconsumptie hard aan te pakken, kunnen we investeren in meer preventie en in nieuwe technologie”, reageert hij.
Doelmatigheid
Om de overconsumptie aan te pakken, werden vroeger vooral besparingen gezocht in het geneesmiddelenbudget of in zachte maatregelen om het voorschrijfgedrag bij te sturen. Dat recept is vervangen door een remedie van doelmatigheid. Alleen blijkt ook die niet te volstaan. Zegt Callewaert: “De steen is nu wel gestroopt. We kunnen nog wel geld doelmatiger besteden, bijvoorbeeld in het gebruik van geneesmiddelen, maar de vrijgekomen middelen zijn eigenlijk onmiddellijk nodig voor nieuwe noden die niet beantwoord worden. Ik denk aan geestelijke gezondheid, terugbetaling van brillen, hoorapparaten of een betere terugbetaling van tandzorg.”
Moens vult aan: “Het probleem is dat de minste ondoelmatigheid wordt uitvergroot in de media. Er ontstaat de indruk dat er nog veel te rapen is, terwijl de tekorten zich opstapelen. Ziekenhuizen komen in de problemen, zorgverstrekkers beginnen minder te verdienen, en uiteindelijk geraakt het systeem in een spiraal van ondoelmatigheid.”
Annemans ziet de besparingslogica als een belangrijke wake-upcall voor de sector. “Onze gezondheidszorg is decennia een van onze paradepaardjes geweest”, zegt hij. “Toegankelijk, solidair en met ruimte voor innovatie. Intrinsiek hebben we het beste systeem van de wereld. Maar als we het niet hervormen, riskeren we de solidariteit op te blazen. We moeten besparen om te herinvesteren en onze ziekteverzekering hervormen om ze te kunnen behouden. En dat dringt nog niet genoeg door.”
Roeland Byl
” Net door de overconsumptie hard aan te pakken, kunnen we investeren in meer preventie en in nieuwe technologie”- Lieven Annemans, UGent
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier