Sixinch schuimt de markt af
De ambitie van Sixinch is niet min. Het bedrijf uit Kontich wil ‘s werelds grootste producent van gecoate foammeubels worden. Die droom moet werkelijkheid worden dankzij buitenlandse licenties.
De meubels in gecoat polyurethaan- of PU-schuim van Sixinch staan letterlijk overal ter wereld: van het Centre Pompidou in Parijs, over de Belgische ambassade in Japan tot het Mondrian Hotel in Miami of het Yotel in New York. In eigen land vind je het designmeubilair onder meer op het terras van restaurant ‘t Zilte in het MAS en in de conceptstore Seven Rooms.
Michel Sels en Pieter Jamart, het duo achter Sixinch, bouwen aan een internationaal imperium. Dat doen ze via buitenlandse licentiehouders die de meubels ter plekke produceren en verdelen onder de naam Sixinch. Vorig jaar sloten ze contracten in Italië, China en Amerika. Eerder hadden ze al licenties in Japan, Taiwan, Zuid-Korea, Spanje en Portugal. Michel Sels noemt het contract in de Verenigde Staten een kantelpunt voor het bedrijf: “Meer dan vijf jaar zijn we bezig geweest om daar voet aan de grond te krijgen. Onze Amerikaanse vennoot is een grote speler. Hij heeft 45 bedienden en 350 arbeiders in dienst. Hij mikt op een omzet van 30 à 40 miljoen dollar over een paar jaar. Daarop krijgen wij een commissie van 2 tot 7 procent. Reken maar uit.”
Met de hand
Ondanks die grote cijfers is Sixinch een relatief klein bedrijf. Sels en Jamart doen zogoed als alles zelf: administratie, marketing, design, productie, sales enzovoort. “Wij zitten hier met zijn tweetjes. Als ze bellen uit Amerika en vragen naar de marketingafdeling moet ik een ander stemmetje opzetten”, grapt Sels. Zijn ze dan wel mans genoeg voor zulke grote deals? “Zodra het contract getekend is en de buitenlandse productie loopt, hebben wij er niet meer veel werk aan. Maar in de opstartfase is er wél veel werk. Daarvoor zijn we eigenlijk onderbemand, maar momenteel hebben we nog niet de middelen om extra personeel aan te nemen. Al zal dat snel veranderen, zodra de licentiecontracten ons echt geld beginnen op te leveren”, legt Sels uit. Sixinch draaide vorig jaar, inclusief de buitenlandse productie, zo’n 4 miljoen euro omzet.
Naast de twee zaakvoerders werken er in België nog een administratief bediende en twee freelancevertegenwoordigers. En in het Sixinch-atelier zijn drie arbeiders aan de slag. Zij maken alle meubels voor de Belgische markt en voor de markten waar nog geen licenties zijn. De stukken worden volledig met de hand gemaakt. Eerst wordt de vorm uitgesneden in PU-schuim. Daarop komt er een waterdichte, rubberachtige coating die uit drie lagen bestaat. De productie is arbeidsintensief. Noem het gerust een ambachtelijk hightechproduct. “Het grote voordeel van deze techniek is de vrijheid: alle vormen en kleuren zijn mogelijk”, stelt Pieter Jamart. “En maatwerk is niet duurder dan een model geproduceerd in serie. Het grootste deel van onze productie is dan ook maatwerk, zo’n 70 procent.”
Logische keuze
De keuze voor buitenlandse licenties is niet onlogisch. Toen Sixinch in 2003 begon, was er van buitenlandse licenties nog geen sprake. Alles werd geproduceerd in het atelier in Kontich en vervolgens verscheept. Maar loonkosten, invoerrechten, wisselkoersen, verpakking en transport maakten de meubels heel duur. Bovendien kost transport veel tijd. Om te groeien in het buitenland moesten ze het dus anders aanpakken. Zo houden ze ook de concurrenten op afstand die wel nog in België produceren.
Verder houden die buitenlandse vennoten ook een oogje in het zeil voor epigonen. “We zien geregeld producenten opduiken die hetzelfde willen doen als wij, maar hun kwaliteit is steevast slecht”, weet Jamart. “Wij hebben de eerste jaren ook veel problemen gehad. Ellende met de machine, personeelsproblemen en slechte leveranciers kostten ons honderdduizenden euro’s. Dat was ons leergeld. Coating is nu een complex proces. Maar dat is meteen ook onze beste bescherming. We hebben tien jaar voorsprong op iedereen die ons wil nadoen.”
Sels vult aan: “In Italië was er een potentiële concurrent. Hij verkocht al meubels, maar zijn kwaliteit was niet goed. In plaats van te wachten tot hij over een paar jaar wél kwaliteit kan leveren, nodigden we hem uit voor een gesprek. Nu is hij deel van Sixinch. Onze bedoeling is van Sixinch een grote groep te maken. We willen de grootste coater ter wereld worden, gegroepeerd in een vijftiental lokale productie-units. Concreet denk ik bijvoorbeeld aan Dubai, Rusland, Zuid-Amerika, Australië en India. Lokale productie is niet alleen goedkoper, maar ook ecologischer. Zo sparen we onder andere dieselschepen uit.”
Moeilijke start
De twee vennoten hebben een compleet andere achtergrond. Pieter Jamart studeerde interieurvormgeving en ontdekte het foammateriaal via de Blue Bench van Maarten Van Severen. Toen hij als eindwerk een stoel van gecoat schuim wilde maken, vond hij geen enkele goede producent. Het bracht hem op het idee het zelf te doen. Toevallig kwam hij Michel Sels tegen, die er wel toekomst in zag. Een paar maanden later was Sixinch een feit.
Michel Sels is een selfmade man. Na een jaar boekhouden en fiscaliteit stopte hij met school. Hij werd verkoper bij Allshop, een bedrijf dat merchandise, displays en mannequins levert voor onder andere Dries Van Noten en Essentiel. Sels bleek een geboren verkoper. “Het eerste jaar draaide ik meteen de dubbele omzet. Al snel kreeg ik een vast contract, maar ik wilde meer. Na een tijdje kocht ik het bedrijf. Dat is intussen 22 jaar geleden. Later kocht ik ook het gebouw op de Amerikalei. En nog een paar bedrijven, waaronder de paspoppenproducent ACB Displays. Maar sinds Sixinch heb ik die weer verkocht. Nu heb ik enkel nog Allshop.”
Sixinch begon heel voorzichtig, zonder noemenswaardig startkapitaal. Sels stak er 2500 euro in die hij, zodra het kon, er weer uithaalde. Zodat de twee vennoten quitte staan. “Een droomstart was het niet”, geeft Sels toe. “Vanaf dag één waren we ondergekapitaliseerd. Door de lagekostenaanpak liepen we ook geen grote risico’s. We hebben altijd al ons geld in de firma gestoken. Er was zelfs een periode dat ik mezelf niet uitbetaalde, omdat het krap was. Die tijd is gelukkig voorbij. Sinds twee jaar is onze omzet stabiel. En met de opbrengst van de Amerikaanse deal zullen we meer slagkracht krijgen en sneller kunnen groeien.”
Jamart heeft er een goed oog in. “Een tijd geleden beloofde ik mezelf dat de zaak op mijn 35ste de goede richting uit moest gaan. Anders zou ik iets anders gaan doen. Vorige week ben ik 35 geworden. Lang heb ik niet moeten nadenken: een andere job is voorlopig niet aan de orde.”
IRIS DE FEIJTER
“We hebben tien jaar voorsprong op iedereen die ons wil nadoen” Pieter Jamart
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier