Eric Pompen
Schaf de vennootschapsbelasting af
‘There is no business to be taxed,’ zei Nobelprijswinnaar Milton Friedman. Je kunt namelijk gebouwen noch machines een heffing opleggen. Uiteindelijk betalen mensen de belastingen.
“There is no business to be taxed”. Deze gevleugelde woorden van wijlen Milton Friedman, winnaar van de Nobelprijs voor economie in 1976, slaan spijkers op koppen. Je kunt namelijk gebouwen noch machines een heffing opleggen. Uiteindelijk betalen mensen – lees de werknemer, de aandeelhouder en de consument – de belastingen.
Vennootschapsbelasting heeft dus geen zin. De kostprijs wordt toch afgewenteld op de prijs van het product. Kijk maar naar de huidige discussie over de bankentaks. De spaarders draaien op voor de rekening. Hetzelfde geldt voor de mottenbollentaks van Electrabel. Als kapitaal geen minimale ‘return on investment’ krijgt, investeert de belegger niet meer in arbeid. Zo verliest de gemeenschap zowel jobs als inkomsten.
Jammer genoeg begrijpt di Rupo (PS) dit axioma niet. Integendeel, de socialistische premier verhoogt de vennootschapsbelasting in dit land met meer dan 20% om zijn begroting in evenwicht te houden. Deze maatregelen zullen geen geld in het laatje brengen, maar de schatkist op termijn veel duiten kosten door economische achteruitgang en stijgende werkloosheid. Alleen ondernemingen creëren toegevoegde waarde.
Terwijl internationaal de vennootschapsbelasting daalt, stijgt in ons land de fiscale druk op bedrijven. Het Belgisch wetboek telt niet minder dan 92 verschillende heffing op ondernemingen. Met een ‘total tax rate’ van 57,3% prijkt België op de 153ste plaats, aldus recent onderzoek van PwC en de Wereldbank. Het wereldwijde gemiddelde bedraagt 47,80%. Volgens de werkgeversfederatie Agoria dragen de Belgische vennootschappen samen 2,9% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) bij aan de schatkist. In Duitsland (2,4%), Nederland (2,4%) en Frankrijk (2,2%) is dat een pak minder. Uit de jongste Top 30.000 blijkt het effectief belastingtarief gemiddeld 12,11% te bedragen. Wel bestaat een grote discrepantie tussen grote (11%) en kleine (21%) bedrijven.
Op het einde van de rit levert de vennootschapsbelasting slechts 10 miljard euro op. Dat is nog geen 6% van de totale (para)fiscale inkomsten. Nochtans besteden zowel bedrijven als de overheid enorme veel tijd en geld aan het invullen of controleren van dit aanslagbiljet. Puur verlies. Netto levert heel de operatie namelijk weinig of niets op. De knappe knoppen van tollenaars en fiscalisten zouden beter hun energie steken in constructieve creaties, waar de gemeenschap iets aan heeft. Ondertussen zijn de lasten op arbeid zo torenhoog dat ze elk initiatief in de kiem smoren. Zo zijn volgens VKW Metena de personenbelasting en de sociale bijdragen goed voor respectievelijk 26% en 29% van de opbrengsten voor de staat, terwijl kapitaal amper 1% voor zijn rekening neemt.
Schaf met andere woorden de onproductieve vennootschapsbelasting. Een heffing op de winst van een onderneming is overbodig, want alleen een voorschot op de uiteindelijke belasting van de investeerder. Bovendien wentelt het ‘kapitaal’ deze kost toch maar op de factor ‘arbeid’ en de ‘consument’. Aansluitend op de visionaire stellingen van wijlen Albert Tiberghien brak Guy Verhofstadt (Open Vld) in zijn Vierde Burgermanifest uit 2006 al een lans om geleidelijk de directe inkomstenbelastingen te vervangen door indirecte heffingen. Concreet stelde de voormalige premier van ons land voor de totale CO2, die ons land volgens het klimaatverdrag mag uitstoten, openbaar te veilen en de opbrengst te gebruiken voor een vermindering van de lasten op arbeid. Iedereen – inclusief de kleine man – vaart daar wel bij!
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier