Sandrine Alouf “Belg zijn is een must in Parijs”

Antoine Moreno Freelancejournalist

Even testen of ze wel bij de tijd is. Als we aan fotografe en consultant Sandrine Alouf een plaats voorstellen om af te spreken, maken we gewag van Le Progrès, een bistro in het 3de arrondissement die vaak wordt bezocht door grafici en communicatiemensen. Sommigen zouden alleen maar reageren met: “Waar?”. Maar zij zegt spontaan: “Op de hoek van de Rue de Bretagne?” Sandrine Alouf kent haar nieuwe adoptiestad goed…

SANDRINE ALOUF (FOTOGRAFE EN CONSULTANT). “Ik reageerde op een uitnodiging van mediaman Jean-François Bizot, die me had voorgesteld om voor TSF te werken, de belangrijkste jazzradio in Frankrijk en een van de zenders uit de groep Nova. Het ging dan wel om een informeel voorstel, maar ik ben er toch op ingegaan, denkende: “We zullen wel zien.”

En hebt u daar dan ook gewerkt?

ALOUF. “De werkelijkheid was helemaal anders, want bij TSF hadden ze gewoonweg geen vacature ( lacht)! Ik ben niettemin bij de groep Nova binnengestapt en heb er Nova Events opgericht, een organisator van evenementen. Ik had tevoren in Brussel al vrij omvangrijke tentoonstellingen georganiseerd en voelde me erg in mijn sas. Onder het label Nova kreeg ik de gelegenheid een aantal projecten op te zetten, zoals Une Nuit au Champs, waarbij we 9000 mensen samenbrachten op de Champs-Elysées, een voorafspiegeling van Les Nuits Blanches. Daarna heb ik mijn eigen bedrijfje opgericht, het adviesbureau Label Golibanaise. Ik maak daar, in de eerste plaats op basis van mijn foto’s, trend- en sfeerdossiers voor klanten als de juwelenontwerpen Dinh Van of, recent nog, het wintersportcentrum Les Arcs 1950.”

Vorig jaar mocht u het metrostation Luxembourg bekleden met uw wolkenfoto’s?

ALOUF. “Ik fotografeer al jarenlang de hemel. Ik heb intussen 5000 clichés gemaakt in alle uithoeken van de wereld, allemaal nauwkeurig voorzien van het uur en de plaats van de opname. Ik vond dat ik daarmee toch iets moest doen. Ik heb dus het vervoersbedrijf RATP voorgesteld om de muren van de metro te bedekken, kwestie van de passagiers wat lucht te bieden. Zes maanden later kreeg ik groen licht, op voorwaarde dat ik zelf voor het nodige geld zorgde. Ik moest een oppervlakte van 20 meter lang en 6 meter hoog bekleden. Het ministerie van Milieu zag wel wat in het concept, maar had er geen budget voor. Toen dacht ik aan Air France. Die vonden het een uitstekend idee en namen de financiering op zich. Van de reizigers heb ik trouwens veel ontroerende brieven gekregen met gedichten, foto’s en bedankjes … De Parijse vervoersmaatschappij had gepland om de installatie zes maanden te laten hangen, maar besloot uiteindelijk toch tot een verlenging.

“Dat project heeft intussen ook geleid tot andere initiatieven. Vincent Bastie, de architect van het hippe Muranohotel, heeft me gevraagd om, eveneens gebaseerd op foto’s van de lucht, een suite voor zijn hotel Five in het 5de arrondissement te ontwerpen, gebaseerd op het principe van de opeenvolging van dag en nacht.”

U hebt zonet een ‘café crème’ besteld en geen ‘café au lait’, zoals ze in België zouden doen. Bent u nu een echte Parisienne?

ALOUF. “Zeker niet. Ten eerste zijn er maar weinig echte Parijzenaars van oorsprong. De meeste inwoners van Parijs komen uit de provincie en hebben zich hier gevestigd. Ten tweede heb ik veel meer de neiging om mijn Belgisch-zijn uit te dragen – ook al ben ik een Belgisch-Libanese – want Belg zijn, is hier een pluspunt en zelfs een must geworden.”

Hoezo?

ALOUF. “Het imago van België is veranderd. Belg zijn wordt geassocieerd met zin voor creativiteit, vrijheid, positieve vervreemding. De Parijzenaars snappen niets van België, maar zijn er wel door geïntrigeerd en gecharmeerd. We worden hier van onze goede kant bekeken en daarvan moeten we profiteren.”

U woont op de rechteroever in het 2de arrondissement, in het volle centrum van de hoofdstad. Wat betekent dat voor u?

ALOUF. “Als het over wijken gaat, ga ik af op affiniteiten. Het kwartier waar ik woon, vertoont twee verschillende aspecten: aan de ene kant is het druk, met de Boulevard Etienne Marcel, de Rue Réaumur; aan de andere kant is het erg kalm, rond het Palais Royal, het Louvre en de Pont des Arts, waarvan ik helemaal weg ben. Die twee tegengestelde ambiances bevallen me. Bovendien zijn er de Japanse restaurants in de Rue Sainte-Anne waarvan ik een grote fan ben. Ik woon op de bovenste verdieping van een pand met acht veluxramen die alleen maar uitzicht geven op de hemel.”

Zegt de Rive Gauche u niets?

ALOUF. “Zeer weinig. Naar Saint-Germain gaan is een hele onderneming, want je moet al de Seine oversteken. Het is echter niet zozeer een kwestie van afstand, want ik wandel sowieso enorm veel in de stad. Ik ga uitsluitend naar de linkeroever als mijn ouders op bezoek zijn, want zij houden veel van die plek vanwege de literaire connotaties. Ik zeg meestal dat de Rive Gauche contempleert en de Rive Droite werkt. Aan deze kant is er meer beweging. De wijk van de Bastille is niet meer deze die ik zeven jaar geleden kende, het 20ste arrondissement evenmin. Beide hebben er een dosis dynamiek bij gekregen. Dat in tegenstelling tot Brussel, waar de stedelijke evolutie veel trager verloopt.”

Wat kan u doen terugkeren naar Brussel?

ALOUF. “Misschien keer ik beroepshalve nog wel terug. Ik zit met een project om de Parking 58 te transformeren. Het komt erop neer dat ik de volledige acht verdiepingen moet bedekken met mijn wolkenfoto’s.”

U draagt een aantal badges op de revers van uw jas. Wat staat daar bovenaan in kleine lettertjes?

ALOUF. La vie appartient à ceux qui rêvent trop“. (Het leven behoort toe aan wie te veel droomt.)

Antoine Moreno

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content