Runner’s high

Marleen Finoulst Hoofdredacteur Bodytalk en arts

Kan je verslaafd worden aan lopen?

Ze bestaan. Mensen die verslaafd zijn aan sport en zelfs ontwenningsverschijnselen vertonen als ze hun joggingsessie moeten afzeggen. Veel lopers kennen het fenomeen runner’s high: een mentale toestand van ontspanning, die gepaard gaat met een zekere mate van euforie die optreedt na 60 tot 90 minuten lopen. Sommige joggers omschrijven het als een dronken gevoel, waardoor ze één lijken te worden met de natuur rondom hen.

Bestaat er een wetenschappelijke verklaring voor runner’s high, het gevoel dat het lichaam een soort fysieke drempel overschrijdt en dan terechtkomt in een andere mentale toestand? Volgens sommige wetenschappers is dat roeseffect te danken aan het vrijkomen van endorfines, morfineachtige stoffen die het lichaam zelf kan aanmaken en die een soort roes opwekken. In sommige onderzoeken zie je inderdaad de concentraties endorfines toenemen in het bloed, meer bepaald bij een inspanningsintensiteit van 75 tot 80 procent van het maximale zuurstofverbruik, wat goed overeenkomt met de overschrijding van de anaërobe drempel. Maar ander onderzoek kan die toename niet bevestigen. Daarom is niet iedere wetenschapper overtuigd van het bestaan van runner’s high. Heel wat lopers ervaren in plaats van euforie alleen maar kommer en kwel op hun parcours, hoe lang ze ook doorgaan. Sinds het fenomeen in de jaren zeventig van de vorige eeuw voor het eerst beschreven werd, is er eigenlijk nooit eenduidigheid geweest.

Endorfinekick?

Recent onderzoek bracht enkele nieuwigheden aan het licht. Zo merkten onderzoekers bij inspanningsproeven een merkbare toename op van anandamine in het bloed. Het gaat hier om een lichaamseigen stof die dezelfde receptoren bezet als tetrahydrocannabinol, de actieve stof in cannabis. In tegenstelling tot endorfines, die alleen via receptoren in de hersenen euforiserende of pijnstillende effecten kunnen uitlokken, blijken stoffen als anandamine zowel in de hersenen als elders in het lichaam, meer bepaald op de pijnvezels, een effect uit te oefenen. Toch moet de uiteindelijke verklaring voor het roeseffect centraal liggen, in de hersenen. Zowel endorfines als endocannabinoïden vertonen een nauwe interactie met dopamine, een boodschapperstof die een sleutelrol speelt in het regelen van de stemming in de hersenen.

Dat het vrijkomen van endorfines of cannabinoïden een goed gevoel oplevert, is voor de sporters natuurlijk mooi meegenomen. Maar is het niet overdreven te stellen dat dergelijke lichaamseigen stoffen kunnen leiden tot een heuse verslaving, in dit geval dus een bewegingsverslaving?

Aan vijftig vrouwen, die voor geen geld hun training (aerobics, zaaltraining, fietsen, …) zouden willen missen, werd gevraagd een maand te stoppen met hun sport. Onderzoekers gingen hun reacties na. Die waren onmiskenbaar. Alle ondervraagden beantwoordden aan diverse criteria voor verslaving: ontwenningsverschijnselen, zoals hoofdpijn, slapeloosheid, agressie, concentratiestoornissen, verstoord functioneren. Opvallend was ook dat het beste ogenblik voor deze geïnterviewden pas achteraf kwam, meteen na de fysieke inspanning. Maar je kan de resultaten ook helemaal anders interpreteren. Wie op het einde van de dag zijn oefeningen niet gedaan heeft, voelt zich schuldig, waardoor de stemming in negatieve zin wordt beïnvloed. Dat doet dan eerder denken aan dwangmatige handelingen.

In die zin zetten sommige vorsers bewegingsverslaving op dezelfde lijn als eetstoornissen, zoals anorexia nervosa en boulimie, met een vertekend lichaamsbeeld en een gebrek aan zelfwaardering. Deze anorexia atletica, zoals iemand dit gedrag treffend bestempelde, heeft allicht meer te maken met een obsessie om te moeten bewegen: je legt je op om regelmatig te sporten, anders voel je je slecht.

Marleen Finoulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content