Rock-‘n-roll zal Afrika niet redden

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Ondanks aids, malaria en andere plagen, zullen er tegen 2050 bijna drie keer meer Afrikanen zijn dan Europeanen (1,8 miljard tegen 650 miljoen). De Middellandse Zee, noch gesofisticeerde apparatuur, zullen gelukzoekers die de misère ontvluchten, tegenhouden. Niemand ligt wakker van Afrika, maar doemscenario’s dwingen de internationale gemeenschap stilaan tot het zoeken van uitwegen. Eén ervan is het Bush/Blair-voorstel van schuldkwijtschelding aan de armste landen, hoofdzakelijk in Afrika. Popsterren mobiliseren de publieke opinie voor die genereuze geste. Schuldkwijtschelding kán inderdaad reële ontwikkeling op gang trekken. Maar…

Arme landen gingen de voorbije decennia al door opeenvolgende schuldkwijtscheldingen- en herschikkingen, wat alleen leidde tot méér onverantwoorde leningen en verkwisting. Waardoor de betrokken landen weer armer werden en opnieuw zwaar moesten lenen. Ondertussen ging steeds minder IMF-geld naar ontwikkelingslanden die wél vooruitgingen. Logisch, want privé-investeerders trokken naar landen met omgevingsfactoren waar hun investeringen wel rendeerden – weg van de eerste categorie armste landen.

Sinds begin jaren zestig kreeg Afrika honderden miljarden euro’s over zich heen, tot drie keer meer ontwikkelingsgeld dan de rest van de Derde Wereld. Resultaat? Het gemiddelde per capita-inkomen is er vandaag meer dan een kwart lager dan in 1980! Het stopzetten van die neerwaartse spiraal, vereist een nuchtere diagnose, geen goedkope sentimentaliteit van rocksterren Bono en Bob Geldof. Bush en Blair stellen dan ook voorwaarden: de uitroeiing van de corruptie én het voeren van een goed bestuur.

Slechts achttien landen zouden in een eerste fase voor schuldkwijtschelding in aanmerking komen. Dat Ghana en Madagaskar op die lijst staan, tot daar aan toe. Maar Ethiopië? Twintig jaar na Geldofs eerste Live Aid, in reactie op de toen heersende hongersnood, overleven ten minste vijf miljoen Ethiopiërs alleen dankzij buitenlandse voedselhulp. En Oeganda en Rwanda? Zij zorgen nog altijd voor onrust en plunderingen in Oost-Congo, ondanks officiële ontkenningen. Binnen de achttien maanden komt een tweede groep landen aan de beurt, waaronder Congo en Equatoriaal Guinea. Dat roept vragen op over de ernst van deze schuldkwijtschelding.

Het bruto binnenlandse product van Equatoriaal Guinea steeg in 2003 met 25 %, dankzij olie-exploitatie. Daarmee bereikte dat land ongeveer het levenspeil van Griekenland. Theoretisch, want driekwart van de bevolking leeft onder de armoedegrens. Congo groeit tegenwoordig met 7 %. Wat niet mis is, maar uitsluitend door investeringen in mijnuitbating. Sinds september 2001 staat Afrika weer op de kaart omwille van zijn natuurlijke rijkdommen: Amerika stoomt alternatieven klaar voor oliewinning uit het Midden-Oosten en er is rivaliteit met China en andere Aziaten om Afrikaanse grondstoffen. De exploderende vraag ernaar zou een ontwikkelingsdynamiek kunnen ontketenen, maar nergens wordt de bevolking er beter van. Wel lokale machthebbers en westerse tussenschakels die ervoor zorgen dat de grondstoffen deze kant opkomen en de winsten in off-shoreparadijzen belanden. Dáár ligt de kern van de armoede in Afrika, niet in kwijtscheldingen van (onbetaalbare) schulden waarop de interesten al lang niet meer betaald werden.

Erik Bruyland

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content