Rijp voor herstel
Het Spaanse Telefónica kan profiteren van het economische herstel in Europa en van de verdere opmars van de telecommarkt in Latijns-Amerika.
De Spaanse telecomgroep Telefónica heeft erg geleden onder de eurocrisis, die Spanje zwaar heeft getroffen. Tussen begin 2011 en het najaar van 2012 verloor het aandeel meer dan de helft van zijn waarde. Sindsdien heeft het zich wat hersteld, maar nog niet spectaculair; de koers staat nog altijd 40 procent onder het niveau van begin 2011. Toch is de omzet van de groep vrij stabiel geëvolueerd in 2010, 2011 en 2012, met respectievelijk 60,7, 62,8 en 62,4 miljard euro. De bedrijfskasstroommarge stond wel onder druk. De ebitda-marge zakte van 42 procent in 2010 naar 30 procent in 2011, om te herstellen tot 34 procent in 2012. Volgens de analistenconsensus zou dat cijfer over het boekjaar 2013 in de lijn van 2012 liggen.
Dat de groep overeind is gebleven, is te danken aan haar omzetgroei van gemiddeld 11,5 procent in Latijns-Amerika in de periode 2010-2012. In de eerste helft van 2013 realiseerde Telefónica 51 procent van zijn omzet in Latijns-Amerika (14,7 op 28,6 miljard euro). Met de merken Vivo en vooral Movistar is het in die regio een dominante speler en de grote uitdager van America Movil, de maatschappij van Carlos Slim. Vivo is de marktleider in Brazilië. Movistar is dat in Argentinië, Chili en Venezuela; daarnaast is het merk ook actief in Peru, Colombia en Mexico. Telefónica had midden vorig jaar 215 miljoen aansluitingen in Zuid-Amerika, waarvan 179,1 miljoen van mobiele klanten.
De rest van de omzet van Telefonica komt uit Europa, met bijna 102 miljoen aansluitingen, verspreid over het thuisland Spanje (merk Movistar), het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Duitsland, Tsjechië en Slowakije (telkens met het merk 02). Het heeft enkele maanden geduurd, maar de Spaanse telecommaatschappij wist haar greep op de Duitse markt te verstevigen door de KPN-dochter E-Plus te verwerven en die te integreren in Telefónica Duitsland. Dat verwerft zo een marktaandeel van 31,6 procent op de grootste Europese telecommarkt. Telefónica Duitsland wordt daarmee ongeveer even groot als T-Mobile (Deutsche Telekom) en Vodafone.Duitsland is een lucratieve markt, die in de periode 2009-2013 zelfs groeide met 1 procent, terwijl er in de eurozone een krimp was van 4,3 procent.
De grootste kans in Europa is het economische herstel in Spanje, waar Telefónica met 42,3 miljoen aansluitingen veruit de marktleider is. Midden 2013 was de gemiddelde omzet per klant er 15,1 procent lager dan midden 2012. Spanje levert de helft van de omzet in Europa, wat neerkomt op een kwart van de groepsomzet. Het is dan ook een van de weinige zeer liquide aandelen om in te spelen op een Spaanse relance.
Tegen 12 keer de verwachte winst over 2014 noteert Telefónica met een gemiddelde korting van 13 procent tegenover zijn sectorgenoten, ondanks de betere groeivooruitzichten, het hogere dividendrendement en de lagere schuldgraad (al is drie keer ebitda voor de netto financiële schulden niet weinig). De Spaanse crisis weegt nog en biedt de kans om na de recente terugval het advies ‘koopwaardig’ op het aandeel te plakken.
DANNY REWEGHS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier