Relance 2.0

Peter De Keyzer Econoom, ondernemer en columnist

In het relancedebat heerst een babylonische spraakverwarring over welk soort relance we nu precies nodig hebben. Nochtans is het verschil tussen ‘foute’ en ‘juiste’ relance vrij eenvoudig. Laat ons eerst kijken naar drie voorbeelden van ‘foute’ relance. Ze hebben een gemeenschappelijke noemer: het zijn pijnstillers op korte termijn, maar contraproductief op de langere termijn. Een eerste voorbeeld: een Griekse exit uit de eurozone. Velen lijken ervan uit te gaan dat door een forse devaluatie van de drachme het land bijzonder snel weer aan concurrentiekracht kan winnen en op die manier uit het economische dal kan klauteren. Dat argument houdt geen steek.

Wie de situatie enigszins volgt, ziet duidelijk dat een devaluatie nooit een substituut kan zijn voor de structurele hervormingen waaraan het land nood heeft. Een exit zorgt er niet voor dat de belastingen plots wel geïnd worden of dat de overheid er plots een toonbeeld van efficiëntie wordt. Zolang er geen bereidheid is van het Griekse politieke systeem om de onderliggende ziektes structureel te behandelen, kan een devaluatie nooit meer zijn dan een aspirine.

Dan is er nog een tweede misbegrepen vorm van relance: “we hebben meer overheidsbestedingen nodig om de groei vooruit te helpen”. Keynes wordt door velen beschouwd als de profeet die de overheid als de verlosser ziet uit het economische tranendal. Een antwoord op dat argument: Italië! Het land heeft een gigantisch overheidsbeslag, een chronisch hoge overheidsschuld, is de verpersoonlijking van permanente relance, maar realiseerde tussen het jaar 2000 en 2010 de op drie na zwakste economische groei wereldwijd, na Haïti, Eritrea en Zimbabwe.

Een derde voorbeeld: euro-obligaties. Het mutualiseren van de schulduitgifte zou in theorie de financieringskosten voor zwakkere eurolanden moeten beperken en de groei stimuleren. Het probleem is dat we de facto al euro-obligaties hebben gekend. Tussen 2000 en 2007 maakten financiële markten geen onderscheid tussen Italiaanse, Griekse of Duitse overheidsobligaties en kon iedereen zich financieren tegen lage Duitse rentes. Zelfs die impliciete vorm van mutualisering kon de crisis niet vermijden.

Het is vooral het onvermogen van politici om de ontbrekende steunbalken van de euroconstructie op de juiste plaats te leggen dat zorgt voor algehele ontreddering. Daar moet de relance op gericht zijn. De enige ‘juiste’ relance bestaat erin op geloofwaardige wijze weer een perspectief te bieden voor de lange termijn.

Een eerste voorbeeld. De Belgische regeringsvorming. Zonder regering en met een thumbs down vanwege ratingbureaus leek België in december 2011 een vogel voor de kat. Sindsdien zijn we een regering en een sanering rijker en daalde de langetermijnrente van bijna 6 procent naar minder dan 3 procent. Er valt nog veel te doen, maar een beetje hoop op deugdelijk bestuur en houdbare overheidsfinanciën en de rente halveert. Dat kan tellen.

Een tweede voorbeeld: afdwingbare en geloofwaardige budgettaire regels in de eurozone. Het veelvuldig met de voeten getreden Groei- en Stabiliteitspact is iets om snel te vergeten. Het onlangs afgesloten fiscal compact zou het beter moeten doen. Het legt alle eurolidstaten een traject op waarbij ze hun overheidsschuld reduceren tot 60 procent van het bbp tegen 2030. Als dit plan geloofwaardig en afdwingbaar zou zijn, dan zou bijvoorbeeld Duitsland er geen enkel probleem mee mogen hebben zijn schulduitgifte te delen met potentieel budgettair kerngezonde landen. Het feit dat het dat niet doet, wil zeggen dat de bondskanselier zelf niet gelooft dat het compact kan werken.

Geloofwaardigheid en vertrouwen vallen niet zomaar af te kondigen of te decreteren. En toch hebben we dat nodig: een geloofwaardige Europese roadmap naar een grotere Europese integratie en meer structurele hervormingen. Discipline, hervormingen, geloofwaardigheid en lange termijn: dat zijn de sleutelwoorden voor een succesvol relanceplan.

De auteur is hoofdeconoom bij BNP Paribas Fortis.

PETER DE KEYZER

Vooral het onvermogen van politici om de ontbrekende steunbalken van de euroconstructie op de juiste plaats te leggen, zorgt voor de algehele ontreddering.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content