REKEN U RIJKER
In de tweede pensioenpijler zijn de groepsverzekering/individuele pensioentoezegging en het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen de fiscaal interessante manieren om uw wettelijke pensioen aan te vullen. Maar vergeet niet dat u aan het einde van de rit nog belasting betaalt.
Een zelfstandige in een eenmanszaak of in een vennootschap kan in de tweede pensioenpijler een vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ) afsluiten. Een zelfstandige die actief is in een vennootschap, kan zijn wettelijke pensioen daarbovenop nog aanvullen via een groepsverzekering. De groepsverzekering voor bedrijfsleiders hangt vast aan de vennootschap. Het nadeel van een groepsverzekering is dat de bepalingen ervan gelden voor alle deelnemers. Maatwerk is dus niet mogelijk. Een alternatief is de individuele pensioentoezegging (IPT). De vennootschap gaat de verzekering aan en betaalt de premies, de uitkeringen gaan naar de bedrijfsleider. Het contract is eigendom van de bedrijfsleider. Er is geen enkel probleem bij een liquidatie, vervroegde stopzetting of faillissement.
Fiscale voordelen
Het VAPZ is fiscaal de interessantste aanvulling van het wettelijke pensioen. De betaalde premies zijn aftrekbaar als werkelijke beroepskosten. U bespaart tot maximaal 50 procent van de premies plus uitgespaarde gemeentebelasting. Bovendien worden de premies afgetrokken van de heffingsgrondslag van de sociale bijdragen.
U kunt kiezen tussen een gewoon en een sociaal VAPZ. De maximumpremie voor een gewoon VAPZ bedraagt 8,17 procent van het beroepsinkomen of 3027 euro, voor een sociaal VAPZ gaat het om 9,40 procent van het beroepsinkomen of 3484 euro. Voor een sociaal VAPZ kunt u 15 procent meer bijdragen betalen, die fiscaal aftrekbaar zijn.
Een belangrijk voordeel van een sociaal VAPZ is dat de pensioeninstelling de bijdragen van het VAPZ blijft betalen als men niet meer kan werken door ziekte of een ongeval. Bij een gewoon VAPZ is dat niet zo. Bij arbeidsongeschiktheid is men vrijgesteld van de betaling van sociale bijdragen. Dat heeft ook tot gevolg dat men geen VAPZ-bijdragen meer mag betalen. Dankzij het solidariteitsdeel in het sociaal VAPZ, krijgt men ook een maandelijkse rente zolang de arbeidsongeschiktheid duurt. Die bedraagt 10 procent van de pensioenbijdrage.
De premies van een groepsverzekering en van een individuele pensioentoezegging (IPT) zijn fiscaal aftrekbaar voor de vennootschap. Ook de bedrijfsleider kan individueel premies betalen en die fiscaal in mindering brengen in zijn aangifte in de personenbelasting. Het belastingvoordeel is een uniform tarief van 30 procent, plus uitgespaarde gemeentebelasting.
Eindbelasting
In ruil voor het fiscale voordeel van de premies, moet u een belasting betalen op de pensioenkapitalen die worden uitbetaald. Het pensioenkapitaal van een VAPZ wordt belast volgens het principe van de fictieve rente. Het pensioenkapitaal wordt omgezet in een rente, die tien of dertien jaar moet worden aangegeven. Die fictieve rente is gelijk aan 3,5 tot 5 procent, afhankelijk van de leeftijd waarop het kapitaal wordt uitbetaald (zie tabel). Ze komt boven op het overige pensioeninkomen en wordt belast tegen het hoogste belastingtarief. Maar omdat men als gepensioneerde geniet van een belastingvermindering, moet er op dat inkomen dikwijls geen belasting worden betaald.
Indien men het pensioenkapitaal opvraagt op 65 jaar en ook tot dan actief is gebleven, dan wordt de fictieve rente slechts belast op 80 procent van het basiskapitaal in plaats van op 100 procent. Voor de berekening van de fictieve rente wordt een solidariteitsbijdrage van 2 procent ingehouden en een Riziv-bijdrage van 3,55 procent.
Ook op de uitbetaalde kapitalen van een groepsverzekering of een individuele pensioentoezegging worden die solidariteitsbijdrage en Riziv-bijdrage ingehouden. Het pensioenkapitaal wordt vervolgens eenmalig belast tegen de volgende percentages van bedrijfsvoorheffing, te verhogen met de percentage van de gemeentebelasting:
20,19 procent op kapitalen uitgekeerd op 60 jaar, of bij pensionering vóór 61 jaar; 18,17 procent op kapitalen uitgekeerd op 61 jaar; 16,66 procent op kapitalen uitgekeerd vanaf 62 jaar, of bij pensionering vanaf 61 jaar, of bij vereffening na overlijden; 10,09 procent op kapitalen uitgekeerd vanaf 65 jaar, op voorwaarde dat de bedrijfsleider actief is gebleven tot zijn 65ste verjaardag.
De voordeligste eindbelasting
Welk pensioenkapitaal wordt het minste belast, dat van een VAPZ of van een groepsverzekering/individuele pensioentoezegging? We vroegen het aan Jannick Beyens, commercieel en productmanager van de dienstengroep Zenito. Hij geeft het voorbeeld van meneer Vandevelde, die 65 jaar wordt.
Situatie 1: meneer Vandevelde heeft een VAPZ afgesloten. Zijn opgebouwde brutopensioenkapitaal op 65 jaar bedraagt 75.000 euro, plus 12.500 euro aan toegekende winstdeelname. In totaal gaat het dus om 87.500 euro. Op het opgebouwde pensioenkapitaal wordt een solidariteitsbijdrage van 1750 euro (2 %) en een Riziv-bijdrage van 3106,25 (3,5 %) ingehouden. Omdat meneer van de Velde het kapitaal pas op zijn 65ste opvraagt en tot die leeftijd actief is gebleven, moet hij slechts op 80 procent van het kapitaal belasting betalen. De fictieve rente bedraagt 2833,50 euro (80 % van het kapitaal zonder winstdeelname, na aftrek van de solidariteits- en de Riziv-bijdrage, te vermenigvuldigen met 5%). De bedrijfsvoorheffing (van toepassing op de fictieve rente) bedraagt 314,80 euro (2833,50 euro fictieve rente x 11,11 % bedrijfsvoorheffing). Het netto-eindkapitaal bedraagt 82.328,95 euro. De fictieve rente moet hij maximaal tien jaar fiscaal aangeven bij het pensioeninkomen.
Situatie 2: meneer Vandevelde heeft een groepsverzekering/individuele pensioentoezegging. Zijn opgebouwde brutopensioenkapitaal op 65 jaar bedraagt weer 75.000 euro plus 12.500 euro aan toegekende winstdeelname, in totaal dus 87.500 euro. Op het opgebouwde pensioenkapitaal wordt ook hier een solidariteitsbijdrage van 1750 euro (2 %) en een Riziv-bijdrage van 3106,25 euro (3,5 %) ingehouden. De toegepaste bedrijfsvoorheffing op het pensioenkapitaal bedraagt 7147,50 euro (10,09 % van het pensioenkapitaal zonder winstdeelname, na aftrek van de solidariteits- en de Riziv-bijdrage). Het netto-eindkapitaal bedraagt 75.496,25 euro. Was de heer Vandevelde niet actief gebleven tot 65 jaar, dan lag de taxatie nog hoger.
Als we het VAPZ en de groepsverzekering/individuele pensioentoezegging met elkaar vergelijken, dan stellen we vast dat meneer Vandevelde met een VAPZ 6832,70 euro (82.328,95- 75.496,25) meer overhoudt. Bij een VAPZ moet hij wel nog een fictieve rente aangeven. Maar bij een VAPZ zijn er geen premietaksen, bij een IPT wel (4,4 % op de stortingen).
JOHAN STEENACKERS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier