Recessie ja, depressie neen
Dat de Amerikanen met een probleem zitten, zal nu wel voor iedereen duidelijk zijn. Het virus heeft intussen ook Europa aangetast. Maar Japanse toestanden moeten we vooralsnog niet vrezen.
Doemscenario’s doen het altijd goed. Er zijn analisten die er zich zelfs in specialiseren. En meestal kunnen ze ook nog eens rekenen op permanente aandacht, zelfs al vergissen ze zich tien jaar lang.
Vandaag is het niet moeilijk om een dergelijk doemscenario te schrijven voor de VS. Het land zit middenin een perfecte storm, aangezien verschillende krachtige fronten – beurs, economie en energieprijzen – tegen elkaar aanbotsen. Het is dan ook bon ton om de vergelijking met de jaren dertig, en natuurlijk ook met Japan te maken. De visuele overeenkomsten tussen de beursperikelen van toen en nu zijn trouwens zeer frappant. De beurskrach van de Dow in 1929, van de Nikkei in 1990 en van de Nasdaq het afgelopen jaar lijken wel doorslagjes.
Behalve op de financiële markten, kan men ook overeenkomsten aantreffen in de reële economie. De grafiek Parallellen tussen de VS en Japan? toont de groei van de investeringen van zowel Japan in de periode vóór de depressie als van de VS. In beide landen was er een explosieve groei die leidde tot overinvesteringen. Net zoals in Japan zullen ook in de VS wellicht de investeringen gedurende minstens één jaar negatief groeien. Maar daar houdt elke vergelijking op. Voor de doemdenkers geven we nog eens vier argumenten die hen van hun ongelijk moeten overtuigen:
1. Overinvesteringen
Overdadig investeren leidt tot recessies, maar niet altijd tot depressies. In Japan werd te veel geïnvesteerd in (nutteloze) vaste activa die op zeer lange termijn worden afgeschreven: autofabrieken, vastgoed, wegen en bruggen. De Verenigde Staten investeerde te veel in technologie en aanverwanten, allemaal zaken die meestal worden afgeschreven op twee tot vijf jaar en soms zelfs onmiddellijk in kosten worden genomen. De Amerikaanse bedrijven hadden met andere woorden gebudgetteerd dat hun investeringen op zeer korte termijn economisch waardeloos zouden worden en zelfs zouden moeten worden vervangen. Dat betekent niet dat er geen recessie (vooral in de technologiesector) kan komen, maar wel dat die geen tien jaar zal duren zoals in Japan.
2. Financiering
In Japan leidde de zeepbel van de beurs en de economie tot een bankcrisis. De investeringen werden immers veelal via de banken gefinancierd.
In de VS was de beurs het belangrijkste financieringsmiddel. Na de daling van het afgelopen jaar is die bittere pil al (gedwongen) doorgeslikt door de beleggers. Het leed zal op korte termijn ongetwijfeld erger zijn, en het staat ook buiten kijf dat de crisis een weerslag kan hebben op de consumptie. Maar hij zal beslist geen permanent obstakel blijven als het herstel begint.
3. Demografische structuur
Japan heeft een verouderende, stagnerende bevolking. De groei zal de komende vijftig jaar negatief zijn.
In de VS daarentegen blijft de bevolking met bijna 1% per jaar aangroeien. Dit betekent dat de dynamiek fundamenteel verschillend is en in de VS voor een stuk verzekerd blijft (zie tabel: Demografische structuur).
4. Leiderschap
Alan Greenspan maakt niet het verschil. Het hele Amerikaanse systeem is efficiënter, en ook de bevolking is minder fatalistisch ingesteld dan in Japan. De Amerikaanse centrale bank ( Fed) is – ook zonder Greenspan – een dynamischer instelling dan de Bank of Japan. Ook voor George Bush is de economie cruciaal, en hij zal er alles aan doen om de motor opnieuw te doen aanslaan. Tussen haakjes: de Amerikanen zelf zijn echte entrepreneurs. Die laten zich niet demoraliseren door één mislukking.
De auteur is chief economist bij Petercam.
Geert Noels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier