Recept voor macht
“In het politieke leven heb je het niveau van het zichtbare, en daarachter de tweede linie, die een stille kracht is in het bestel,” zegt socioloog Luc Huyse. Dehaene zoals geportretteerd in het boek van Hugo De Ridder is die eerste lijn. De kabinetschefs en de politieke vrienden het netwerk-Dehaene vormen die tweede lijn. En die zet Trends in de schijnwerpers.
Zowel in de begroting als de hervorming van de sociale zekerheid speelt de ziekteverzekering een belangrijke rol. Als premier Jean-Luc Dehaene zijn voelhorens wil uitsteken, belt hij zijn ex-kabinetsmedewerker Marc Justaert, vandaag voorzitter van de Landsbond Christelijke Mutualiteiten.
Problemen met privatiseringen in de bankwereld ? Even Wim Coumans bellen, ex-adviseur van Dehaene (later als kabinetschef bij Wilfried Martens geplaatst) en nu voorzitter directiecomité van de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid.
Economische vooruitzichten ? Op de Nationale Bank zit Jan Smets, ex-adjunct-kabinetschef. En als de nood zeer hoog is, is er nog altijd gouverneur Fons Verplaetse, de vroegere liaison met Martens en de huidige met ACV-voorzitter Willy Peirens.
Enzovoort, enzovoort.
Niemand anders in de politiek kan zo snel als Dehaene een betrouwbaar advies krijgen over eender welke problematiek. Dat is de sterkte en de voorsprong van de huidige premier. Zijn machtsmiddel is het zogenaamde netwerk-Dehaene : de lange lijst van kabinetsmedewerkers en politieke vrienden waarmee Dehaene in zijn bijna 24-jarige Wetstraat-carrière heeft samengewerkt (waarvan een selectie in kader All the president’s men). Geen geheime, ondergrondse Italiaanse P2-loge, wel een belangrijk instrument in de Belgische politieke machtsuitoefening. “Qua omvang uniek. Enkel Dehaene met zijn sterke persoonlijkheid en zijn manier van werken kon zoiets opbouwen. Nu domineert hij de Belgische politiek,” zo schetst een jarenlange rechterhand de krachtlijnen.
CODETAAL.
Dehaene liet reeds tijdens zijn jeugdjaren zijn voorliefde voor netwerken zien als lid van de scouts. In de periode ’74-’75 maakte hij deel uit van de zwarte bende : een cel van progressieve frontvormers in het CVP-ACW-bolwerk. Van ’73 tot ’81 legt hij als kabinetslid (van adviseur bij De Saeger tot kabinetschef van Martens) de fundamenten voor zijn eigen netwerk. Als hij eind ’81 minister van Sociale Zaken wordt, is hij klaar om zijn netwerk vorm te geven.
Kern van het web zijn de wekelijkse vergaderingen van CVP-kabinetschefs die Dehaene sinds 1981 (toen hij officieus ook vice-premier was) op maandagmiddag persoonlijk organiseert. Als premier wijkt hij niet af van die traditie en nodigt hij uit in zijn ambtswoning op de Lambermont (zie kader : De ploeg van nu). Vroeger was de directeur van de CVP-studiedienst, eerst Herman Van Rompuy, later Paul Maertens (nu kabinetschef bij Dehaene), daar altijd bij. Opvolger Rolf Falter inmiddels alweer weg gaf al snel de voorkeur aan de bijeenkomst van de Vlaamse kabinetschefs. Vandaag is het de CVP-secretaris Chris Taes die de kabinetschefs komt vertellen wat eerder op de dag op het partijbureau is gezegd. Ook de diplomatiek adviseur van de CVP is steeds aanwezig.
Op die maandagvergadering wordt de politieke actualiteit ongeremd besproken, gekneed, beslist. Afspraken en strategieën krijgen er vorm soms in bijna-codetaal die enkel de aangesprokene begrijpt : “Heb je dat gedaan ?” Knikje. De kabinetschefs zijn zo op elkaar ingespeeld dat een half woord voor hen volstaat.
Dehaene zelf is door zijn drukke agenda niet altijd meer present op de maandagmiddagvergaderingen. Een medewerker : “Zonder Dehaene is het verschil groot : die samenkomsten verwateren dan meestal tot gezellige café-babbels.”
Naast die maandagvergadering is er elke donderdag een bijeenkomst van een reeks medewerkers van de verschillende CVP-kabinetten. Daar wordt een formele agenda aangehouden en worden de dossiers die de dag nadien op de ministerraad komen, besproken. Tenslotte is er om de drie à vier weken een interne stafvergadering van alle kabinetsmedewerkers van de premier.
In die bijna 24 jaar Wetstraat heeft Dehaene een groot aantal vertrouwelingen verzameld. Velen werden achteraf bedacht met een belangrijke functie (vaak na een ommetje op een ander kabinet als waakhond). Het maakt dat anno ’96 Dehaene via zijn netwerk een zeer breed maatschappelijk en economisch veld bestrijkt.
Een ex-kabinetsmedewerker van Dehaene brengt een belangrijke nuance aan : “Het netwerk-Dehaene bestaat, maar belangrijker is het ACW-netwerk,” zegt hij. “Dehaene is zelf een element van dat ACW-netwerk. Zo konden medewerkers die niet tot het ACW behoorden niet altijd rekenen op een lucratieve benoeming achteraf. Niet iedereen die voor Dehaene heeft gewerkt, behoort tot de inner circle.”
Anderen, die niet toevallig (?) dichter bij Dehaene en het ACW staan, relativeren dat. “Beide netwerken doorkruisen elkaar soms wel, maar zijn totaal verschillend. Dehaene probeert het ACW zo lang als mogelijk mee te krijgen naar zijn doel. Maar hij is niet met handen en voeten gebonden aan het ACW. Als minister van Sociale Zaken heeft hij ingrepen in de sociale zekerheid doorgedrukt die iemand verbonden aan het ACW nooit had kunnen doen,” vertelt een ingewijde. “Neemt niet weg dat als hij ooit voor de keuze wordt geplaatst, hij dan kiest voor het ACW, zeker weten.” Een andere ex-medewerker en ACW’er : “Hij neemt beslissingen die vaak intern in het ACW tandengeknars veroorzaken. Maar het merkwaardige is dat men dat aanvaardt van hem.”
Zeker is dat de contacten met het ACW informeel verlopen. Op het gestructureerde Politiek Comité (waar het ACW overleg pleegt met de CVP-politici) laat Dehaene zich bijna nooit zien.
MOTIVATOR.
Dehaene, zoon van een psycholoog, bespeelt zijn kabinetsploeg een groep van sterke geesten en stuk voor stuk specialisten op hun terrein uitmuntend. Hij geeft hen zijn volle vertrouwen en zij zijn fier voor hem te werken. Die wederzijdse loyaliteit geeft de Dehaene- boys (en slechts enkele luttele girls) veel aanzien in de Wetstraat. Andere ministers durven hun kabinetschef nogal eens in de wind zetten om zelf geen averij op te lopen.
Dehaene blaft zijn medewerkers soms (?) af, maar kan ze enorm motiveren. “In de wandelgangen loopt hij je straal voorbij, maar hij kan als geen ander zijn waardering afstralen voor de geleverde prestaties,” vertelt een voormalig kabinetschef, “zodat je bereid bent voor hem door een vuur te gaan. Dankzij zijn fenomenale dossierkennis geeft het samenwerken met Dehaene intellectuele voldoening. Ik heb nooit zo intens geleefd en gewerkt als onder de hoede van Dehaene. Je kan nauwelijks een betere baas vinden. Geloof me, werk een paar maanden voor Dehaene en je bent volledig omgetuned, gebrainwashed als je het pejoratief wil uitdrukken.” Bijna al zijn medewerkers bevestigen dat. In alle gesprekken die we voor dit verhaal hadden, kwam het oude enthousiasme weer naar boven.
Werken met Dehaene gaat vaak gepaard met veel humor. Een ex-kabinetschef tapt uit de oude doos : “De medewerkers van de andere CVP-kabinetten vroegen steeds advies aan ons. Wij gaven dat per fax. Eén onder hen maakte het zich na een tijd erg makkelijk : ze typte gewoon ons advies over op haar briefpapier en gaf het zo door aan haar minister. Op een bepaald moment hebben we haar een diametraal tegenovergesteld advies van wat we zelf wilden, gegeven. Ze merkte niets en gaf dat advies ongewijzigd door. Maar op de ministerraad vond haar minister dat ze net op dat dossier moest tussenkomen. Dehaene viel bijna van zijn stoel. Gelukkig heeft hij de zaak kunnen rechttrekken. Wij hebben hem achteraf van ons “grapje” moeten vertellen. Hij kon ermee lachen… en die medewerkster heeft nooit nog een advies zomaar overgenomen.”
GEEN PIRAMIDE.
Dehaene is in de eerste plaats een manager, geen bevlogen politicus. Een van de beste voorbeelden is de manier waarop hij in 1988 als formateur de regeringsvorming heeft gedeblokkeerd. Hij stelde tien werkgroepen in die elk op een bepaald domein de hinderpalen moesten wegwerken. Aan het hoofd van elke werkgroep stond natuurlijk een Dehaene-boy. Elk verschafte de formateur de broodnodige dossierkennis, bereidde tegenvoorstellen en verkende het strijdtoneel. Zij gaven aan, de formateur werkte af.
Essentieel in de methode-Dehaene is de platte organisatie van het kabinet. “Sommige ministers hebben een zeer piramidaal kabinet, alles moet via de kabinetschef verlopen, die dan ook volledig overbelast raakt,” vertelt een ex-kabinetschef. “Dehaene praat direct met de medewerker die verantwoordelijk is voor een bepaald dossier. De directe communicatie is één van zijn specialiteiten.”
De communicatie verliep vroeger via het systeem van de gele briefjes : een dubbel geplooid A4’tje. Belangrijke dossiers waren een overzichtsnota van maximaal twee à drie bladzijden waard. “Het gele A4’tje stopte je in de map, of als het zeer dringend was, legde je het op zijn stoel,” zegt een ex-medewerker. “Je kreeg altijd zo snel als mogelijk een antwoord, een paar woorden of zinnen, of eventueel een lunchgesprek. Je wist dan voor enkele weken hoe verder te werken, hij vertrouwde u. Je moest niet om de vijf minuten raad gaan vragen, dat aanvaardde hij niet.” Vandaag verloopt die communicatie grotendeels via het interne elektronisch mailingsysteem in de kabinetten. “Je krijgt meteen een antwoord van Dehaene, enkel wanneer hij ergens niet bereikbaar is via de mail, gebruiken we nog de gele A4’tjes.”
Dehaene ontleent zijn gezag aan de enorme dossierkennis die hij zelf bezit. “Dat is niet het geval met alle ministers,” zegt een ex-medewerker. “Hij was steeds de laatste terugvalbasis. Op een bepaald moment hadden we een vrij finale vorm van wetsontwerp over een belangrijk dossier. Ik had daar een gunstige nota bij gemaakt. Ik kreeg antwoord dat in de voorgaande versie van het wetsontwerp in artikel zus en zo de formulering anders was. En hij had nog gelijk ook.”
Dehaene kan daarbij slecht tegen zijn verlies. “Nadat ik hem een nota had gemaakt dat we een bepaald iets zeker moesten binnenhalen, kwam hij terug van de ministerraad en er was zelfs niet over gepraat. Toen ik hem uitleg vroeg, zei hij kort en bits : “Dat is de beslissing.” Enkele dagen later vroeg ik hem er opnieuw naar. Zijn antwoord : “Gij zijt ne curieuze, ik moet ook soms compromissen sluiten, godverdomme. Awel, dit ging niet.”
Dehaene vergt veel van zijn medewerkers. “Liever vijf overwerkte medewerkers, dan tien die met hun vingers draaien,” is zijn slogan. In werkgroepen verlangt hij van zijn medewerkers dat ze niet in een hoekje gaan zitten als een muurbloempje, ze moeten hun doelstellingen realiseren.
De dossierkennis van Dehaene is stilaan legendarisch aan het worden, maar die van zijn kabinetsmedewerkers is dat eveneens door die manier van werken. Met als gevolg dat hun adviezen in de werkgroepen het later ook vaak halen in de ministerraad. Waardoor ze zelf een zeer grote autoriteit opbouwen. In de Wetstraat wordt met ontzag gekeken naar de wonder boys van Dehaene. “Zo hebben we ten tijde van de onderhandelingen over de financieringwet in ’88 een “waanzinnig” voorstel op tafel gelegd voor de verdeling van het personeel van de Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel over de gewesten,” verklapt een ex-kabinetschef. “De PS, PSC en PRL wilden zoveel mogelijk federaal houden. We wisten dat de kansen zeer klein waren, waarom dus geen blufpoker spelen. We deden ons voorstel en het werd muisstil rond de tafel. Iedereen dacht dat we serieus waren en men durfde ons toch niet direct afschieten. Daardoor hebben we meer mensen kunnen regionaliseren dan mogelijk was geacht.”
Die intellectuele sterkte van de kabinetsmedewerkers heeft de autonomie van de kabinetten in de CVP versterkt. De SP en vooral de PS zijn hypergecentraliseerd, bij hen voert het kabinet uit wat de partij beslist. Bij de CVP is dat niet zo. “Er is vandaag zelfs bijna geen weerwerk meer van de partij,” zegt een insider. “De kinderbijslagmaatregelen in de recente begroting zijn gepasseerd zonder probleem, omdat Dehaene en Van Rompuy intellectueel de sterksten zijn.”
Vandaar dat de steun die Dehaene aan Van Peel als CVP-voorzitter geeft, dubbel geïnterpreteerd kan worden. Enerzijds is Van Peel natuurlijk van het juiste (ACW-)huis, maar anderzijds en vooral is hij een eerder saaie en volgzame figuur. Met Van Peel aan het hoofd van de partij blijft de macht van de kabinetten en het Dehaene-netwerk intact. Met bijvoorbeeld een Karel Pinxten als voorzitter is dat minder vanzelfsprekend.
DOORSTROMING.
De kabinetschefs van het eerste uur zijn intussen uitgezwermd naar de bovenlaag van de maatschappij. De verscheidenheid in functies is daarin geen louter toeval. Dehaene wil zoveel mogelijk informatiebronnen, dat is eigen aan de behoeften van de manager. Sommigen zijn ook natuurlijk doorgestroomd, verderbouwend op de capaciteiten en kennis vergaard in de samenwerking met Dehaene. Netwerkers getuigen : “Je weet dat je tot het netwerk behoort. Het is alsof je een bijkomend diploma op zak hebt. Dat opent deuren.”
Leden van het netwerk spelen graag, telkens de premier erom vraagt, informatie snel en discreet door. “De communicatie in de andere richting klinkt vaker,” relativeert een medewerker. “Zij doen veleer een beroep op Dehaene dan omgekeerd.”
Het verhaal eindigt niet met het web pur sang (de CVP-boys). Dehaene heeft dezelfde intense verhoudingen met de vice-premiers, de sociale partners, andere economische agenten (de Nationale Bank bijvoorbeeld die de jongste jaren niet aarzelde een steuntje in de rug van de regering-Dehaene te “plaetsen”) of frontdenkers, kabinetschefs uit andere partijen. Hij zou zelfs zeer regelmatig telefoneren met Louis Tobback.
Kroon op het (net)werk is ongetwijfeld de relatie Dehaene-Verplaetse. “Het klikt tussen hen. Dat maakt de communicatie makkelijk. Ze werken onafhankelijk, maar hebben dezelfde doelstellingen. De relatie met ACV-voorzitter Willy Peirens verloopt moeilijker. Verplaetse helpt daarbij om de communicatie op dezelfde golflengte te krijgen.” Verplaetse speelt ook een belangrijke rol bij benoemingen. Naar verluidt zou hij vooral “mensen wraken” als ze niet het juiste (ACW-)stempel dragen.
Als Dehaene uit de Belgische politiek stapt, zal het netwerk niet uitsterven. Het samen afzien in de kabinetstijd heeft heel wat vriendschapsbanden gesmeed. En bovendien profileert Herman Van Rompuy zich als erfgenaam door met de meesten nauwe banden aan te halen. En verzekert hij zich op die manier van de opvolging van Dehaene in 1999 ?
Het begrip “kennis is macht” vormt de bestaansreden van het netwerk. Kennis die Dehaene aftapt langs de jarenlang gevormde aders van het netwerk. Soms stuurt hij langs dezelfde kanalen zelfs instructies, waarschuwingen of bedenkingen naar zijn soldaten terug. Discreet, verholen maar legitiem. Hoewel de democratie weer een stapje verder weg is. Socioloog Luc Huyse zei in Knack (2 oktober 1996) daarover : “Die parallelle besluitvorming overvleugelt soms de politieke besluitvorming.”
DAAN KILLEMAES GUIDO MUELENAER
JEAN-LUC DEHAENE Ruim 24 jaar activiteit in de Wetstraat hebben een ontzettend rijk geschakeerd netwerk opgeleverd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier