Faillissement Optima Bank: voormalig topman en hoofdverdachte Jeroen Piqueur moet zich voor rechter verantwoorden

Gents gemeenteraadslid Filip Van Laecke (CD&V) en oud-topman van Optima Bank Jeroen Piqueur, tijdens de derde vergadering van de onderzoekscommissie van het Gentse stadsbestuur, op donderdag 22 september 2016 in Gent. -- Foto van Nicolas Maeterlinck (Belga)

In de zaak rond de Optima Bank beslist de Gentse raadkamer woensdag, bijna zeven jaar na het faillissement van de bank, of hoofdverdachte Jeroen Piqueur en dertien andere partijen zich voor de Gentse correctionele rechtbank moeten verantwoorden. Dat bericht het persagentschap Belga.

De Optima Bank ging in juni 2016 failliet en voormalig topman Jeroen Piqueur, zijn zoon Ruben en dochter Rebecca werden in december 2017 door de onderzoeksrechter in Gent aangehouden. Jeroen Piqueur werd in verdenking gesteld voor misbruik van vennootschapsgoederen, witwasmisdrijven, bedrieglijk onvermogen en inbreuken op de bankwetgeving. 

Voldoende aanwijzingen

Volgens de onderzoekers zijn er voldoende aanwijzingen om Piqueur en de medeverdachten te verwijzen naar de correctionele rechtbank.

Via buitenlandse structuren in Liechtenstein, Zwitserland, Luxemburg en Nederland werd volgens de speurders een bedrag van 100 miljoen euro onttrokken aan de Belgische bank.

In totaal wordt voor veertien personen en vennootschappen de verwijzing gevraagd, voornamelijk voormalige Optima-toplieden, met onder hen ook de socialistische ex-minister Luc Van den Bossche. Hij was van 2011 tot 2015 ceo van Optima Bank en werd daarna voorzitter van de vastgoedmaatschappij Optima Global Estate. 

Afgewezen

De zaak kwam in juni 2021 voor het eerst voor de Gentse raadkamer, maar verschillende partijen dienden op de valreep een verzoekschrift tot bijkomend onderzoek in en de raadkamer moest de zaak uitstellen. De nieuwe onderzoeksrechter weigerde een deel van het gevraagde onderzoek, maar de verdediging ging daartegen in beroep. Daardoor moest de Gentse kamer van inbeschuldigingstelling oordelen over het bijkomend onderzoek.

Onder meer Piqueur en Van den Bossche hadden bijkomend onderzoek gevraagd, maar het verzoek van Piqueur werd afgewezen. De KI oordeelde echter eind 2021 dat een deel van het bijkomend onderzoek gevraagd door Van den Bossche wel uitgevoerd moet worden. Het extra onderzoek was een nieuwe tegenslag voor het Oost-Vlaamse gerecht, nadat het Gentse hof van beroep eerder besliste dat onderzoeksrechter Annemie Serlippens partijdig was en zich moest terugtrekken uit de zaak.

Het bijkomend onderzoek sleepte lang aan en werd eind vorig jaar afgerond. Daardoor kon de raadkamer vorige maand de zaak uiteindelijk ten gronde behandelen. De debatten duurden bijna zeven uur. Verschillende verdachten vroegen de buitenvervolgingstelling en enkele advocaten vroegen ook de nietigheid van het onderzoek, omdat het Optima-dossier van de Nationale Bank onrechtmatig zou verkregen zijn. De KI oordeelde wel in 2022 al dat er enkele stukken geweerd moesten worden op grond van de taalwet en het beroepsgeheim van advocaten, maar voor het overige werd het onderzoek regelmatig verklaard. Het openbaar ministerie bleef ook na het extra onderzoek bij de vordering om de veertien verdachten te verwijzen naar de correctionele rechtbank.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content