QUIBERON
Heilig en heilzaam
Het schiereiland van Quiberon, dat slechts met een strook van een paar tientallen meter breed aan het Bretoense vasteland is vastgeklonken, werd reeds door de voorvaderen van Asterix en Obelix gekoesterd als een heilige en heilzame plek. De zee wordt er ook nu nog aanbeden door kuurgangers en oesterliefhebbers.
TEKST EN FOTO’S : HENK VAN NIEUWENHOVE
Vanop de wilde rotsen van de Côte Sauvage, aan de westkust van het (schier)eiland, kijk ik naar de verbluffende zonsondergang. De hemel kleurt rood, paarse golven beuken briesend en bruisend tegen de grillige rotskust aan. Twee gigantische dolmens tekenen zich als een parend paar af tegen het donker wordende uitspansel, als stille getuigen van een oerbeschaving. De maan blikt vooruit op een onstuimige nacht. Duizenden jaren geleden stonden hier de voorlopers van de Galliërs naar dezelfde horizon te turen, zoekend naar een antwoord op de vragen die wij vandaag nog stellen. Hun antwoord formuleerden ze in de vorm van reusachtige rotsblokken, die ze rechtop plaatsten als een monument, een altaar, een zerk, een kerk : wie zal het zeggen. De menhirs die soms honderden ton wegen, werden kilometers ver gesleept om op de gewenste plaats opgericht te worden. Vandaag prijken ze als enorme fallussen boven de vlakte uit, terwijl de zee hijgend heen en weer deint op het ritme van een naderend orgasme…
Quiberon is een betoverende plaats, waar de oerkrachten tastbaar aanwezig zijn. Zij spreken uit het verleden, bij monde van versteende beschavingen. Maar zij spreken ook nog vandaag de dag. Vanop elke plaats van dit schiereiland kan men de zee de oer-moeder horen, voelen, ruiken. Bewust of onbewust luistert men naar het ruisen van het schuimende sop. De sterke geur van oesters prikkelt de organen. Het zout kleeft aan de lippen, zet zich krakend vast op de huid. Met een onmiskenbare aantrekkingskracht, die verwant lijkt met het magnetisme van eb en vloed, wordt de mens altijd weer naar deze plek gezogen. Wie eens van Quiberon geproefd heeft, keert vroeg of laat terug naar deze plaats der goden.
Kiberén
heet het in het Bretoens. Bretagne is een recent succesverhaal in Frankrijk. Lange tijd een vergeten streek, waar men weigerde deftig Frans te spreken en die leefde van de vangst van sardienen. De koppigheid waarmee de Bretoenen zich aan hun eigenheid hebben vastgeklampt heeft echter op termijn in hun voordeel gespeeld. Deze mensen hebben van vader op zoon, van moeder op dochter geleerd dat ze slechts door hard werken de vruchten van de zee en het land kunnen plukken. De vergelijking met ‘de Vlaanders’, waar zich vele generaties krom hebben gewerkt op de polderakkers, dringt zich op. Het karakter dat gestaald werd door hard labeur, haalt het vroeg of laat op diegenen die zich zorgeloos wentelen in een gemakkelijk leventje. De Bretoenen mogen weer fier zijn op hun Keltische afstamming. Breizh is geen utopische fabel van politieke of ideologische extremisten, maar is een levende en welvarende gemeenschap aan de westkust van Frankrijk. Quiberon is daar een voorbeeld van. Niet eens zo lang geleden moesten de mannen, vrouwen en kinderen hier dag en nacht werken om met de sardienenvangst hun schamele kost te verdienen. Nu komen de rijksten van de planeet naar het schiereiland om zich voor veel geld te laten verwennen in een van de exclusieve kuuroorden. En iedereen tracht een graantje mee te pikken.
Neem nu
het hotel Sofitel Diététique, het nec plus ultra voor kuurgangers die tevens op een gesofisticeerde wijze willen afslanken. We parkeren onze wagen tussen limousines en bolides en melden ons aan de balie aan. We worden vriendelijk met de naam aangesproken, alsof we trouwe klanten zijn. Afgaande op de nummerplaten zijn er nochtans nog heel wat Belgen in het hotel. We krijgen een kamer op het gelijkvloers met een terras dat rechtstreeks uitgeeft op de tuin, de rotskust en de zee. “Morgenvroeg hoeft u zich niet te kleden”, zegt de receptioniste. We weten niet goed hoe deze zinssnede te interpreteren. Maar ze verduidelijkt : “Badpak en kamerjas volstaan. U krijgt ontbijt op de kamer. Vervolgens wordt u bij de dokter verwacht voor een medische check-up en nadien kunt u meteen beginnen kuren. Vanavond wordt u in het restaurant verwacht. Gekleed welteverstaan. Onze diëtiste zal u wegwijs maken.” De jongedame is bijzonder streng voor de nieuwkomers. “Aangezien u nog niet bij de dokter geweest bent, kan ik geen enkel risico nemen,” zegt ze, wanneer zij het dieetmenu voorstelt. Op tafel wordt haast uitdagend een fles water van Plancoët neergeplant. “Ober, mag ik de wijnkaart ?”, vraag ik tegen beter weten in. “U kan alleen kiezen tussen mineraalwater of bruiswater”, klinkt het vriendelijk. “Tenzij u het aperitief van het huis wil.” De man wijst op een kaartje dat op tafel staat : “Le tisane de la mer”, een drankje op basis van algen-cytofiltraat, dat rijk aan koper en magnesium is, en stress en vermoeidheid verdrijft ! Kapitein Haddock zou zich hier als een vis op het droge voelen. Ik krijg enkele asperges met radijs en bloemetjes broccoli. Aan de andere kant van de tafel wordt een sneetje gerookte zalm geserveerd, vergezeld van kappertjes en ansjovis. Vervolgens krijgen we respectievelijk mantelschelpjes en zwaardvis, met wortels, ajuintjes en de onvermijdelijke algen. Er komt geen brood op tafel. Andere heren krijgen wel brood. “Zij hebben de toelating van de dokter.” Idem dito, wanneer de trolley met kaas voorbijrijdt. Het water komt me in de mond en ik denk aan de hond van Pavlov. Dan maar naar de bar, maar dat is buiten de waard gerekend. De kaart vermeldt alle mogelijke soorten koffie Ethiopische mokka van 1,13 % cafeïne tot Columbiaanse koffie van 1,37 % cafeïne , tisanes en vruchtensappen. Geen sprake van veredeld druivenextract of een of ander distillaat. We vinden troost in een havenkroeg…
De dokter
haspelt zijn vragenlijst af en vindt niets zorgwekkends. “Wat komt u hier eigenlijk doen ?”, vraagt hij zich lachend af. Thalassotherapie vindt zijn oorsprong in medische toepassingen en dat zit er blijkbaar toch nog ingebakken. Al komen vele gasten hier gewoon om te genieten. Ik heb nog wat last van de naweeën van een lumbago. Aangepaste massage moet mijn geteisterde scharnier weer gezond maken. Goed nieuws is dat we voortaan ‘alles’ mogen eten. In de praktijk betekent dat : één sneetje brood bij het dieetmenu en een plakje kaas na de maaltijd.
We krijgen een flinke portie aquagymnastiek, modder- en algenverpakking en straaldouches voorgeschreven en mogen kiezen tussen een sauna- of een hammambeurt. De twee samen kan niet. Man en vrouw moeten ook apart in de sauna. Het programma wordt nauwkeurig met behulp van de computer opgesteld, en gewapend met een dagkaart, waarop minutieus de kuren aangeduid zijn, begeven we ons naar het thalassocentrum, dat aan het hotel grenst. Het zwembad en alle andere baden zijn gevuld met heerlijk zeewater. Tussen twee beurten kan men op het terras zonnebaden. Jammer is dat men ‘s avonds geen gebruik kan maken van zwembad of sauna : om zes uur gaat het centrum dicht. De meeste kuurgangers bundelen hun kuren op een voor- of namiddag. Wat hen in staat stelt om de rest van de tijd te rusten of andere oorden op te zoeken. Want men zou het bijna vergeten : er is heel wat te bekijken in de omgeving.
Onze belangstelling
gaat in de eerste plaats naar de prehistorie. Wat dat betreft is dit deel van Bretagne aan de Golfe du Morbihan verwend. De Galliërs noemden het land Armor : vandaar de term uit de gastronomie Homard à l’armoricaine. Maar het zijn niet de Galliërs, wel hun voorgangers die hun stempel gedrukt hebben op het landschap. Zij leefden van 5000 tot 2000 v.C. en er is slechts weinig over hen geweten. Ondanks de duizenden stille getuigen die ze hebben achtergelaten. Belangrijkste vindplaats is Carnac, waar meer dan 3000 stenen overeind gebleven zijn. Ze zijn opgesteld in alignements, op rijen geplaatst, van klein naar groot, als een versteend leger in slagorde. Minder bekend, maar buitengewoon interessant is de cairn of grafheuvel van Gavrinis, nu een eilandje in de Golfe du Morbihan, maar in de prehistorie nog met het vasteland verbonden. Getuige daarvan een cromlech die half onder water verdwenen is. Een overzetbootje brengt de belangstellenden om het uur vanuit Larmor-Baden naar het eilandje, waar zich de enorme tumulus bevindt, met een lange gang gebouwd uit rotsblokken die prachtig versierd zijn met ingekraste geometrische motieven. De baai is op zich ook al mooi genoeg. Van de vele tientallen eilandjes hebben Gérard Depardieu en Pierre Richard er samen eentje gekocht. Derde must in onze zoektocht naar de megalithische mysteries is Locmariaquer, waar zich de grootste menhir bevindt : meer dan 20 meter hoog en 350 ton. In het neolithicum werd het gevaarte omvergeduwd, zodat het in vier stukken brak.
De streek heeft nog zoveel meer te bieden : de stadjes Vannes en Auray zijn een bezoek waard, het eiland Belle-Ile is een van de mooiste van Frankrijk. Met de fiets kan je op een dag het hele eiland rond. Heel mooi zijn ook de oude vissersdorpen van het Presq’île de Quiberon Portivy, Kerhostin, Port-Haliguen… met hun witte huisjes en blauw geschilderde luiken (op zijn Grieks) en hun pittoreske vissershaventjes waar men de lekkere cotriade (plaatselijke visstoofpot) of de Bretoense pannenkoek kan eten.
De culinaire inspanningen
van chef Patrick Jarno van het restaurant Diététique, die zich met veel toewijding in de ‘magere gastronomie’ gespecialiseerd heeft, verdienen het volste respect. Na een paar dagen went je lichaam aan minder calorieën, niet in het minst vanwege de aardige camouflagetechnieken die Patrick Jarno toepast. Prachtig voor mensen die in stijl aan hun gewicht willen sleutelen. Maar sommige levensgenieters zijn hardleers. Wanneer we bij de plaatselijke traiteur wijn inkopen, zien we andere hotelgasten hun voorraad champagne en chocolade inslaan. Ook de speciaalzaken met algen en modder doen gouden zaakjes in Quiberon. Een winkel die we bezoeken is letterlijk leeggekocht door een Afrikaans staatshoofd die hier incognito komt kuren. De man heeft ondermeer 70 massagestoelen gekocht om mee te nemen naar zijn land. Ook Franse presidenten zijn in Quiberon komen kuren, net als vele sterren uit de film- en sportwereld. Het centrum dankt zijn bekendheid ook in ruime mate aan oprichter en vroegere wielervedette Louison Bobet.
Die avond laten we het menu vervangen door een heerlijke zeevruchtenschotel en besluiten we te eten op het terras met zicht op zee en uitspansel. Een komeet zeilt langzaam voorbij. In de mini-bar staat naast het water een fles witte wijn. Wat kan een gekoeld wijntje toch smaken bij een schotel oesters. We genieten van onze Muscadet en besluiten de avond af te ronden in de bar van het nabijgelegen hotel Thalassa, dat tot dezelfde Sofitel-keten behoort. En jawel hoor, hier zitten ze dus, de gasten van hotel Diététique, te proeven en te genieten van een Calvados en een Marie-Brizard. Sofitel heeft dat goed gezien. De verboden vrucht smaakt altijd dubbel zo goed.
Office Municipal de Tourisme de la Presqu’île de Quiberon – 14, rue de Verdun -F 56170 Quiberon. Tel : (0033-2) 97.50.07.84. Fax : (0033-2) 97.30.58.22. Sofitel Diététique, Pointe de Goulvars – 56170 Quiberon. Tel : (0033-2) 97.50.20.00. Fax : (0033-2) 97.30.47.63. Zeventigtal kamers en suites, alle met zicht op zee. Kamers vanaf 1650 FF (ca 10.000 BF) per dag, per persoon, vol pension dieet-formule. Doktersbezoek, kuren en schoonheidszorgen niet inbegrepen.
Boven links : het strand van Quiberon ; rechts : prehistorische vindplaats in Carnac. Onder links : een paar menhirs aan de Côte Sauvage ; rechts : château Turpault.
De beroemde vuurtoren van Quiberon : nog steeds een baken voor zeelui.
Genieten in Quiberon : thalassotherapie met jacuzzi ; Bretoense kreeften vers van de vismijn : La Criée.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier