PROTECTIONISME REDT DE KROONJUWELEN NIET
Lakshmi Mittal, die vorige week in Brussel zijn plannen met Arcelor kwam toelichten, is het symptoom van een historische verschuiving. We zullen moeten leren leven met de nieuwe meesters van het internationale kapitalisme die komen shoppen. India’s 23 miljardairs bezitten samen een vermogen van 99 miljard dollar. Daarmee overklassen ze de 27 Japanse miljardairs, samen goed voor 67 miljard dollar. China telt al een tiental miljardairs, zoals Li Ka-Shing (18,8 miljard dollar), die we volgens premier Guy Verhofstadt (VLD) ook hier mogen verwachten.
Jaar na jaar kleurt de Forbes Billionaire List exotischer. Steeds meer koopjesjagers van dat kaliber staan op de stoep: de steenrijke prins Al-Walid Ben Talal van Saudi-Arabië (20 miljard dollar) bijvoorbeeld, of de Russische tycoon Roman Abramovitsj (13,3 miljard dollar) en de Mexicaan Carlos Slim Helú (30 miljard dollar). Allen zijn ze op overnamepad in Amerika, waar ze affiniteiten hebben met de heersende ondernemerszin. In hun ogen is Europa “een verlepte oude dame” (zoals een Indiase tycoon het formuleerde), wat niet belet dat ze haar kroonjuwelen begeren. Ondanks privéfortuinen springen Angelsaksische investeringsfondsen, voor wie Europese bedrijven nog ondergewaardeerd zijn, bij.
Het gastronomische tête-à-tête met Arcelortopman Guy Dollé, toen Mittal in januari zijn bod op Arcelor meedeelde, had het déjà-vugehalte van De Benedetti’s pralines die de strijd om de Generale Maatschappij openden. Belgiës kroonjuwelen gleden in buitenlandse handen. Volgt eenzelfde scenario op Europees vlak?
Al die avances roepen in het Westen (en ook in de VS) weerstand op. Een verontwaardigde Dollé vergeleek Arcelor met een parfummaker en producten van Mittal met ordinaire eau de cologne, maar Mittal Steel is geen samenraapsel van oud ijzer. Op blz. 54 leest u waarom Mittal nog maar de voorbode is van nog meer Indiase concerns met een wereldstrategie. Indiërs, Chinezen en andere nieuwe kapitalisten banen zich een weg naar onze beste technologie en topbedrijven. Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) leveren binnen twintig jaar de opkomende economieën twee derde van de wereldproductie. We zullen die trend niet tegenhouden.
In plaats van te lamenteren en een imago van softy te koesteren, moet Europa zich scherp stellen. Er is actie en verbeeldingskracht nodig om van almaar meer internationale competitie een win-winsituatie te maken. Maar liefst 68 % van de Belgen vindt ons ondernemersklimaat beklemmend (zie blz. 48). Hetzelfde hoor je zowat overal in ‘oud’ Europa. De remedies voor een meer dynamische Europese economie zijn nochtans bekend. Jeremy Rifkin van The Foundation on Economic Trends in Washington en Mark Leonard van The Centre for European Reform geloven zelfs dat Europa betere troeven heeft dan de VS om als economische supermacht stand te houden – zonder bovendien onze ‘sociale eigenheid’ op te offeren. Als we tenminste durven noodzakelijke economische en institutionele hervormingen door te drukken. Rifkin ziet één zwaktepunt dat kan tellen: “De Europese leiders van vandaag zijn helaas geen visionairs.”
Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier