Professionele zoethouders
Voedingsproducent Damhert verwierf het patent op tagatose, een nieuw soort suiker die niet dik zou maken. Is er nu een zoete of een magere toekomst weggelegd voor het groene familiebedrijf?
Natuurproducten, kondigt het uithangbord bij Damhert in Heusden-Zolder aan. Eronder waggelen drie kippen. Wordt het slagwoord zo letterlijk genomen? De kippen wisten weg te komen uit een hok dat moest wijken voor een nieuwe productieruimte. Eén van de investeringen, in totaal voor drie miljoen euro, van het voorbije jaar. Zo horen we eenmaal we binnen zijn. Even lijkt het ook daar op een kippenhok. Er wordt druk in de telefoon gekakeld in de ruimtes die we doorkruisen, uitsluitend door vrouwen. Dat is niet toevallig, want het bedrijf stelt voornamelijk vrouwen te werk. Vooral op de marketingafdeling hebben vrouwen volgens bedrijfsleider Grete Remen een gedetailleerder oog. “In de politiek komen vrouwen nog te vaak op de tweede plaats. Hier zorgen ze voor meerwaarde, ook wat uitstraling naar klanten toe betreft,” voegt ze toe. De dames handelen momenteel de laatste loodjes af voor de lancering van tagatose. Een natuurlijke zoetstof ontdekt door Spherix, een Amerikaans bedrijf dat zijn patent liet verlopen. Damhert nam het patent over en mag zich sinds kort de exclusieve verdeler en producent van de suiker noemen.
Geen crisis meer a.u.b.
Exclusief. Geen onbelangrijk bijvoegsel. Het moet Damhert wapenen tegen de strijd die het moet aangaan met concurrenten als Cereal. Want wie denkt dat voedingscrisissen als de dioxinecrisis een positieve invloed hebben omdat consumenten dan plots bewuster eten, is mis. Concurrenten, maar evengoed warenhuizen die hun eigen biologische producten aanbieden, profileren zich graag tijdens crisissen. Er wordt plots volop geproduceerd en prijzen worden gedumpt. “Als klein bedrijf hebben wij geen kapitalen klaarliggen om onmiddellijk mee te kunnen. Voor ons liefst geen crisissen meer,” vertelt Remen.
Ze is thuis in de gerechtelijke wereld. Of dat was ze toch even. Ze werkte zes maanden als advocate voor ze vijftien jaar geleden samen met haar broers in het familiebedrijf stapte. “Mijn opleiding vormt een goede achtergrond, maar het gezond verstand primeert,” stelt ze. Haar ouders startten Damhert dertig jaar geleden als een kleine distributiegroep die uitsluitend aan- en verkoop van producten verzorgde. Geen succesformule omdat ze makkelijk vervangbaar waren, merkte de familie. Remen: “Ging het goed bij een bedrijf, liet het ons vallen en begon het zelf te distribueren. We moesten steeds nieuwe klanten zoeken.” De familie wilde liever alle touwtjes in handen houden. Het opzetten van de ontwikkeling, gedeeltelijke productie en distributie van functionele voeding, zoals dieetwaren of glutenvrij voedsel, onder eigen merk Damhert of private label, zorgden niet alleen voor het omgooien van het roer. De structuur van de groep veranderde in een moeilijk te ontwarren kluwen. Damhert, dat levert aan supermarkten, vinden we vandaag onder de koepel Biofood Invest, die de bulkproducten aankoopt en de afgewerkte producten inpakt. Daarnaast overkoepelt Biofood Invest de firma Haagland, die instaat voor de distributie aan natuur- en dieetwinkels, en Nutrilab en Delaan, de research- and developmentafdeling. Tot slot is er de participatie in 2pharma. “Vooral interessant voor de feedback die we zo krijgen van apothekers. Iedereen van de familie kreeg een rol in het verhaal. Ik ben gedelegeerd bestuurder van Biofood, mijn broer van Damhert. In de praktijk neem ik het dagelijkse beleid op, heeft mijn man – Geert Schoofs, die algemeen directeur is – de langetermijnvisie en zijn het mijn broers die de commerciële kant voor hun rekening nemen,” zegt Remen.
Leve de zelfstandige
De oudste zoon van Remens broer doet al zijn eerste stappen binnen Damhert, maar de familiale sfeer verdwijnt stilaan door de groei van het bedrijf. Damhert wurmde zich dit jaar op een twintigste plaats in de Limburgse Trends Gazellenlijst van snelst groeiende middelgrote bedrijven. Een reden kan Remen niet bedenken, want de overname van sauzenfabrikant Delaan gebeurde voor de groeisprint. Ondanks de groei blijft Damhert een kmo. “Klinkt positief, maar vergeet niet dat veel grote bedrijven subsidies krijgen,” antwoordt Remen. “Belangrijker is dat we onze afdelingen gescheiden houden, zoals de distributie aan dieetwinkels en grote winkelketens. Leveren aan kleine winkels blijven we doen, zo weten we wat er leeft op de markt.” In supermarkten hanteert Damhert het shop-in-the-shopprincipe: de firma krijgt winkelruimte en vult die met eigen producten in eigen rekken. Maar ook met deze werkwijze kan de voedingsproducent moeilijk ontsnappen aan de prijsdruk waaraan winkelketens hun leveranciers durven onderwerpen. Remen: “Met één centrale aankoper samenwerken, willen we daarom niet. We overtuigen franchisehouders om onze producten te verdelen en oefenen zo zelf druk uit van onderaan de organisatie naar de top. Dat in België nog veel zelfstandigen zijn, is ons geluk. In Nederland en Frankrijk is dat veel minder het geval.”
Toch lonkt het buitenland. In Nederland gebeurt de distributie al door eigen personeel. “Een vermoeiende, maar effectieve manier van werken omdat we in een niche opereren. We geloven niet in massadistributie,” aldus Remen, die prospecteert in het noorden van Frankrijk. Een chauvinistische markt die de komst van Damhert met argwaan bekijkt. “Er zijn weinig aanbieders in Frankrijk, maar de administratieve eisen zijn er erg hoog. We moeten bijvoorbeeld een Franse vestiging openen om er te mogen leveren.”
Voor de productie doet Damhert al een beroep op fabrikanten in Frankrijk en andere buurlanden. Het grootste deel wordt wel uitbesteed aan Italiaanse producenten. “Omdat daar nog veel kmo’s zijn,” haalt Remen als reden aan. “Liever nog werken we met Belgische fabrikanten, maar zij willen iedereen, ook onze concurrenten, beleveren.”
De volgende stap voor Damhert wordt het beleveren van rust- en ziekenhuizen en het lanceren van voedingswaren verlaagd in vetgehalte. “Doe ons toch maar een geleidelijke groei, op termijn lijkt dat het beste. Misschien is dat Limburgse kneuterigheid,” glimlacht Remen.
Sjoukje Smedts
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier