Prins Plastic
Hebt u er ooit aan gedacht om een recyclagebedrijf op te richten voor pvc-materiaal dat op containerparken terechtkomt? Hebt u er ooit aan gedacht om zo’n bedrijf Europees te laten groeien? Neen? U bent niet alleen. Tot hiertoe heeft nog geen enkele ondernemer in die richting gedacht, met uitzondering van de West-Vlaming Rudy Galle (40), bedrijfsleider van de Henegouwse KMO Rulo Plastic Recycling (omzet: 150 miljoen euro). In 1989 zette hij “in een vlaag van opwinding” zijn businessplan op papier, maar hij wachtte tot 1996 om het ook uit de lade te halen en uit te voeren.
Na jaren van forse groei in België (van 250 ton verwerkte capaciteit in 1996 naar 9000 ton in 2002), is Galle naar eigen zeggen klaar voor de Europese stap. Hoewel. “Ik ben maar een heel eenvoudige jongen van heel eenvoudige komaf. Ik heb maar één diploma: dat van zwemmend mijn hoofd boven water houden,” grapt hij.
Het is Rudy Galle ten voeten uit. In werkelijkheid heeft hij een A2 in mechanica. Hij is uitermate rusteloos en slaapt gemiddeld drie tot vier uur per nacht. Dan moet hij weer denken, lezen, schilderen of zakenideeën op papier zetten voor Rulo. De lichte genialiteit van zijn businessconcept kon van bij de start al andere financiers bekoren. Tussen 1998 en nu was dat de West-Vlaming Paul Potteau, zelf ondernemer (van de gelijknamige bouwgroep Potteau) en eigenaar van of kapitaalverschaffer voor een hele rits bedrijven. Potteau kreeg ook een meerderheid (51 %) en trok dat aandeel later op tot 83 %.
Begin dit jaar gaf Potteau de fakkel door aan de Waalse zakenman Jean-Marie Delwart, die de beursgenoteerde chemie- en agrogroep Floridienne leidt en niet bang is veelbelovende KMO’s aan de borst te drukken. De overdracht heeft vooral te maken met doorgroeimogelijkheden en nieuwe ambities. Na de opmars in eigen land wil Rulo nu graag de Europese toer op met zijn unieke pvc-recyclageconcept. Eén uur nadat Delwart Rulo had bezocht in de zomer van 2002, deed hij al een mondeling bod. Nadat hij van zijn verbazing was bekomen, tekende de West-Vlaamse no-nonsenseondernemer de maandag daarop de deal met Delwart. “Ik heb nog nooit met iemand gesproken met wie het zo goed klikte als met Jean-Marie Delwart,” zegt Galle over de nieuwe eigenaar van Rulo. “Hij heeft 100 % gelijk als hij zegt: de stortplaatsen van vandaag zijn de ertsmijnen van morgen.”
Galle mag zich de uitvinder noemen van een ogenschijnlijk eenvoudig procédé. Het pvc-afval dat in containerparken terechtkomt, wordt nu nog verbrand of gestort. Rulo recycleert het tot een grondstof waarmee nieuw bouwmateriaal kan worden aangemaakt. Dat wordt gebruikt voor de fabricage van rioolbuizen, vensterbanken, geluidswerende muren en andere toepassingen.
In eigen land heeft Galle bewezen dat het kan en dat het werkt. De tijd is rijp om nu over de grenzen te trekken. Galle probeerde maandenlang Franse en Nederlandse afvalinzamelaars te overtuigen van zijn plannen. De achterdocht was groot. Maar de Belgische argumenten sloegen alles: bewezen succes in eigen land, gentlemen’s agreements met afvalophalers (zoals Sita en van Gansewinkel) om hun goedje naar de containerparken te brengen, een deal met de Europese industrie om pvc-afval een tweede leven te bezorgen en de bouw van pvc-verwerkingsfabrieken in de buurt van Rotterdam en Parijs.
Galle heeft vooraf minutieus berekend hoeveel die Europese investering moet kosten: 10 miljoen euro. Delwart komt over de brug en twijfelt naar eigen zeggen geen seconde aan de snelle return on investment. Dezer dagen buigt Vlerick Leuven Gent Management School zich met een equipe studaxen over Rulo, een schoolvoorbeeld van een nichebedrijf dat ook een snelgroeier is. Dat willen de Vlerick-boys allemaal eens analyseren en op papier zetten.
Is Rudy Galle een ziener? Een eminent zakenman? Een meesterstrateeg? Dat wil hij zelf allemaal nooit gezegd hebben. Maar nog steeds wordt hij wel eens wakker midden de nacht en denkt met een blij gemoed aan zijn jeugddroom die werkelijkheid is geworden. Hij was de enige zoon uit een vijfkoppig middenstandsgezin uit Dentergem. Vader was garagehouder en zoon Rudy wilde niet hetzelfde beroep als zijn vader. Maar met zijn eerste job zat hij er wel dichtbij: verkoper van Volvo-vrachtwagens voor een dealer uit Harelbeke. Maar de lokroep van een zelfstandig bestaan was groot. Van 1993 tot 1996 was hij nog verkoper van lichte bedrijfsvoertuigen, maar in 1996 was het zover: met hulp van de toen nog bestaande Bank van Roeselare (inmiddels opgeslorpt door KBC) kocht Galle een vervallen textielfabriek in Pecq om pvc-materiaal van containerparken te recycleren. “Rulo loopt in België al zeven jaar als een trein,” zegt Galle. “Nu komt de sprong voorwaarts: van 12.000 naar 40.000 ton verwerkte capaciteit. Wat daarna volgt, zien we wel.”
Terwijl hij dat zegt, steekt hij nog maar eens een sigaret in zijn mond. Hij verheelt niet dat hij een kettingroker is. In zijn huis – een fraai gerestaureerde hoeve in het schilderachtige Wannegem-Lede – zucht zijn vrouw eens diep als het onderwerp ter sprake komt. Maar Galle, net veertig geworden, heeft haar en de twee kinderen beterschap beloofd. “Tot je veertigste mag je gek doen, heeft mijn dokter eens gezegd. Nu moet het dus veranderen.”
Karel Cambien
“Tot je veertigste mag je gek doen, heeft mijn dokter eens gezegd. Nu moet het dus veranderen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier