Primus verkast naar Tsjechië
De risicokapitaalverschaffer Andlinger & co. heeft nog maar pas wasmachineproducent Primus overgenomen of de laatste productieafdeling wordt al overgeheveld naar Tsjechië. Daardoor sneuvelt in Gullegem zowat de helft van de jobs. Toch belooft de nieuwe directie dat Primus een Belgisch bedrijf blijft, maar dan eentje met weinig personeel.
Een tiental arbeiders in blauwe werkkledij profiteert van de middagpauze om een partijtje jeu de boules te spelen. De najaarszon schittert in de zilverkleurige ballen. Alles lijkt peis en vree bij de West-Vlaamse wasmachineproducent Primus, maar dat is niet meer dan schijn. Vorige maand verkocht de familiale aandeelhouder namelijk alle aandelen aan de Amerikaanse risicokapitaalverschaffer Andlinger & co. , die Eddy Coppieters op de stoel van gedelegeerd bestuurder posteerde. Na een korte doorlichting kondigde die de intentie aan om ook het laatste beetje productie dat nog in ons land plaatsvond naar Tsjechië over te hevelen. Een koude douche voor de vakbonden, die niet vooraf op de hoogte werden gebracht, maar vooral voor de 35 werknemers die hun baan verliezen.
De beslissing betekende meteen ook een abrupte trendbreuk met de huisstijl van het bedrijf. Die breuk is overigens ook merkbaar op het vlak van communicatie. Al die jaren hulde de familie zich in stilzwijgen en ook nu nog vraagt ze uitdrukkelijk om in de pers niet bij naam te worden genoemd. De nieuwe gedelegeerd bestuurder is gelukkig wel wat spraakzamer en laat voor het eerst in de kaarten van deze wereldspeler kijken.
Twee kapiteins op één schip
De wereldmarkt van de industriële wasmachines telt een tiental spelers en daarvan zitten er zowaar drie in een straal van vijf kilometer in West-Vlaanderen. Waarom die bedrijven net in de oostrand van Kortrijk goed gedijen, is niet meteen duidelijk. Lapauw uit Heule is voornamelijk actief in het segment van zware wasmachines, de zogenaamde wastunnels, waarbij de industriële wasserijen, zoals Malysse en Friswit, de belangrijkste doelgroep vormen. Ipso uit Wevelgem en Primus uit Gullegem richten zich naast machines voor wassalons vooral op de projectmarkt, waar grote horecabedrijven, ziekenhuizen en andere ‘collectiviteiten’ de dienst uitmaken. Men zou kunnen verwachten dat die laatste twee bedrijven aartsrivalen zijn – vooral omdat Ipso werd opgericht door ontevreden werknemers van Primus – maar dat blijkt niet het geval te zijn. Zonder echt onderlinge afspraken te maken, slaagden zowel Ipso als Primus erin om elk hun eigen klantenbestand op te bouwen en op die manier samen groot te worden.
Aan dat stilzwijgende bestand zou nu wel eens een einde kunnen komen, want Andlinger en Coppieters kennen het wereldje van de wasmachines als geen ander. In 1990 nam Andlinger & co. namelijk al Ipso over en ook toen zocht Gerhard Andlingerzijn vriend Eddy Coppieters aan om het bedrijf te leiden. Beiden leerden elkaar begin de jaren tachtig kennen bij de multinational ITT, waar Andlinger op dat moment chief executive officer (CEO) Europe was. Ook de goede relatie met Johan Volckaerts, de wettelijke vertegenwoordiger van Andlinger & co. in België en CEO van Global Graphics, gaat terug tot die periode.
“Het voordeel van de jarenlange samenwerking is dat we meteen op dezelfde golflengte zitten,” getuigt Coppieters. “Als ik bijvoorbeeld een financieel rapport presenteer, dan zullen ze bij Andlinger weinig vragen stellen over de methodiek omdat we dezelfde manier van werken hebben.”
Zes jaar na de overname van Ipso kreeg Andlinger een lucratieve exit, maar Coppieters bleef wel op post. Hij begeleidde het bedrijf naar de Brusselse beurs. Even later fuseerde Ipso met de Deense sectorgenoot Jensen, wat leidde tot de nieuwe entiteit Laundry Systems Group ( LSG). Die fusie betekende meteen ook de zwanenzang voor Coppieters bij LSG, want met Jesper Munch Jensen kwam er een extra kapitein op het schip, waardoor de amateurkok kon beschikken. Drie jaar na zijn vertrek bij LSG gaat Coppieters nu aan de slag bij de directe opponent, Primus. “Maar zonder rancunes,” benadrukt de 49-jarige Zelenaar, die momenteel in De Haan woont.
Vlaamse verankering voor Primus?
De wereldmarkt van industriële wasmachines is een stabiele vervangingsmarkt. De bevolking groeit wel aan, maar kledij wordt steeds sneller vervangen en dus minder gewassen. Als Primus wil doorgroeien, dan heeft het maar twee mogelijkheden: op overnamepad gaan of marktaandeel afsnoepen van andere spelers.
Die eerste strategie is geen prioriteit voor Coppieters. “Het aantal kandidaten is sowieso beperkt omdat er zich al een consolidatiebeweging voltrokken heeft in de sector. Bovendien zie ik tussen de zeldzame overblijvers niet meteen een prooi. Ofwel doen die bedrijven het niet zo goed, ofwel is een overname totaal onbespreekbaar voor de bestaande aandeelhouders. Alhoewel het natuurlijk nooit uit te sluiten valt, is het dus niet meteen de bedoeling om overnames te doen of allianties aan te gaan,” aldus de CEO. “De groei zal intern gerealiseerd moeten worden en dan denk ik in eerste instantie aan de landen waar we nog niet sterk aanwezig zijn. Zo zie ik in het Oostblok, en zeker in Rusland, nog enorme mogelijkheden voor Primus. Maar het duurt jaren vooraleer je daar de juiste distributiekanalen hebt gevonden.”
In tegenstelling tot Ipso, dat met één exclusieve distributeur per land werkt, kiest Primus voor een kleinschaliger aanpak met verschillende distributeurs en zelfs met directe verkoop via eigen kantoren. Dat is onder meer het geval in Nederland, Frankrijk, Hongarije en de Verenigde Staten.
Op dit moment is Primus aanwezig in een honderdtal landen. De cijfers zijn dan ook in belangrijke mate onderhevig aan de capriolen van de dollar. Toch voelt het bedrijf niet echt de behoefte om zich in te dekken tegen die externe risicofactor. “Het is inderdaad zo dat we vrij veel verkopen in dollar,” zegt Coppieters. “Maar het negatieve effect van een dollardaling wordt voor een groot stuk intern gecompenseerd doordat wij ook droogmachines invoeren uit de Verenigde Staten.”
Jaren geleden al week Primus met een deel van de productie uit naar een vestiging in het Tsjechische Pribor, waar zowat 360 mensen werken. Heel binnenkort zal ook de rest van de wasmachines daar geproduceerd worden.
“Maar het is voor ons klaar en duidelijk dat Primus een Belgisch bedrijf blijft, zij het met een productievestiging in Tsjechië,” bezweert Coppieters. “De beslissingen op het vlak van aankoop, administratie, algemeen beleid, marketing en sales zullen altijd in Gullegem genomen worden. Bovendien zit ook nog een belangrijk stuk van onze knowhow hier.” De Belgische verankering lijkt dus gegarandeerd. Eddy Coppieters heeft op dat vlak trouwens een reputatie te verdedigen. In 2000, toen hij nog bij LSG zat, werd hij genomineerd voor de Vlaamse Ankerprijs – al lag hij daar toen niet meteen wakker van.
Andlinger valt voor blozende cijfers
Een blik op de cijfers doet vermoeden dat de familiale aandeelhouders al veel langer de beslissing hadden genomen om hun bedrijf over te laten. De balans blaakt dan ook van gezondheid. Maar kritische geesten zullen een liquiditeitsratio van dik vier en een solvabiliteitsgraad van meer dan 80 % misschien veeleer interpreteren als een gebrek aan ambitie van de vorige bedrijfsleiding.
“Voor ons was Primus de perfecte deal,” verklapt Coppieters. Bij Andlinger & co. nemen ze trouwens geen bedrijven over die in de problemen zitten. Integendeel, de lat wordt uitermate hoog gelegd. De geldschieter is alleen geïnteresseerd in internationale spelers met een hoge toegevoegde waarde die actief zijn in een nichemarkt. In welke sectoren die bedrijven opereren, is minder belangrijk maar ze moeten wél rendabel en ook nog eens betaalbaar zijn. “Die laatste vereiste is nogal vaak een belangrijke hindernis,” lacht Coppieters. “Wanneer we alle kandidaten aan al die parameters toetsen, dan komen we meestal uit bij familiale ondernemingen die wij verder kunnen professionaliseren.”
Andlinger & co. zal niet te eeuwigen dage in het kapitaal van Primus blijven. Dat is trouwens ook de rol niet van een risicokapitaalverschaffer. Maar op welke termijn die exit zich zal aandienen, is nog koffiedik kijken. “Daar zijn we absoluut nog niet mee bezig,” aldus Coppieters. “In eerste instantie is het de bedoeling om Primus zo rendabel mogelijk te maken.”
De eerste stap daartoe is ondertussen gezet. Tot grote ontsteltenis van de 35 werknemers in Gullegem die binnenkort hun baan verliezen.
Dirk Van Thuyne
“Primus blijft een Belgisch bedrijf, zij het met een productievestiging in Tsjechië.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier