Prêt à porter

Bruno Leijnse Redacteur bij Trends

Een centrale referentiedatabase vormt de start van de echte liberalisering in de Belgische telecom. De databank zal alle “geporteerde” nummers bevatten – nummers van klanten die veranderden van operator, maar hun telefoonnummer meenamen.

Nummeroverdraagbaarheid – de mogelijkheid om van operator te veranderen zonder zijn telefoonnummer te wijzigen – wordt algemeen gezien als de start van de echte concurrentie in de telecommunicatie. Volgens een studie van MCI (nu MCI Worldcom) zou maar 10% van de gebruikers een vergelijkbaar aanbod van een andere operator willen overwegen zonder nummeroverdraagbaarheid. Als ze hun nummer kunnen meenemen, wordt dat 43%. Een studie van Telenet toonde dat maar 5% van de gebruikers van 0800-nummers zou overwegen over te stappen zonder nummeroverdraagbaarheid.

“Waar het over gaat, is keuzevrijheid voor de eindgebruiker,” zegt ingenieur-adviseur Jan Vannieuwenhuyse van het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT). Hij is voorzitter van de stuurgroep van de Number Portability Task Force die de invoering van de nummeroverdraagbaarheid coördineert. “Door de nummeroverdraagbaarheid laat men eigenlijk de eindgebruiker echt vrij.”

De barrière

om van operator te veranderen, is momenteel gewoon de hoge kost van een nummerverandering. De overstap naar een andere operator levert zelden een nummer op dat eenvoudig is af te leiden uit het oude nummer. “Het is het duurste type nummerwijziging, u moet elke correspondent verwittigen,” zegt Jan Vannieuwenhuyse. Hij schat de kostprijs op “50 euro (ruim 2000 frank) per nummer en in vele gevallen duurder.” Voor 0800- of 0900-nummers, die vaak een aanzienlijke investering in publiciteit vertegenwoordigen, is het prijskaartje excessief.

Een noodoplossing is om alternatieve operatoren louter voor uitgaand verkeer te gebruiken. Voor het inkomend verkeer blijft men bij Belgacom en bij de vertrouwde nummers. “De klanten moeten dan wel de abonnementen van die lijnen blijven betalen,” zegt directeur Danielle Jacobs van de gebruikersorganisatie Beltug. “Het werkt: uitgaand verkeer via X en inkomend verkeer via Belgacom. Maar het is niet aangenaam. Zeker kmo’s hebben geen zin om met twee of drie operatoren te zitten.”

Draagbaar, maar niet te ver

Met een aanpassing aan haar Interconnectierichtlijn, op 24 september 1998, heeft de Europese Commissie de invoeringsdatum voor nummeroverdraagbaarheid naar 1 januari 2000 vooruitgeschoven. Voordien was de introductie voorzien op 1 januari 2003. Maar ook na nieuwjaar is de overdraagbaarheid aan beperkingen gebonden. Porteren zal enkel kunnen voor 0800- en 0900-nummers en voor gewone, “geografische” nummers, maar dan alleen binnen de zone.

“Sommige vormen van overdraagbaarheid zijn niet gewenst,” zegt Jan Vannieuwenhuyse. Behoud van nummer bij een verandering van diensten is een voorbeeld. “Als ik mijn vaste telefoonnummer ga gebruiken voor gsm, gaat alle tarief- en service-informatie verloren,” geeft Jan Vannieuwenhuyse aan. Dezelfde redenering geldt voor overdraagbaarheid tussen telefoonzones, de zogenaamde location number portability. In zo’n systeem zou iemand die van Brugge naar Hasselt verhuist zijn Brugse nummer behouden. Een oproep die op het eerste gezicht zonaal is, zou dan onder het interzonale tarief vallen. “Dat kunnen we niet maken,” zegt de BIPT-adviseur. “Er is gebleken dat eindgebruikers die het behoud van hun nummer moeten afwegen tegen tariefinformatie, kiezen voor tariefinformatie.” In België gebeurt het leeuwendeel van de verhuizingen overigens binnen dezelfde nummeringszone, zodat de restrictie niet al te beperkend is, aldus Vannieuwenhuyse. Versta wel dat het gaat om overdraagbaarheid binnen een nummeringszone (bijvoorbeeld 02) en niet binnen zones met een gelijk tarief (bijvoorbeeld 02 en 016).

Een nieuwe kruispuntbank

Het BIPT heeft het voorzitterschap van de overkoepelende Number Portability Task Force, maar de uitwerking van de nummeroverdraagbaarheid gebeurt door de operatoren. De acht die over geografische nummers beschikken ( Belgacom, BT, Codenet, Colt Telecom, Mobistar, Telenet, Unisource en Worldcom) hebben half januari een Tijdelijke Vereniging voor Geografische Nummeroverdraagbaarheid opgericht. Zij gaan het orgaan vormen dat toeziet op de bouw en exploitatie van het Common Reference Data Center ( CRDC), de centrale database waarin alle overgedragen nummers terechtkomen. “De centrale database bevat het oude nummer, het routeringsnummer en bijkomende informatie,” zegt Jan Vannieuwenhuyse. Het lastenboek is vorige week naar ongeveer 25 geïnteresseerden verstuurd.

Het Common Reference Data Center zal de jongste stand van zaken van de Belgische nummers bijhouden, maar om redenen van efficiëntie zal elke operator zijn eigen spiegeldatabase met geporteerde nummers hebben, die met het datacenter op regelmatige tijdstippen wordt gesynchroniseerd.

“Technisch is nummeroverdraagbaarheid een uiterst complexe zaak. Dankzij de nieuwe intelligente netwerken is het mogelijk om dat tegen een redelijke kost te doen,” zegt Jan Vannieuwenhuyse. Intelligente netwerken koppelen de signalering los van het basisnetwerk. Herroutering kost daardoor geen extra spraakkanalen. Het modernste systeem, de all call query, ondervraagt zelfs voor elke oproep eerst de database op zoek naar het goede routeringsnummer.

De kosten zijn nog te verdelen

Toch kost de nummeroverdraagbaarheid geld: het opzetten van het systeem, zowel bij de operatoren als bij het Common Reference Data Center, de administratie- en supportkosten voor elk overgedragen nummer en de extra courante kosten die men in het netwerk heeft om de dienst effectief aan te bieden. “Wij zijn nog aan het rekenen,” zegt interconnectiemanager Jan Degraeuwe van Colt Telecom in Brussel desgevraagd. Een van de zeven werkgroepen binnen de Number Portability Task Force is wel klaar met het schema voor de kostenberekening.

Nummeroverdraagbaarheid wordt in België symmetrisch ingevoerd, als een plicht én een recht voor alle operatoren, waardoor kan worden aangenomen dat ook de kosten op termijn evenwichtig gespreid zullen zijn. In Groot-Brittannië wordt de faciliteit al vanaf 1996 geleidelijk ingevoerd. Daar kan de donor-operator enkel de administratieve kosten van het porteren van een gegeven nummer doorrekenen. Die worden door de ontvangende operator betaald. De systeemkosten en de marginale kosten voor het routeren van een oproep naar een geporteerd nummer mogen niet worden doorgerekend (voor 0800-nummers geldt een aparte regeling). Jan Degraeuwe verwacht niet dat er in België kosten zullen worden doorgerekend aan de eindgebruiker.

Bij de organisatie

van de grote telecomgebruikers Beltug, maakt directeur Danielle Jacobs zich zorgen over de timing en over het achterpoortje dat een operator uitstel kan krijgen als één en ander “technisch” niet haalbaar blijkt.

Het zal allemaal erg vlug moeten gaan. De Tijdelijke Vereniging – de juridische vorm zelf is al gekozen omdat hij het snelst kon worden opgezet – heeft de kandidaat-leveranciers of exploitanten van de database drie weken de tijd gegeven om hun dossier in te dienen.

“Er zit niet veel elasticiteit in de timing, maar we denken dat het mogelijk is,” zegt Jan Degraeuwe.

BRUNO LEIJNSE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content