Playstation voor chirurgen

Roeland Byl redacteur bij Trends

In Melle bouwt het Robotic Surgery Institute (ORSI) van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst een oud universiteitsgebouw om tot een opleidingscentrum voor robotchirurgie. Het derde in Europa. Het idee komt van uroloog Alexander Mottrie.

Het OLV Robotic Surgery Institute (ORSI) is in 2010 als een vzw opgericht door een team specialisten van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst. Via trainingen willen ze hun ervaring in robotchirurgie doorgeven aan jongere en minder ervaren chirurgen van over de hele wereld. Dat deden ze eigenlijk al in het ziekenhuis in Aalst, maar nu verhuist de activiteit naar een apart pand in Melle. Op 15 oktober beginnen de verbouwingswerken. Het gaat om een investering van meer dan 3 miljoen euro, maar het initiatief kan rekenen op 1,8 miljoen euro subsidies. De centen komen van het OLVZ, de Vlaamse regering en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO).

In het vernieuwde gebouw met drie volledig uitgeruste operatiezalen hoopt ORSI jaarlijks 650 artsen en verpleegkundigen te leren opereren met de nieuwste robottechnologie. De trainingsfaciliteit is een van de drie opleidingscentra voor robotchirurgie in Europa. De andere twee liggen in Zwitserland en Zweden.

Chirurgische robots zijn nog steeds revolutionair, ook al worden ze al gebruikt sinds 2000. Een geoefend chirurg maakt dankzij de robot minder littekens, een ingreep is doorgaans minder pijnlijk voor de patiënt en de kansen op genezing liggen hoger.

België telt zowat 25 chirurgische robots. Ter vergelijking: in de VS – het land met het hoogste aantal chirurgierobots – staan er al meer dan 1600. Met drie robots is Aalst een referentiecentrum in ons land. Dit jaar gebeurden er al bijna 700 ingrepen met behulp van de robot. Sterker nog: het ziekenhuis gebruikt de apparaten in verscheidene disciplines en claimt daarom ook de meest multidisciplinaire expertise in Europa te kunnen aanbieden. ORSI biedt trainingen voor urologen, hartspecialisten, buikspecialisten, artsen algemene heelkunde, gynaecologen, en schildklierchirurgen.

De inspirator van het opleidingscentrum is dokter Alexander Mottrie. De uroloog leerde het vak in Duitsland en de Verenigde Staten en krijgt in de medische wereld erkenning voor zijn pioniersrol voor het gebruik van de chirurgische robot in de urologie.

Atypisch opleidingscentrum

De rol van ORSI als opleidingscentrum is wat merkwaardig. De vzw profileert zich als referentiecentrum voor trainingen in robotchirurgie in Europa. Een vreemde missie voor een katholiek ziekenhuis dat geen deel uitmaakt van een van de grote universiteiten in Vlaanderen. “Dat is typisch voor ons ziekenhuis. We behoren in cardiologie, cardiochirurgie en urologie tot de Europese top. Die kennis willen we delen, ook al zijn we geen onderdeel van de opleidingen aan de universiteit. Ik zie niet in waarom dat niet zou mogen.”

Het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis in Aalst was lange tijd vooral vermaard voor zijn afdeling cardiologie. Die reputatie lokte bekende patiënten. Koning Albert bijvoorbeeld liet er zich in 2000 aan zijn hart opereren. Terzijde: topcardioloog Pedro Brugada, die destijds de afdeling leidde, verkaste begin 2007 naar het VUB-ziekenhuis. Het was hartchirurg Hugo Vanermen die de koning opereerde en laat dat nu net de man zijn die mee aan de basis lag van de eerste chirurgische robot in Aalst. “Het is aan hem te danken dat we in 2001 als een van de eerste ziekenhuizen in Europa een robot hadden”, weet Mottrie. “En natuurlijk ook aan een directie die investeert in dingen die aanvankelijk veel geld kosten.”

Intussen heeft ook de afdeling urologie in Aalst een internationale topreputatie opgebouwd. Onder meer dankzij het baanbrekende werk dat ze verrichtte in robotchirurgie. “We waren de pionier in het succesvol behandelen van prostaatkanker met een robot. Een aantal technieken zoals het herinplanten van een urineleider in de blaas en blaaswegnames bij blaaskanker zijn in het OLVZ in Aalst voor het eerst met de robot uitgevoerd. We waren ook de eersten om met de robot – met behulp van fluorescentietechnieken – een niertumor weg te snijden zonder de hele nier te moeten opofferen. Zo wordt de nierfunctie gevrijwaard zonder een pijnlijke snede te moeten maken.”

Die kennis via trainingen doorgeven gebeurde in Aalst ook al wel voor de oprichting van ORSI. “We hebben trainingen gegeven en collega’s geholpen op te starten. Maar dat gebeurde allemaal ongestructureerd. De oprichting van ORSI moet dat veranderen. We hebben nu de kans onze trainingen te structureren in een aparte organisatie.”

ORSI werkt samen met de vee- artsenijschool van de Universiteit van Gent. Dat is niet om alsnog erkend te worden als onderdeel van een universitaire opleiding, maar omdat de veeartsenopleiding gemakkelijk proefdieren ter beschikking kan stellen. De noodzakelijke vergunningen hoeft ORSI nu niet meer zelf aan te vragen. “Wij snijden overigens niet zomaar in varkens”, benadrukt de uroloog. “Eerst worden onze mensen opgeleid met een simulator, dan oefenen ze op dood materiaal en pas daarna kunnen ze werken op een proefdier. En dat hoort ook zo, want het menselijk lichaam deugt nu eenmaal niet als oefenobject.”

De banden met de Gentse universiteit zijn niet exclusief. “We willen met ORSI eigenlijk niet het trainingscentrum van OLVZ of van één universiteit alleen zijn. Het ziekenhuis is weliswaar een geldschieter voor 15 procent van het project, maar we willen niemand uitsluiten. Dus staat onze beheerraad ook los van het ziekenhuis en is er plaats voor experts van alle universiteiten. Bijvoorbeeld in ons urologieonderzoek hebben we nu binnen- en buitenlandse experts aangetrokken.”

Niet voor de centen

Een opleiding bij ORSI kost minstens 7000 euro per persoon. Maar geldgewin is niet de drijfveer, stelt Mottrie. “Wij zijn een vzw. We kunnen, mogen en willen ook geen winst maken.” Haalt het team er dan geen enkel voordeel uit? “Uiteraard is het ook een vorm van pr voor ons ziekenhuis. We trekken hierdoor ook patiënten aan. De belangrijkste drijfveer is dat we de geneeskunde in België proberen te internationaliseren. Door buitenlandse teams op te leiden, wordt onze sector weer een beetje meer een economische exportsector. Met dit project kunnen we bewijzen dat we het referentiecentrum zijn voor een behandelingsmethode die in veel landen nog in zijn kinderschoenen staat.”

De artsen in Aalst staan naar verluidt al op een niveau dat mensen liever hier dan in de VS worden behandeld voor sommige aandoeningen. Oost-Europese toppolitici en Saoedische sjeiks weten intussen waar Aalst ligt. “Dat is toch de beste reclame? Zo’n opleidingscentrum is een prachtig pr-vehikel, dat is een van de redenen waarom OLV en VIA meestappen in dit project.”

ROELAND BYL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content