Pingping voor Pinguin
Diepvriesgroente- specialist Pinguin hoopt 700 miljoen frank op te halen via een beursgang. Intekenen kan vanaf deze week. Door als eerste naar de beurs te trekken, bevestigt het bedrijf uit Westrozebeke zijn voortrekkersrol in de groep West-Vlaamse producenten van diepvriesgroenten. Trends ging een kijkje nemen in Ychoux, waar Pinguin een joint venture opzette met de Engelse sectorgenoot Fisher en het Franse Agralco.
Ychoux (Frankrijk).
De beursintroductie van diepvriesgroentespecialist Pinguin is in Westrozebeke en de omliggende West-Vlaamse polders een gebeurtenis. Hoewel de streek door het leven gaat als de tuin van West-Europa, is dit een trendbreuk voor de cluster van elf familiebedrijven die samen 25% van de Europese markt voor diepvriesgroenten in handen hebben. Pinguin is het eerste bedrijf uit de sector dat naar de beurs trekt. Financieel directeur Jan Dejonghe wilde dat ook zo. Het past volgens hem in het pioniersimago van Pinguin.
Altijd de eerste
De eerste zijn, is een credo waarop Pinguin al sedert zijn begindagen drijft. Tot 1965 hadden de broers André, Frans en Georges Dejonghe een bedrijfje dat zich toespitste op het leveren van groenten aan de conservenindustrie in binnen- en buitenland. In 1965 startte Pinguin met het invriezen van groenten en groeide mee met die nieuwe afzetmarkt. Aanvankelijk waren er psychologische barrières tegen deze bewaartechniek, maar in de jaren zeventig werd hun succes in de regio gekopieerd. De Belgische productie van diepgevroren groenten steeg spectaculair van 70.000 ton in 1980 naar 615.000 ton in 1997. Voor 1998 zou de stijging naar schatting nog eens 10% bedragen.
Binnen dat plaatje groeit Pinguin sedert 1992 – zo blijkt uit de Trends Top 30.000 – sneller dan zijn concurrenten. De gemiddelde groei bedraagt 12,2%. Alleen Unifrost uit Koolskamp doet beter, met een jaarlijkse groei van gemiddeld 15,8%. Het omzetklassement wordt vandaag aangevoerd door Ardovries uit Ardooie. Pinguin is het nummer twee in België en heeft naar eigen zeggen circa 7% van de Europese markt in handen. Het bedrijf wist tussen 1992 en 1998 zijn omzet op te drijven van 1,6 naar 2,8 miljard frank.
Sedert het eind
van de jaren tachtig heeft een trojka van drie neven – Jan Dejonghe, Herwig Dejonghe en Koen Dejonghe – de touwtjes van de groentespecialist in handen. Van het drietal is Herwig Dejonghe (40 j.) het langst in de firma. Hij begon in 1982 en is de huidige algemeen directeur en commercieel directeur. Jan Dejonghe (36 j.) kwam er in 1985 bij en is behalve financieel en administratief directeur ook bedrijfsleider van de vestiging in Langemark. Van de introductie op de beurs was hij vooral de inspirator. Koen Dejonghe (30 j.) is de benjamin en kwam bij het directieteam in 1990. Hij heeft de leiding over de vestiging in Westrozebeke en is technisch directeur van de groep.
Over de generatiewissel zegt Jan Dejonghe: “We zijn nu met drie neven. Dat is op een natuurlijke wijze gegroeid. Uit iedere familietak bleef gewoon degene over die zich van jongsaf aan het meest met het bedrijf identificeerde.”
Wortels in Franse grond
Momenteel telt Pinguin, dat zijn producten in 46 landen verkoopt, drie vestigingen. In Langemark wordt voor bedrijven uit de voedingsindustrie geproduceerd, bijvoorbeeld wortelen en kolen voor soepfabrikanten. Daarnaast is ook de afdeling convenience (geportioneerde, gemengde & bereide groenten) er gehuisvest. De vestiging in Westrozebeke richt zich dan weer op de retail en catering. Ten slotte beschikt de onderneming over een joint venture in Ychoux, in het hartje van de Landes, de streek onder Bordeaux. Daar worden wortelen en zoete maïs verwerkt.
In de zwarte zandgrond
van de Landes zette Pinguin in 1996, samen met Fisher en Agralco – sectorgenoten uit respectievelijk Groot-Brittannië en Frankrijk – een splinternieuw verwerkings- en verpakkingsbedrijf neer: Legum’Land Surgelés (LLS). Samen investeerden de partners, die elk 33% van de aandelen bezitten, ongeveer 600 miljoen frank in LLS. Initiatiefnemer van het project was François Grudet, de eigenaar van één van de grootste landerijen van de Landes én stichter van Legum’Land. Legum’Land is een dochter van de Franse groep Agralco, die één van de Europese marktleiders is in de productie en verwerking van verse wortelen.
Grudet kwam via zijn contacten met de West-Vlaamse machinebouwer Bruynooghe bij Pinguin terecht met een merkwaardig voorstel: Legum’Land, dat verse groenten aan supermarkten levert, had een machine waarmee wortelen volautomatisch op lengte en dikte konden worden gesorteerd. Aangezien het bedrijf niets kon aanvangen met het sorteeroverschot, zocht Legum’Land een partner die dat wél kon. Dat werd Pinguin.
Jan Dejonghe: “Wortels die te kort, te dik, te dun en te krom zijn, werden vroeger weggekieperd. Maar er is niets mis met die groenten. Voor ons doet de lengte of de kromming er minder toe, omdat we de groenten voor het invriezen toch in blokjes of schijfjes snijden.” Pinguin koopt de wortelen ver onder de marktprijs en verwerkt ze ter plekke in de nieuwe fabriek. Agralco kan op die manier zijn afval valoriseren. En Fisher? “Alleen wilden we het niet doen,” zegt Dejonghe. “Daarom hebben we steun gezocht bij het Britse Fisher. Bovendien is zoete maïs eveneens een product dat in de streek goed gedijt. De belangrijkste afzetmarkt van die groente is Groot-Brittannië. Daarom produceert LLS acht maanden diepvrieswortelen en vier maanden zoete maïs.”
Tot begin dit jaar had François Grudet de leiding in handen van Legum’Land Surgelés. De dokter raadde hem evenwel aan om het wat rustiger aan te doen. Waarna Herwig Dejonghe van Pinguin het heft in handen nam. In LLS werken goed 50 mensen in een drieploegenstelsel.
Risico’s spreiden
Pinguin is een ambitieus bedrijf. Dat blijkt niet alleen uit de beursgang, maar ook uit de internationale reputatie die het bedrijf tracht op te bouwen. Om een antwoord te bieden op de toenemende concentratie van zijn Europese klanten, heeft Pinguin een strategie opgebouwd die steunt op drie pijlers: risicospreiding, kwaliteit en productdiversificatie.
Tot het einde van de jaren tachtig richtte het bedrijf zich op grote volumes en kleine marges. De rendabiliteit steeg toen Pinguin vanaf de jaren negentig koos voor een hogere kwaliteit, productdiversificatie en meer toegevoegde waarde. Pinguin biedt een breed gamma aan, al moet het daarvoor ook in het buitenland aankopen, omdat de productie in België niet volstaat. De klanten zijn verdeeld over de retail (29%), de catering (36%) en de groenteverwerkende industrie (35%). “De relatie met de klant is belangrijk, gezien de groeiende consolidatiebeweging in de voedingsindustrie,” aldus Jan Dejonghe.
Pinguin was in zijn sector het eerste diepvriesbedrijf dat de HACCP-voedingsnorm toepaste en de Iso-kwaliteitsnormen behaalde. Daarenboven beschikt het bedrijf over een eigen systeem van productnaspeurbaarheid, dat de naam Appellation Pinguin Controlée meekreeg: Pinguin is niet alleen in staat te zeggen wanneer een lot groenten is verpakt, maar weet ook van welk perceel de groenten in kwestie afkomstig zijn en wat er daarmee is gebeurd. Het bedrijf haalde zijn inspiratie voor dit systeem bij de Duitse sectorgenoot Frosta. In dezelfde geest zette Pinguin in navolging van het Spaanse Virto, een volwaardig centrum voor Onderzoek & Ontwikkeling, op.
Risicospreiding
is de recentste pijler van de Pinguin-strategie: om afzet- en aanvoerrisico’s zoveel mogelijk te beperken, heeft het bedrijf allianties gesloten met producenten en distributeurs.
“Een natte winter beperkt de oogst in eigen teeltgebieden. Zo zijn er momenteel amper jonge wortelen te vinden in België. Wij hebben allianties gesloten met Fisher, Frosta, Virto en het Marokkaanse DeliceMaroc. Zo kunnen we te allen tijde de bevoorrading verzekeren, en tegen aanvaardbare prijzen.”
Ook de joint venture in Ychoux past in deze strategie. “De grondstof – wortelen – is goedkoper in Frankrijk en we kunnen rekenen op twee tot drie oogsten per jaar. De productie gebeurt daarom tegen een onklopbare prijs.”
Maar dat betekent nog niet dat de Belgsiche vestigingen geen wortelen meer moeten verwerken. Ychoux is het sprekende voorbeeld van risicospreiding. Het gebied ligt op ruime afstand van België, wat het risico klimatologisch spreidt. Bovendien is de kostenstructuur zo gunstig dat ze eventuele schokken kan opvangen.
Snel groeien
De beursgang zal de expansie van het bedrijf, dat intussen al bijna 400 medewerkers telt, nog versnellen. Zo is de oprichting van Pinguin Nederland, in een alliantie met het Nederlandse bedrijf Sonder/Jansen, bijna rond. Zegt Dejonghe: “Hier speelt het belang van de Poolse aanvoermarkt, waar de Nederlanders goede contacten hebben.” En er zijn gesprekken met D’Lis uit Oostende, dat de producten van Pinguin exporteert naar Rusland. “Wij denken dat de tanende vraag in Rusland zal herstellen en willen daarom nu al prominent aanwezig zijn. Het zou dus wel eens kunnen dat we een participatie nemen in D’Lis, of het bedrijf overnemen.”
ROELAND BYL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier