Peter Vanden Houte: ‘Als de politiek niet wil, zullen de markten en de ratingbureaus een nieuwe regering forceren’
Met de impasse in de regeringsonderhandelingen zal België meer dan waarschijnlijk de begrotingsdeadline van de Europese Commissie missen. Peter Vanden Houte, hoofdeconoom van ING België, stelt vast dat er nog altijd weinig sense of urgency is over het Belgische begrotingstekort van 28 miljard euro. Hij acht het mogelijk dat de economische gevolgen van de stilstand België aan een nieuwe regering zal helpen, zoals dat eerder met de regering-Di Rupo is gebeurd.
We zijn dinsdag 6 december 2011. Na een wereldwijd record van 541 dagen onderhandelen stelde premier Elio Di Rupo (PS) zijn federale regering voor. Peter Vanden Houte herinnert zich hoe de onderhandelingen in een stroomversnelling kwamen door de precaire economische toestand van ons land. “België kwam toen in het vizier van de financiële markten en de rente steeg, waardoor het duurder werd voor ons land om te lenen. In die realiteit werd een regering in één weekend op poten gezet. Die geschiedenis kan zich in de komende periode herhalen.”
Dat brengt ons bij vandaag. In minder dan een maand verwacht de Europese Commissie een plan van de federale regering om het tekort van 28 miljard weg te werken, maar alles wijst erop dat die deadline niet gehaald zal worden. Formateur Bart De Wever (N-VA) wist donderdag geen akkoord te bereiken met zijn onderhandelingspartners Vooruit, MR, cd&v en Les Engagés. En hoewel de zogenoemde Arizona-coalitie niet dood en begraven is – ze wordt nog altijd gezien als het meest logische recept voor een nieuwe federale regering – heeft die vertraging wel gevolgen voor de economische toestand van België, waarschuwt Peter Vanden Houte.
“De kans is groot dat we pas na de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober een nieuwe regering krijgen. Het zal snel winter zijn. Dat wil ook zeggen dat de regering in lopende zaken een voorlopige begroting voor 2025 zal moeten opstellen. Dat is er een die automatisch gebaseerd is op de vorige begroting en die het deficit nog meer zal doen oplopen. Maar dat recept volstaat simpelweg niet meer. Europa zal die plannen afkeuren en dat kan een reactie uitlokken op de financiële markten. De rente op Belgische staatsschuld kan stijgen en dan dreigt het verschil met Duitsland – nog altijd de benchmark in Europa – groter te worden. Kortom, het zal voor ons land duurder worden om zijn schulden te financieren. Die financiering is jarenlang geen probleem geweest, want door de lage rente waarmee België kon lenen, hadden die kredieten zelfs nog een positief effect op onze totale schuld. Maar dat is stilaan voorbij.”
Perfecte storm van economische gevolgen
Peter Vanden Houte verwijst daarnaast naar de ratingbureaus die de kredietwaardigheid van België volgen. Als er in de komende weken en maanden geen noodzakelijke hervormingen worden aangekondigd die de Belgische begroting in de positieve richting sturen, bestaat de kans dat de kredietwaardigheid van België wordt verlaagd. Dat is een tweede reden waarom lenen voor de overheid in de komende maanden duurder en moeilijker kan worden. Heel concreet plant het ratingbureau Moody’s op 15 september een volgend rapport. Dat is nog voor het verstrijken van de Europese deadline. Mogelijk zal die publicatie te vroeg komen om België op de vingers te tikken, maar Standard & Poor’s komt op 20 oktober met zijn rapport. Op dat moment kan de patstelling in de Belgische politiek wel meespelen bij de beoordeling van ons land.
“Als de politiek niet wil, zullen de ratingbureaus en de financiële markten een volgende federale regering forceren. Dat is al eerder gebeurd met de vorming van de regering-Di Rupo en nu dreigt opnieuw een perfecte storm op ons af te stevenen. Als we een optelsom krijgen van een berisping van Europa, een tik van de ratingbureaus en een negatieve reactie op de obligatiemarkten, is dat een stevig argument voor de politiek om dringend de koe bij de horens te vatten. Op dit moment is er bij sommige partijen nog altijd te weinig sense of urgency. Behalve België zitten ook Frankrijk en Italië op het Europese strafbankje, twee grote landen. Daar proberen sommige partijen zich nog achter te verschuilen, maar een stilstand zal de situatie alleen nog verergeren. De kans bestaat dus dat de economische realiteit straks die bubbel doorprikt.”
‘Meerwaardebelasting is geen symbooldossier’
Met die harde analyse van Vanden Houte zou je kunnen denken dat hij de meerwaardebelasting – het struikelblok in de onderhandelingen – slechts als een symbooldossier beschouwt. De belasting is goed voor iets meer dan 70 miljoen euro inkomsten op een tekort van 28 miljard euro. Maar de hoofdeconoom van ING begrijpt waarom MR-onderhandelaar Georges-Louis Bouchez het been stijf houdt ten opzichte van Vooruit. De socialisten willen dat beleggers straks een bijkomende belasting van 10 procent betalen op de verkoop van aandelen en obligaties. Dat is een versoepeling tegenover een eerder plan, dat in een nog hogere belasting had voorzien. Maar Bouchez wil er niets van weten.
“Er is an sich niets mis met het idee van een meerwaarde- of vermogensbelasting, maar zo’n concept moet uitgewerkt worden in een breder geheel. Ik bedoel daarmee niet de huidige fiscale hervorming, waar het inderdaad deel van uitmaakt, maar wel een hervorming van de fiscale bevoegdheden, zowel op het regionale als het federale niveau. Het kadastraal inkomen en de huurinkomsten uit vastgoed zijn voorbeelden van zulke regionale bevoegdheden. Zorg er dan meteen voor dat alle vormen van vermogensbelasting samen een onderdeel worden op de belastingbrief, zoals bijvoorbeeld in Nederland het geval is.”
Vanden Houte begrijpt dat die stelling kan lijken op een semantische discussie, maar dat is het allerminst, legt hij uit. “Het is een feit dat politici eerder geneigd zijn bij budgettaire tekorten bestaande belastingen aan te passen, in plaats van naar nieuwe oplossingen te zoeken. Als er dus straks nood zou zijn aan meer inkomsten voor ons land op het federale niveau, zal het heel gemakkelijk zijn de belasting op aandelen en obligaties te verhogen, zonder naar de andere vormen van vermogensbelasting te kijken. Het resultaat is dat er zo een een marktverstorend effect kan ontstaan, waarbij één specifiek element veel sterker wordt belast dan een ander. Je creëert zo onbedoelde problemen voor beleggers, bedrijven en kmo’s.”
Vanden Houte vindt het dus logisch dat er verder over dat aspect in de fiscale hervorming wordt onderhandeld, ondanks de precaire economische situatie van België. “Ik hoop dat politici dezelfde conclusies trekken en dat ze het bredere plaatje durven te bekijken. Maar uiteraard besef ik ook dat er weinig tijd is en dat het belang van de andere hervormingen in de supernota heel groot is. Het blijft dus een moeilijke afweging die de politici moeten maken.” En als die doorbraak nog lang uitblijft, dan zijn de markten aan zet.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier